Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 155

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 155
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
155
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DE ü L IJ F T A K .
3
naderbij gekomen om de woorden te hooren . Het kwam hem voor alsof het meisje bleek was geworden , terwijl haar opmerkelijk gelaat ieder spoor van vroolijkheid miste . Misschien had de inspanning van het spel haar vermoeid . Langzaam wendde zij het hoofd om naar den kant waar hij stond ." Heeft de muziek u ook gehinderd ? i vroeg zij met zachte stem .
// Mij ? o volstrekt niet ! Ik wist alleen niet dat er zulke liederen bestonden . Die muziek zal ik nooit vergeten . //
« Zoo voert de kunst vreemde menschen in vreemde landen tot elkander ; zij is een wonderbare band ,// sprak de professor .
« Voor weinig uitverkorenen ; niet iedereen verstaat haar taal . Zijt gij vrienden ?//
// De wetenschap heeft ons tot elkander gebracht . Ik ontmoette mijn gewezen leerling , den rechtsgeleerde Ernst Manwel van avond hier in de bergen , en denk de reis tot M . , de plaats mijner bestemming , met hem te maken . //
Het meisje scheen iets te willen antwoorden , toen hare gezellin de zaal binnentrad en zich bij de kleine groep voegde . // Zijt ge daar dan toch , Lucie ! Ik hoorde de muziek beneden in den tuin Ge zijt toch hoop ik niet van plan den halven nacht door te spelen ? Ik ben vermoeid en zou gaarne willen dat we niet te laat opbleven .//
« En mij te storen , moet ge er bijvoegen . Dus zal ik wel moeten gaan . Goeden nacht!//sprak zij , terwijl zij den professor de hand reikte en Ernst aankeek .
// Tot weerziens , tot morgen ! en nogmaals bedankt !//
Zij groette beiden met een innemend knikje en ver-wijderde ( verwijderde ) zich .
" Dat is eene verschijning , zooals men ze niet dik-wijls ( dikwijls ) in ' t leven ontmoet ,// zeide de professor . /' Zij ver-spreidt ( verspreidt ) om zoo te zeggen een geheelen atmosfeer van poëzie rondom zich . Wie is zij ?//
" Ik weet ' t niet . Ze was onder de reizigers op de boot , die ons van Keulen hierheen bracht ,/' antwoordde Ernst . — Dezen avond — voor de eerste maal sedert de ontvangst van Emanuel's vreeselijken brief sliep hij in voor dat het middernacht sloeg .
Beneden in ' t , logement werd het den volgenden morgen vroeg levendig , en in den tuin vernam men zulk een vroolijk gejoel van verwelkomen , vragen en antwoorden , dat de vreemde dame , nog voor dat zij zich geheel en al in haar eenvoudig gewaad had gehuld , heimelijk door het venstergordijn naar beneden gluurde . Ze zag dat eene menigte studenten met bonte mutsen den pro-fessor ( professor ) en Ernst in hun midden genomen hadden en zooals zij licbtelifk uit hunne gebaren opmaakte , ze wilden overhalen om hen op een watertochtje te vergezellen . Na eenige tegenwerpingen snelden zij beiden liet huis in , keerden weinige oogenblikken daarna terug en gingen , omringd door de jubelende schaar , den steenen trap af die naar den Rijn voerde ; aan de onderste trede lag een bontgevlagd bootje , waarin zij zich allen inscheepten om onder vroolijk gezang den stroom op te varen , in den zonnigen morgenstond .
Het meisje zag dit en zette zich met eene uitdruk-king ( uitdrukking ) van diepe teleurstelling op den rand harcr leger-stede ( legerstede ) neder . " Hij reist naar M ." zeide zij eindelijk . " Het is de plaats zijner bestemming , en ik ken zijn naam . De andere noemde dien , en ik heb hem goed onthouden ."
TWAALFDE HOOFDSTUK .
DE SIRENE .
Op eenigen afstand van de schitterende hoofdstraten , maar toch in een deftige buurt van de groote stad M . stonden verscheiden statige huizen op een stil , bevallig plein . Een daarvan onderscheidde zich van de andere door zekere eentoonige stijfheid . Het was het regeerings-gebouw ( regeerings-gebouw ) , waarin Ernst het grootste gedeelte van zijn tijd onder dorre en vermoeiende werkzaamheden door -
bracht . Zijn kleine kamer benevens een slaapvertrek had hij in een huis in een korte , smalle straat , of liever een steeg , die op genoemd plein uitkwam en door rustige huurders , voor ' t meerendeel regeeringsbeambten , werd bewoond . Deze bescheiden woningen genoten het voor-recht ( voorrecht ) van stilte en gezonde lucht , daar hare achtergevels uitzagen op zindelijke binnenplaatsen of soms ook wel vriendelijke tuinen , en uit dien hoofde liet het zich verklaren , dat eene schilderes zich voor eenige weken hier gevestigd en haar atelier opgeslagen had . Zij be-woonde ( bewoonde ) de eerste verdieping van een huis , waarvan de achterzijde , op de wijze der Zwitsersche huizen , door eene galerij was omgeven , waarop verscheidene vensters en deuren uitkwamen . De buren keken uit hun tuintjes of vensters vaak nieuwsgierig naar boven , want de glazen deur , die op het door wilde wijnranken omslingerde balkon uitkwam , stond bij den zachten herfst-zonne-schijn ( herfst-zonne-schijn ) steeds wijd open , en daar binnen , in een vertrek , dat veeleer op een groote nis dan op een werkelijke kamer geleek , zat de kunstenares voor den schildersezel en schilderde van ' s morgens vroeg tot dat de scheme-• ( scheme- ) ring inviel aan eene groote schilderij , dat een bosch voorstelde , zooals velen meenden gezien te hebben — maar met zekerheid wist niemand het te zeggen , want noch de schilderes noch haar tante hadden met de buren kennis aangeknoopt , ' s Avonds echter , als ' t donker werd , en somtijds ook in den nacht , hoorde men door het openstaande venster een wegslepende muziek , nu eens vol en sterk als het bruisen van het orgel in de kerk , dan weer geheimzinnig fluisterend als de snaren der wind-harp ( wind-harp ) , die door den zefir worden bewogen .
Het balkon van een gebouw dat op de plaats uitkwam belette Ernst van uit zijn kamer het venster der schil-deres ( schilderes ) te zien , maar ook hij hoorde iederen avond de fan-tastische ( fantastische ) muziek weerklinken , wanneer hij na de vermoeie-nissen ( vermoeienissen ) van het dagelijksche werk zich met het hoofd in de handen aan ' t venster zette om zich te verdiepen in de wereld zijner smartelijke en schoone herinneringen . Hij stond alleen in de vreemde stad . Onder zijn ambtge-nooten ( ambtge-nooten ) was er niemand tot wien hij zich aangetrokken voelde , ook verlangde hij geen vriendschap aan te knoopen , ja zelfs vermeed hij , zooveel als zijn betrekking het mogelijk maakte , allen omgang met menschen . Soms kwam wel eens de wensch bij hem op om te hooren waar die muziek wel van daan kwam ; de manier van spelen , de melodiën alles herinnerde hem aan het meisje op den Rijn , maar het kwam hem onwaarschijnlijk voor , dat zij zulk een eenzame straat tot haar verblijf kon hebben gekozen , ingeval zij in deze stad ' t huis behoorde . Zijn belangstelling ging intusschen niet zoo ver dat hij zich in deze zaak zekerheid zocht te verschaffen .
Op zekeren avond , toen hij volgens gewoonte aan ' t geopende venster zat , om op ' t beginnen der muziek te wachten , werd er aan de deur geklopt en verschooning vragende voor de stoornis , trad eene oude , wel gekleede vrouw de kamer binnen , in wie Ernst tot zijn verbazing de gezellin van het meisje op de boot herkende .
//' t Is niet de eerste maal dat ik u zie , mijnheer , en misschien herinnert ge u ook mijner , want ik heb u in gezelschap van mijne nicht ontmoet opeen tochtje langs den Rijn . Wij zijn hier in de stad onbekend , en daar uw persoon mij het grootste vertrouwen inboezemt , heb ik het gewaagd uwen raad in te winnen in eene aange-legenheid ( aangelegenheid ) die voor mijn nichtje van veel , ja van ' t hoogste belang is ."
Ondanks de verbazing over het wederzien en het ver-langen ( verlangen ) der vreemde , beloofde Ernst haar bereidwillig zijn bijstand en vernam nu dat het een proces gold , dat de nicht wilde beginnen , indien Ernst haar volgens zijn juridische inzichten hoop kon geven dat zij het zou winnen . Zooals de vrouw zeide , was het te doen om eeu tamelijk groot vermogen , dat een bloedverwant van het meisje zich had toegeëigend , daar het ten gevolge van eene onduidelijkheid in het testament niet voldoende bleek wie het toekwam . Ernst overwoog het geval en vond het tamelijk hopeloos , doch beloofde door navor-schingen ( navor-schingen ) in rechtsgeleerde werken daarover een bepaald oordeel te vestigen en ook de meening van een ervaren ; rechtsgeleerde in te winnen . Hij was beleefd genoeg
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer