Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 159

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 159
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
159
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
D E OLIJFTA K .
7
BINNENLANDSCH OVERZICHT .
DEN HAAG , 8 Mei 1871 .
Nadat de algemeene politiek de Tweede Kamer vijf dagea onafgebroken in spanning had gehouden , heeft op den zesden dag het hoofd van het kabinet eenige alge-meene ( algemeene ) verklaringen afgelegd omtrent oensus-verlaging , hooger onderwijs en verbetering der schoolwet . Het is altijd moeielijk voor eene Regeering , die vóór de verkiezingen staat , hare voornemens volledig bloot te leggen . Laat de Regeering maar één klein draadje los van hare voornemens , dan weet de » coalitie //, ( want het is geen geheim meer , dat , met het oog op de stembus , eene coalitie zich gevormd heeft ), van dat draadje een zweep te maken , ten einde daarmede eene Regeering te geeselen . Blijft de Regeering het strengste stilzwijgen in acht nemen , dan is het weer niet goed ; dan klaagt men over terughouding , over geheimzinnigheid , over onoprechtheid , over ongezindheid om het gemeen overleg te bevorderen : in de parlementaire taal vindt men altijd woorden genoeg om zijne ontevredenheid kenbaar te maken , eene leelijke ondeugd , die volgens den heer Kien nog aanstekelijker is dan pokken en cholera .
Het hoofd van het kabinet , de heer ïhorbecke , heeft in de zitting van 29 April meer duidelijk de inzichten der Regeering verklaard omtrent oensus , hooger onderwijs , belastingwezen en schoolwether-ziening ( schoolwetherziening ) .
Het is van het hoogste belang bij de aanstaande ver-kiezingen ( verkiezingen ) , dat de kiezers precies weten wat de heer Thorbecke heeft gezegd ; het is vooral voor de liberale kiezers , voor de conservatieve zelfs , die gehecht zijn aan de schoolwet , ook voor de geavanceerd liberale , die evenwel geen vertegenwoordiger hebben in de Kamer ( want de heer van Houten verwierp met nadruk de qualifi-catie ( qualifi-catie ) van geavanceerd liberaal ) van het grootste gewicht , dat zij juist weten wat de heer ïhorbecke heeft verklaard . En dan hebben zij alle reden van eoi'ustheid -, want men zal niet kunnen zeggen , dat de heer Thorbecke zich heeft vastgezet .
// i °. Kiesrecht en hooger onderwijs ( door den heer Thorbecke in ééne zinsnede behandeld ).
// » Bij een weinig welwillendheid —■ hoe bescheiden hare maat jegens Ministers pleegt te zijn — zou men gevoelen dat het mij in het bijzonder , gelukkig moet maken ,
zoo bevonden wordt dat het kiesregt , in 1850 ver-leend ( verleend ) en toen veel te wijd geacht , de natie zoover heeft vooruit gebragt dat het kader , toen geteekend , nu reeds uitzetting verdraagt , ja vordert ;
gelukkig zoo ik aan de instellingen van het hooger onderwijs grondslagen van nieuw leven en nieuwe ont-wikkeling ( ontwikkeling ) mogt kunnen schenken .
// Is het noodig te zeggen , dat niemand op die taak meer naijverig kan zijn dan ik ?
// De Regeering stelt uit . // Heeft dan behalve den heer Zijlker , niemand gezien , dat de Regeering niets uitstelt , dan hetgeen in deze zitting niet bereikbaar is ' ,) Voor al het andere , op zijn tijd te kwijten , blijft zij schul-denaar ( schuldenaar ) des volks , gelijk der Vertegenwoordiging .//// 2 °. Het lager onderwijs .
// De wet van 1857 , ik verbloem dit niet , is voor verbetering zeer wel vatbaar ; maar een besluit tot wijziging kan niet worden genomen dan onder twee voorwaarden :
vooreerst datgeene toegevendheid aan bijzondere be-langen ( belangen ) ten koste van het belang van allen tot rigtsnoer worde genomen ;
ten andere , dat het kwaad , door eene proef van her-ziening ( herziening ) veroorzaakt , niet grooter dreigt te zijn dan het goed , door de verbetering te verkrijgen .
Wenscht men , zonder iemand te dringen die niet gaarne gedrongen wordt , en het regt heeft niet te worden gedrongen , overweging onder die twee voorwaar-den ( voorwaarden ) , zij zal kunnen geschieden .// 3o . Belasting-hervorming ( Belasting-hervorming ) . Daaromtrent was het de taak van den Minister van
Finantién , den heer Blussé , verklaringen te doen . En wat heeft deze Minister gezegd ? // Juist < Mn den roem van rondborstigheid niet te ver-hezen ( verhezen ) , kan ik omtrent belasting-hervorming niets beloven . Wat kan ik nu beloven ? Het stuit mij , juist om het karakter , dat die heeren mij toeschrijven , iets te be-loven ( beloven ) dat na de verkiezingen als kaf zou verstoven zijn . Dit zijn streken ! Daar houd ik niet van . Ikkan niet weten wat ik doen zal over weinige weken . Wij worden nu eenige weken met debegrooting voor 1871 opgehouden . Als die zal zijn afgeloopen , zal het eerste werk weder zijn de begrooting voor 1872 . Dan zullen wij het hunnen overzien . Maar ik moet eerst met mijne ambtgenooten overleggen eer ik kan zeggen wat ik doen zal .
« De heer Heijdenrijck heeft gevraagd in welke richting de Regering zich in belastingzaken zal bewegen . Ik ant-woord ( antwoord ) : in de rigting die tot dusver gevolgd is , dat is in eene goede , oeconomische rigting zoo als ik die zou willen noemen , die de wenschelijke , eerste behoeften verschoont en de nijverheid en het vrije verkeer ontziet . Dit moge nu geen stelsel zijn in de oogen van den . geachten afgevaardigde uit Groningen , maar ik vind dat wij het daarmede al vrij ver gebrast hebben . Ik verheug mij dat ik altijd in die rigting werkzaam ben geweest zoo hier als lid der kamer , als in de gemeente !//
Ziehier wat bij de algemeene beraadslagingen door de voornaamste leden van het Ministerie is verklaard . Voor velen zullen die verklaringen nog niet zeer duidelijk zijn . Maar kan men daarvan het Ministerie te zeer een grief maken ? Wat is toch wel de bedoeling van al dit aandringen op licht ? Zuivere belangstelling ? Zucht om de kiezers in te lichten ? Neen , want het is niet bepaald noodzakelijk , dat iedere verkiezing hare brandende questie heeft . In een gezonden toestand van constitutioneel leven | behoort niet ééne enkele questie , die alle andere over-heerscht ( over-heerscht ) , aan het oordeel der kiezers te worden onder-worpen ( onderworpen ) ; neen , de kiezers hebben voornamelijk te beslissen in hoever de kandidaat in het algemeen hunne beginselen vertegenwoordigt . Dit is te recht in de Tweede Kamer door den heer van Eek opgemerkt . De leden der Tweede Kamer hebben zieh met de gewichtigste vrawn op ieder gebied bezig te houden , en de kiezers hebben er recht op met de algemeene beginselen van hunnen kandidaat bekend te zijn , en niet alleen met zijne beginselen over eene bepaalde vraag , welke door den loop der omstandig-heden ( omstandigheden ) aan de orde wordt gesteld .
Neen ! de klimmende behoefte aan licht , dat toenemend streven tot afpersing van beloften en toezeggingen had geene andere strekking dan om de Regeering een strik te spannen . Men wilde de Regeering verleiden tot uitlatingen , waarmede de oppositie bij hare verkiezingen voordeel zou kunnen doen . En met welken grond zal zij nu de verkiezingen bestrijden ? Zullen de anti-revolutio-nairen ( anti-revolutionairen ) en clericalen beweren , dat van dezen Minister eene schoolwet-herziening ( schoolwet-herziening ) in hunnen geest nooit te wach-ten ( wachten ) is ? De heer Thorbecke antwoordt : // de wet van 1857 is voor verbetering zeer wel vstbaar .// Zullen de con-servatieven ( conservatieven ) kunnen volhouden dat de heer Thorbecke afkeerig is van census-herziening ? De heer Thorbecke antwoordt : // Wacht , tot het onderzoek is afgeloopen . Ik voel mij bijzonder gelukkig , als het kiesrecht uitzetting verdraagt , ja vordert !» Zal de oppositie , ook de liberale oppositie , staande houden , dat de Minister het hooger onderwijs niet wil herzien ? De heer Thorbecke antwoordt : // Ik zal mij gelukkig achten , wanneer ik in het hooger onderwijs nieuw leven en nieuwe ontwikke-ling ( ontwikkeling ) zal kunnen brengen .// Zullen al de fractiën der oppo-sitie ( oppositie ) in koor uitroepen , dat de heer Blussé het gebrek-kige ( gebrekkige ) belasting-stelsel ( belasting-stelsel ) wil handhaven , dan antwoordt de heer Blussé , // dat hij zal herzien in eene goede eco-nomische ( economische ) richting .// Nu weten de kiezers dat de heer Blussé herzien wil , en zij kennen ook zijne richting . Trouwens , de heer Blussé was , behoudens kleine tus-schenpoozen ( tus-schenpoozen ) , twintig jaren lid der kamer , en de kiezers kunnen hem dus als oude kennis beschouwen .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer