Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 132

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 132
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
132
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
4
DE O L IJ F T A K .
" Geloof niet , lieve moeder , dat ik dwaas genoeg zou zijn , om Antje , zoo als ze is , tot vrouw te nemen . Zonder mij met valsche en hooge verwachtingen te vleien , geloof ik toch wel dat ik ' t in mijn betrekking verder zal brengen dan menigeen mijner ambtgenooten . Ik heb mij een groot doel voor oogen gesteld , met Gods hulp en vasten wil hoop ik het te bereiken . Mijn toekomstige stand in de maatschappij brengt mede , dat mijn vrouw de beschaving van geest en manieren bezit , die men tegenwoordig het recht heeft van de dochters van hoogcr stand te vorderen . Antje echter is , ondanks haar uitmuntenden natuurlijken aanleg , in geenen deele volmaakt . Het verhaal van de professorsvrouw heeft mij veel te denken gegeven en in den omgang met de beschaafde en uitnemende vrouwen in het huis van den president heb ik leeren inzien , welke eigenschappen haar ontbreken , welk gebrek aan kennis , welgemanierdheid en wellevendheid zieh bij haar zou voordoen wanneer zij zieh zag verplaatst in de kringen , die ik heb leeren kennen en waarmee mijn stand in de maatschappij mij onvermijdelijk in aanraking brengt . Gij ziet dus , moeder , dat ik geen verblinde dwaas ben , die niet luistert naar de waarschuwende stem van ' t verstand .
'/ Zooals gij mij schrijft , wilt gij Antje voor een half jaar bij de pachtersvrouw te Sternau in den kost doen , om haar den landbouw op grooter schaal te leeren kennen . Luister naar mijn voorstel , naar mijne bede . Laat haar t'huis totdat ik terugkom ! Als mijne aanstaande vrouw moet haar opvoeding in eene andere richting verbeterd worden . Er zijn in deze stad kostscholen voor jonge meisjes , waaraan wij haar gerust kunnen toevertrouwen ; op eene daarvan , die ik door achtenswaardige vrouwen hoog hoorde roemen , zal zij zich in den tijd van een jaar of langer alles hebben eigen gemaakt , wat zij in ons dorp zelfs onder uwe leiding niet heeft kunnen leeren . Het zal mijn trots en mijn vreugde zijn , de kosten , die daarvoor noodig zijn , uit mijne spaarpenningen te bestrijden , en ' t zij verre van mij , aan te nemen wat gij van ' t laatste overblijfsel van uw klein kapitaal in uwe opofferende liefde voor ons wellicht zoudt willen afstaan .
» Ik weet , waarde moeder , gij zult over veel bezwarenmoeten heenstappen voor dat gij er toe besluit mijnhartewensch in te willigen , maar eindelijk zullen ze tochallen opgeheven worden door het eene woord : " ik beminAnna » en het levensgeluk van uw zoon bestaat alleen inde vereeniging met haar .» —
Nog vóór zij den brief geheel had uitgelezen , ver-frommelde ( verfrommelde ) zij hem tusschen de vingers . » Hij doorliep gejaagd mijne brieven , totdat hij eindelijk den dier-baren ( dierbaren ) naam vond en toch klopte hem uit ieder woord het hart zijner moeder tegen ! Maar welke zoon geeft om zijn moeder , wanneer een lief meisje zijn geheele wezen met geweld tot zieh trekt ! Hoe zonderling , dat ik nooit vroeger aan de mogelijkheid heb gedacht ! Ik ben toch anders altijd de verstandige schoolmeestersvrouw . De menschen zeggen dat mijn zoons het verstand van mij hebben ! Jammer maar , dat een van hen — hijging altijd door voor den verstandigste — op den zotten inval kwam de dochter van een boer te willen trou-wen ( trouwen ) , die door dronkenschap en spel tot den bedelstaf kwam en juist zoo veel naliet dat zijn dochtertje als dorpsarme de gemeente tot last viel totdat haar latere schoonmoeder haar uit medelijden in huis nam en groot bracht ! Eerst heette het hij zou een presidents-dochter trou-wen ( trouwen ) , en dat zou voor zijn bevordering zeer geraden zijn geweest . Nu , de jongen was nog bloedjong ; wat doet men al niet in jeugdige onbezonnenheid ! De vrouw paste niet onder de voorname lieden ; zij maakte zich zelve en hem belachelijk en eindelijk was ' t uit met de liefde ; men zegt dat ze ongelukkig geleefd hebben en gestorven zijn . Zijn moeder had hem van den dwazen stap moeten terughouden , die verstandige meestersvrouw ! Zij heeft toch ondervonden dat het niet gelukkig is zich te ver-lagen ( verlagen ) als men trouwt zooals zij deed als jong meisje , om hare arme moeder , de predikants-weduwe met zeven kinderen , in hare zorgen te verlichten ! Ja zoo zalmen er eens in ' t dorp over spreken , en op mij komt alle verantwoordelijkheid terug . Maar ' t zal niet gebeuren !
Ik heb mijn vijf zinnen nog gezond bij elkaêr en ik zal ze gebruiken ; God zal mij bijstaan . Hij weet , dat alles geschiedt uit liefde voor mijn zoon . »
IJlings stond zij op , haalde uit een schuiflade papier en schrijfgereedschap te voorschijn en liet de pen haastig over het papier loopen . Somtijds welde er een traan op in haar oogen , doch zij wischte dien af en ging onafge-broken ( onafgebroken ) voort met schrijven , totdat de vier groote zijden van het blad vol waren . Toen legde zij de pen uit de hand en las het geschrevene over . » Neen zoo gaat ' t niet ; het zou onverstandig zijn om ' t zoo in tekleeden ! Ik moet een ander middel vinden ; er mag niets met overijling worden gedaan ./' Zij hield het blad boven de vlam en verbrandde het . Tegelijkertijd was het laatste eindje kaars uitgebrand . Buiten begon het reeds te dagen , en de eerste zonnestralen schoten in het vertrek . Zij wischte haar oogen en slapen met koud water , streek het haar glad , ruimde haar kamertje op , en ging met haar werk in de woonkamer zitten , ondanks de gewel-dige ( geweldige ) hoofdpijn , die door den slapeloozen nacht nog in hevigheid toegenomen was .
ZEVENDE HOOFDSTUK .
BE LOGEH .
Het morgenlied^van de vogeltjes in den tuin deed de kleine Anna ontwaken , en toen zij het hoofd oplichtte en zag , dat de zon buiten reeds de takken der boomen verguldde , stond zij op , kleedde zich aan , deed haar gebed en daalde zachtjes de trappen af . Onderden schoon - -geveegden ( -geveegden ) haard , dicht bij de vuurplaat , zat de kat ineengedoken en keek Anna met verslapen oogen aan , toen deze uit hout een kleinen brandstapel maakte , met staal en vuursteen vonken sloeg en met een stukje zwam in een oogenblik een knappend vuur ontstak .
" Zoo dikwijls ik de vlammen in dien haard zoo kron-kelend ( kronkelend ) zie opstijgen , komt mij in de gedachten hoe veel goed on hoe veel kwaad het vuur toch . kan aanrichten ; hoe vele ongelukken en misdaden zijn daardoor al ontstaan , als men de geschiedenis maar leest die Emanuel daarover geschreven heeft .
" Vroeger ging ik altijd weg , als de schoolmeester ons soms verhaalde dat de wilde arme heidenen , die van God noch Zijn gebod weten , hunne vijanden martelen en dood - -slaan ( -slaan ) of verbranden en daarbij groote feesten aanrichten , zelfs meer beschaafde volken hebben elkaêr te vuur en te zwaard vernield . Hoe veel gedachten wekt het in stilte ge-leerde ( geleerde ) niet bij mij op , en hoe verlang ik daar eens ernstig over te kunnen praten en mij zoo vele duistere plaatsen in de geschied-en ( geschieden ) andere boeken te laten verklaren . Wat zal hij wel zeggen als hij gewaar wordt hoeveel ik dien winter heb aangeleerd en dat mijn schrift zooveel verbeterd is !!" Zij bleef een poosje in gedachten voor het vuur staan en vergat daardoor den ketel er tover te hangen , toen de kat haar daaraan herinnerde , door zich snorrend tegen haar arm aan te vleien . " Ge verlangt naar uw ontbijt , poesje ! Maar dat gaat zoo gauw niet ; kom meê in den stal om ' t te halen ." Zij nam een kleinen emmer met blank geschuurde banden op , schoof den grendel van de achterdeur weg en ging naar den stal , terwijl de kat haar dartel springende volgde . Met een zacht geloei stond de fraaie zwarte koe van haar strooleger op en draaide den kop om naar de binnentredende . " Goeie morgen , zwartje ! Ja , ja , we kennen mekaêr wel ," riep Anna en klopte het dier op den gladden rug , terwijl de kat miauwde en in de kribbe rondsprong en snuf-felde ( snuffelde ) . " Je kon ' s nachts beter hier op de loer liggen en muizen vangen , in plaats van je witte vacht bij den haard te verzengen ! Doe waarvoor je in de wereld bent !» Met deze woorden wierp zij de kat een arm vol hooi over ' t lijf , waarvan deze zich met een paar dolle spron-gen ( sprongen ) bevrijdde . " Hoe lief zijn die dieren mij en de geheele huishouding ! Ik weet niet hoe ik ' t op de groote pacht-hoeve ( pachthoeve ) onder al die vreemde menschen en vreemde beesten zal uithou
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer