Archieven

 

De Olijftak
beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 150
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
150
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
6
DE OLIJFTAK .
genen in mijne legerplaats ; ik geef ze uwen meester terug , zonder dat ik daarvoor eenig losgeld vraag : dat zij de wapenen weder tegen mij opvatten , zij zijn vrij en ik vrees hen niet . Morgen ochtend , met het aanbreken van den dag , zult gij ze terugvoeren tot hem , die u afgezonden heeft , en de duizend kameelen , die mij levensmiddelen hebben gebracht , zullen , met rijke geschenken beladen , naar Amazia weder-keeren ( weder-keeren ) .»
Den volgenden ochtend wordt dit bevel ten uitvoer gebracht . De drieduizend gevangenen worden terug-gegeven ( teruggegeven ) , en allerprachtigste geschenken , Perzische tapijten van verblindende schoonheid , gouden en zilveren vaatwerk , keur van zeldzame , kostbare voor-werpen ( voorwerpen ) , kortom onnoemelijke rijkdommen worden , als ' t offer van dankbaarheid en geenszins als het loon voor eene weldaad , in de belegerde stad gevoerd .
Intusschen maakt Moëz de aanstalten tot een nieuwen aanval tegen Ali . De bezetting van Amazia rust zich harerzijds toe , weer een storm doortestaan . De ladders worden aangebracht , en de krijgslieden van Moëz , door de tegenwoordigheid van hunnen jeugdigen vorst aangevuurd , strijden met de woede der vertwijfeling . Onder alle helden blinkt Nervan uit , zoowel door zijn dapperheid als door zijne schoon-heid ( schoonheid ) ; hij strijdt aan de zijde zijns meesters of liever zijns vriends . Weldra , door zijn vurigen ijver ver-voerd ( vervoerd ) , bereikt hij de wallen ; hij vergeet dat hij slechts door een klein getal der zijnen gevolgd wordt ; langen tijd werpt hij al omver wat zich tegen hem verzet , maar eindelijk ziet hij zich omsingeld , en hij strijdt alleen tegen een drom vijanden ; zijne krachten zijn uitgeput , hij stort ter neer en zijne krijgers die v an verre den val van hunnenjongen aanvoerder zien , heffen jammerkreten aan . De tijding van Nervan's dood verspreidt schrik in ' t leger , maar wie schetst de woede van Moëz , toen hij het lot vernam , dat zijnen vriend getroffen had ? Door alle gelederen snelt hij voort ; wekt den ijver en den moed zijner krijgs-lie ( krijgs-lie ) den door vurige toespraak en door zijn voorbeeld ; hij ademt slechts wraak . Maar al zijn pogen is vruchteloos . De aangeslagen ladders zijn verbrijzeld , en des sultans krijgers van de wallen geworpen . Ali zet zijne voordeelen voort ; hij onderneemt met een gedeelte der bezetting een uitval en stort met de snel-heid ( snelheid ) des bliksems op zijne vermoeide vijanden . Moëz trekt , wanhopend , terug , maar bereikt toch zijne legerplaats niet weder , dan nadat hij Mohamed ge-dwongen ( gedwongen ) heeft de wijk te nemen achter de muren der belegerde stad .
De nacht genaakt en zijne weldadige schaduwen doen den strijd staken . Helder en kalm is het uit-spansel ( uitspansel ) , de sterren glinsteren , en de maan spreidt haar zachtblinkend licht over die bekoorlijke land-str ( land-str ) eek , door den hemel zoo zeer begunstigd en waar de natuur behagen schept haar mildste schatten van vruchten en bloemen uittestorten : daar , zoo ergens , moest de vrede zijn eeuwigen troon hebben opge-slagen ( opgeslagen ) , indien deze ooit heerschen kon in door men-schen ( men-schen ) bewoonde oorden ! — Moëz heeft zijne tent verlaten , langzaam , in gedachten verzonken , wan-delt ( wandelt ) hij langs de oevers van den Casalmach , welks heldere en frissche wateren langs zijn kamp henen-vloeien ( henen-vloeien ) . Hij denkt aan zijn vriend . » Helaas , ik heb u voor altijd verloren . Waarde Nervan , ik hebu onder ' svijands slagen zien vallen , en heb u niet mogen wreken ! Ach , waarom ben ik niet met u gestorven ! Onze gedachten , onze gevoelens waren dezelfde ; waarom heeft ons niet hetzelfde noodlot getroffen ! Gij waart mij dierbaar , als mijn roem ! Zoraïde , zij alleen , deelde de genegenheid van Moëz met u ;... roem , liefde , oppermacht , nimmer zult ge mij het ver -
lies van mijnen vriend kunnen vergoeden .» Zoo sprak hij , en eensklaps meent hij in het duister een jonge-ling ( jongeling ) te bespeuren , in wiens houding , gangen bewe-gingen ( bewegingen ) hij met verbazing Nervan's evenbeeld gelooft te aanschouwen . « Ongelukkige vriend ,» roept Moëz uit , » is ' t uwe schim die voor mij opdaagt ? » —
« Neen , neen , het is Nervan zelf .» — « Nervan ! Gerechte hemel ! door welk wonder zijtgij gered ?... Ja , ' t is Nervan , ' t is mijn vriend , dien ik aan mijn hart druk .»
Die zoo zonder samenhang , vol verbazing uitge-sproken ( uitgesproken ) woorden werden afgebroken door de komst van een talrijk geleide . Een gezant van Mohamed nadert den sultan en spreekt tot hem :
« Dappere sultan , Ali-Mohamed heeft mij tot u afgevaardigd , ten einde u te zeggen : » Ik bedank u , Moëz , voor het onschatbaar geschenk , dat gij mij gezonden hebt ; gij hebt mij drieduizend gevangenen , die in uwe legerplaats , verre van hunne gezinnen en vrienden versmachtten , teruggezonden . Gij hebt mij mijne kinderen weergegeven ; want zoodanig be-schouw ( beschouw ) ik mijne onderdanen . O , waart gij getuige geweest van hunne vreugde , toen zij hunne ouders , hunne broeders , hunne echtgenooten en kinderen wederzagen ! Ik ben bij dat hartroerend schouwspel tegenwoordig geweest . Wee , zeide ik , wee degenen die de treffendste genoegens der natuur den oorlog aandoen . Moëz is mijn vijand , omdat hij dit heeft willen zijn ; maar ik bestrijd slechts zijne staatszucht en geenszins zijne vriendschap . Dat Nervan , de vriend van Moëz , dus tot hem terugkeere ! Vrede zij den menschen die elkander liefhebben ; laten wij Moëz niet versteken van de grootste weldaad die de hemel bieden kan : een vriend ; hem dien te onthouden zou eene misdaad zijn . Ik zend u , Moëz , ook die ontzaglijke rijkdommen terug , die gij mij hebt wil-len ( willen ) schenken . Wat zijn voor mij alle schatten der wereld ? Indien ik Amazia behouden mag , zal ik rijk genoeg zijn ; en indien ik Amazia verliezen moet , heb ik dan niet gezworen , met het volk , dat de hemel mij toevertrouwd heeft , onder de bouwvallen te zullen sneven ?...»
« Slaaf ,» sprak Moëz , « hoe kan ik de grootmoe-digheid ( grootmoedigheid ) van uwen meester beloonen ?» — « Zijne be-looning ( belooning ) is niet in uwe macht , ó Vorst .» — « Meent hij dan grooter te zijn dan ik ?» — « Hij is groot en waant niet dat hij ' t is .» — « Ik bewonder zijne deugd , maar zij moet mij niet alleen verbazen ; ik zal haar navolgen , ja misschien te boven streven .» — « Te boven streven !... zonder vleierij jegens mijn meester , durf ik wel zeggen , dat dit grootsch , maar bijkans onmogelijk zou zijn .»
— « Uw meester vreest mij .» — « Hij vreest alleen den hemel .» — « Hij zoekt mij te ontwa-penen ( ontwapenen ) .» — « Gij zijt te groot , dan dat gij dit zoudt kunnen gelooven .» — « Waarom wil hij mijn onder-daan ( onderdaan ) niet worden ?» — « Hij kan de onderdaan slechts zijn van God , die het lot der vorsten in zijne hand heeft .»
« Slaaf ,» hernam Moëz , « uwe antwoorden be-hagen ( behagen ) mij : zij zijn edel en hem die u afzond waar-dig ( waardig ) ; kom den terugkeer van mijn boezemvriendmet ons vieren , en wij , dierbare Nervan , zullenons aan de reinste vreugde overgeven . Ik heb hetonschatbaarste goed wedergevonden ; — dat alles,wat wij omringt , in mijnen heilstaat deele »
De sultan beveelt dat een prachtig feest worde aangericht ; met schitterende verlichting prijken zijne tenten , de keurigste gerechten lachen den gasten van alle zijden toe .
Tal van bekwame toonkunstenaars doen de wel-luidenste ( wel-luidenste ) akkoorden vernemen . De schoone Zoraïde
zit voor bij dit festijn , dat zij door hare tegen-woordigheid ( tegenwoordigheid ) opluistert ; vol edele bevalligheid en zwier geeft zij den toon aan , zij is vol jeugd en geest . Moëz , tusschen zijne beminde en zijnen vriend gezeten , smaakt het zuiverste en teederste genot van vriendschap en liefde .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer