Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 147

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 147
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
147
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DE OLIJFTAK .
3
zoeken , de beide vrouwen voorbijging , rolden van den schoot der schilderes verscheidene teekenpotlooden voor zijn voeten op den grond . Hij raapte ze op en , reikte ze haar toe met de eenvoudige beleefdheid van een wel-opgevoed ( welopgevoed ) man . « Ik dank u ! « zeide zij op achteloozen toon , zonder van haar werk op te kijken . Haar gezellin fluisterde haar eenige woorden toe , die zij in ' t Ita-liaansch ( Ita-liaansch ) beantwoordde . Ernst had intitsschen een vrije plaats gevonden en de klank der vreemde taal be-woog ( bewoog ) hem een blik op de beide vrouwen te slaan . Hij herinnerde zich die stemmen reeds gehoord te hebben ; het was de jongere , die gisteren avond met zooveel klem den wensch had uitgesproken om zich in een vroolijke stad te vestigen . Ernst verwonderde er zich over dat iemand , die nu met zulk een ingespannen vlijt en onverschillig voor hare omgeving teekende , op zulk een luchthartigen toon had kunnen spreken , doch deze gedachte schoot hem slechts vluchtig door ' t hoofd , en in ' t volgende oogenblik was hij weder verdiept in zijn boek . Een half uur daarna werd hij opgewekt uit zijn lekluur door een welluidenden lach . Met den arm op het smalle vensterközijn geleund , stond ginder het meisje en staarde naar buiten . Toen Ernst den blik daar-heen ( daarheen ) wendde , strekte zij juist de hand uit om meteene vlugge , behendige beweging een donkerroode roos op te vangen , die een jonge schipper haar met een zwaai van zijn hoed toewierp , terwijl zijn boot dicht langs het vaartuig voorbij gleed . Zij knikte hem dankbaar toe , verkwikte zich aan den geur der roos , beschouwde haar een poosje met peinzenden blik en reikte ze daarop haar buurvrouw toe .
"' t Is maar een heel gewoon soort ," merkte deze aan .
" Maar ' t is toch een roos ; ze behoeft niet in Perzië te zijn ontloken om mij te bevallen ."
" Ge hecht meer aan het ras , dan aan datgene wat door aankweeking wordt voortgebracht »
" Zeker ! Schoone oorspronkelijkheid boeit mij in alle zaken ."
" Zelfs in een jongen visscher !"
« Waarom niet ?" hernam het meisje met een helderen lach .
« Mais c'est une vraie beauté du diable'.n sprak een der Eransche heeren half luid tot zijn medgezel . « Je parte qu'elle est artiste — peintre , poële , actrice !«
« Il y a en elle quelque chose du demi-monde.n
« Les dames du demi-monde n'aiment pas cetie sorte de toilette.a
Deze woorden trokken de oplettendheid van Ernst dermate dat hij toeluisterde .
a Je veux faire sa connaissance a toutprix ,» vervolgde de eerste spreker , terwijl hij het meisje door zijn|lorgnet opnam .
iiJe nous souhaite bonne chance ,« hernam de tweede . Ernst verliet zijn plaats om een ander op te zoeken , alwaar hij " zich ongestoord aan zijn eigen gedachten kon overgeven . De woorden : " schoone oorspronkelijkheid boeit mij in alle zaken ,» hadden aan zijn gedachtenloop weder de oude richting gegeven .
{ Wordt vervolgd .)
EEU BRIEF VAÏT DE KAAP .
Kaapstad , Maart 1871 .
Er zijn met de jongste scheepsgelegenheden uit Enge-land ( Engeland ) \ vele lieden herwaarts overgekomen om hun geluk op ' de diamantvelden te beproeven ; men verwacht er eerlang ook uit Noord-Amerika , van waar zich o . a . bekwame mijnarbeiders uit Californië naar de Kaap hebben ingescheept .
De transportmaatschappij in zoo goed als tot stand gekomen . Bijkans al de aandeelen zijn geplaatst .' Men spreekt er van , de ossen als trekdieren door muilezels
te vervangen ,' waarvan men zich veel voordeden belooft . De tocht naar de diamantvelden en de binnen-landsche ( binnen-landsche ) handel zullen daardoor zeker worden bevorderd .
De berichten betreffende de diamantvondsten blijven zeer uitlokkend . Om van een aantal van minder belang niet eens te spreken , is er thans weder een van 52 en een van 93 karaten gevonden ; de laatste is ongemeen prachtig en de eigendom van de heeren Eoster en de Looper , van Clanwilliam . Deze steen behoeft slechts voor een enkelen in grootte onder te doen ; immers het ge-zelschap ( gezelschap ) van Natal moet laatstelijk een diamant van 107 karaten hebben gevonden , doch dit eerst stil hebben gehouden . De kostbare steen van 93 k . is in bewaring van eene bank te Klipdrift gegeven . Sedert is er een van 115 k . opgedolven .
De gezondheidstoestand in de diamant-gewesten is gunstig . Daarentegen bestaan er moeielijkheden over de gronden wier eigendom betwist wordt ; de Britsche magistraat Campbell heeft zijne rechtsbevoegdheid tot over Pniel en andere streken uitgestrekt , ' t geen in den Oranje " Vrijstraat met leede oogen gezien en waartegen reeds eene verklaring uitgegaan is .
De President van dien staat , de heer Brand , die zieh ter minnelijke vereffening van de zaak , naar de Kaapstad begeven had , om er den nieuwen Gouverneur , Sir H . Barklay , af te wachten , is naar Bloemfontein teruggekeerd .
Behalve de diamanten flikkeren velen nog andere delfstoffelijke schatten in de oogen . Men heeft het bv . eenigen tijd geleden zeer druk gehad over het vinden van goud in de Gouph-streek ; en werkelijk is er een stuk van dat metaal gevonden , doch .... men was het lang niet eens hoe het daar kwam . Sommigen meenden dat het daar nedergelegd was , als een lokvink tot het oprichten van eene " goudmaatschappij ." De regeering heeft twee deskundigen , Dr . Athelstone , en de heer Bayne naar de bedoelde plaats gezonden , ten einde het noodige onderzoek te doen . Eerstgemelde geleerde is geenszins gunstig voor de zaak gestemd , en meent dat het goud uit Californië is , hoe dan ook naar de genoemde streek overgevoerd ; de heer Baynes is nog niet geheel overtuigd en van oordeel , dat er wel degelijk goud te vinden zou zijn in een grooten gordel porphier-rots ( porphier-rots ) , die zieh onmiddellijk ten noorden van Zwartberg uitstrekt en hij veronderstelt dat het gevonden stuk goud wel door een Boschjesman zou kunnen zijn overgebracht .
Gunstiger luiden de tijdingen over het goud in het Binnenland .
De Heer Baines , de algemeen bekende schilder en reiziger in Zuid-Afrika , is te Pietermaritzburg in Natal aangekomen . Hij heeft zieh bijna twee jaren lang op-gehouden ( opgehouden ) in het land der Matabele op een onderzoekings-reis ( onderzoekings-reis ) als aanvoerder eener expeditie , uitgezonden door de " Zuid-Afrikaansche Goudondekking-maatschappij ( Goudondekking-maatschappij ) " van Londen . De Heer Baines heeft voor zijne maatschappij het recht verkregen om mijnwerken tot het zoeken van goud te openen in een distrikt aanmerkelijk ver ten noorden van de Tatin . De noorder - en zuidergrenzen van dit gebied zijn 80 mijlen van elkander verwijderd tussehen welke men de rotsgronden heeft waarin het goudhoudende kwarts wordt gevonden . Men gelooft dat het kwarts zeer rijk is aan goud . Het beste monster dat in Londen beproefd werd , leverde 60 oz . gond per ton op . Het district is tot eene matige diepte op aanmerke-lijk ( aanmerkelijk ) groote schaal bewerkt geworden op een vroeger tijd-stip ( tijdstip ) der wereldgeschiedenis en moet genoeg opgeleverd hebben om de ruwe mijnwerkers van dien tijd te be-loonen ( be-loonen ) . De Heer Baines kwam op zijn terugreis bij de Tatin aan en zegt , dat de lieden die daar wer-ken ( werken ) , slechts weinig kapitaal bezitten en alles hebben uitgegeven tot het openen der mijnen . Er zijn onder-scheidene ( onderscheidene ) putten van 50 , en een van 70 voet diep , terwijl uit verscheidene mijnen zeer goed kwarts wordt bekomen . De Heer Baines meent , dat nog onder-scheidene ( onderscheidene ) jaren lang de haven van Natal het entrepot voor de goudvelden blijven zal . Hij denkt eenige weken in Natal te vertoeven , om dan terug te kecren , ten einde in ernst aan het werk te gaan . Als een zekere waarborg voor de goede trouw der onderneming wordt
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer