Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 130

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 130
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
130
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
2
DE OLIJFTAK .
den oorlog tusschen de volken te bestrijden eigenlijk maar half-werk , ja in den grond een vruchtelooze onderneming is , als men den oor lo g niet o v e r a 1 waar hij zich vertoont tracht uitteroeien .
De oorlog is slechts één der vormen , waar-in ( waarin ) zich de booze geesten der tweedracht , der verdeeldheid , van haat , jaloerschheid , verbittering zich openbaren . De oorlog is geen op zich zelf staand verschijnsel , maar hangt samen met allerlei andere verkeerd-heden ( verkeerdheden ) en schaduwzijden van het volks-leven ( volksleven ) , die wederom met zedelijke en gees-telijke ( geestelijke ) gebreken der enkele menschen in het nauwst verband staan .
Velen zijn van oordeel , dat de heersch-zucht ( heerschzucht ) en de dorst naar grootheid van de vorsten de voorname oorzaken zijn van den krijg , en verwachten , voor het op-houden ( ophouden ) van dezen geesel der volken , alles goeds van de beperking der vorstenmacht en van de uitbreiding der volksrechten . Het is niet te ontkennen , dat een tal van grootere en kleinere oorlogen uit de ge-noemde ( genoemde ) oorzaken zijn voortgevloeid . Als wij echter de geschiedenis van het mensch-dom ( menschdom ) nauwkeurig nagaan , zullen wij ons er wel voor wachten om alleen de vorsten aansprakelijk te stellen voor het uitbreken der oorlogen . Nationale afgunst en verbit-tering ( verbittering ) , nationaal ongeduld om grootsche wenschen verwezenlijkt te zien en derge-lijke ( dergelijke ) oorzaken meer van de zijde der vol-ken ( volken ) , hebben in vroeger en later dagen niet minder vaak het oorlogsvuur doen ontbranden , dan de roem - en hebzucht der vorsten . En wanneer wij ervanhooren hoe nog in onzen tijd de tropeeën des oor-logs ( oorlogs ) , vooral niet minder door de volken dan door de vorsten worden bewonderd ; hoe wapenpraal en krijgsmuziek duizenden in woeste geestdrift voor den krij g kunnen doen ontvlammen ; hoe geheele natiën een oor-logszuchtigen ( oorlogszuchtigen ) geest kunnen openbaren ; — zoo zullen wij overtuigd zijn , dat van eene beperking der vorstenmacht wel iets , maar niet alles te verwachten is , waar het geldt de verzekering van den vrede tusschen de volken .
De oorlog is een der ingewikkeldste vraagstukken in het leven der volken en hangt met de meest verschillende zijden van dat volksleven zoo nauw samen dat het niet aangaat uit een enkel streven of een enkel feit zijn ontstaan te willen ver-klaren ( verklaren ) . En daarom ook is van eene geheel zedelijke en geestelijke vernieuwing en hervorming van het leven der volkeren veel te verwachten , met het oog op het eindigen van den oorlog .
De geest die den wreeden krijg in het leven roept , openbaart zich niet alleen op het slagveld , maar ook in velerlei andere kringen , op onbloedige ja , maar evenzeer onheil en verderf stichtende wijze .
De oneerlijken , de schurken , de intri-ganten ( intriganten ) , de behaagzieken in fatsoenlijk zoowel als in onfatsoenlijk gewaad , voeren zij geen bedekten krijg tegen de maat-schappij ( maatschappij ) , zóó dat de schijn ' t wint van ' t wezen , het genot ' t wint van het karakter , ' t geld ' t wint van de waarheid en de liefde , en is er geen heirleger van politiebeamb-ten ( politiebeambten ) en rechters noodig om hen in be-dwang ( bedwang ) te houden en hen zooveel mogelijk onschadelijk to maken ? De staatkundige partijen , sleuren zij elkander niet op de onbarmhartigste wijze door het slijk , be-rooven ( berooven ) zij elkander niet , indien al niet van geld of goed , toch van goeden naam , van achting en gunstigen invloed ? Is de kerk niet door verschillende zienswijzen , ver-deeld ( verdeeld ) niet alleen , maar verscheurd ; staan de aanhangers der verschillende zienswij-zen ( zienswijzen ) niet vaak op de heftigste wijze tegen elkander over , smetten werpende op el-kanders ( elkanders ) goede bedoelingen , op elkan-ders ( elkanders ) karakter , smalende op elkanders de -
gelijkheid , elkander vervolgend ', vroeger met den brandstapel en het zwaard , thans met giftige verdachtmaking en beleedi-ging ( beleedi-ging ) ? De huisgezinnen zelfs , vertoonen zij niet dikwijls in het klein , wat het leven der volken in het groot doet aan-schouwen ( aanschouwen ) : naijver , die voor geen opdrij-ving ( opdrijving ) van schulden terugdeinst , valschheid , die anderen lastert om eigen karakter-loosheid ( karakterloosheid ) te bedekken , verdeeldheid , die zich in bittere verwijtingen lucht geeft , wantrouwen , dat zich in hatelijke beschul-digingen ( beschuldigingen ) openbaart , heftig krakeel , soms tot handgemeen wordens toe , strijd om de heerschappij , meedoogenloos vernielen van elkanders levensgeluk en levensuitzichtén ? Overal dus in het maatschappelijk leven vinden wij den oorlog in ' t klein , nu eens met de vuist , dan met de tong of met de pen op de meest verbitterde wijze gevoerd . En wij behoeven ons niet eens twee men-schen ( menschen ) tegen elkander over te denken ; in één en hetzelfde rnenschenhart vinden wij , even goed als in de groote menschenwereld , oorlogen en beroeringen , hevige worstelin-gen ( worstelingen ) tusschen genotzucht en plichtbesef , de hartstocht geweld plegend aan de rede , haar raad overstemmend , het levensgeluk vernielend te midden van den storm der driften , of eer en waardigheid opofferend aan het sluwe overleg , de lage eigenbaat , de wraakzucht , den gemeenen lust !
Als wij aan al deze verschillende strijd-perken ( strijdperken ) denken , aan al deze openbaringen van den geest der tweedracht , nauw met elkander samen hangend , dan blijven wij toejuichen het streven van hen die den geesel van den oorlog in ' t groot willen doen verdwijnen uit onze beschaafde maat-schappij ( maatschappij ) , maar dan zuchten wij tegelijk : welk een onmetelijk arbeidsveld voor hen die in den vollen en waren zin des woords , vredestichters willen zijn en hoe klein is tot heden toe het getal der arbeiders aan deze verhevene taak !
Ja wel verheven , mede te arbeiden om de toekomst te doen aanbreken , waarin de aarde niet meer gekleurd zal worden door het kostelijk menschenbloed ; waarin de landbouwer zijn graan zal uitstrooien in de aarde , zonder dat hij behoeft te vreezen dat de golvende halmen door ver-nielende ( vernielende ) legerscharen zullen worden ver-trapt ( vertrapt ) ; waarin de duizenden en millioenen schats nu besteed aan de volmaking van de vreeselijkste vernielings-wapenen , zul-len ( zullen ) aangewend worden ter bevordering van de volkswelvaart , van de verlichting , de beschaving , de veredeling der menschen ; waarin de stem van de hatelijke verdacht-making ( verdachtmaking ) , van den boozen laster niet meer zal worden vernomen ; waarin het vuur der wraakzucht niet meer zal branden ; waarin geen door toorn mismaakte aan-gezichten ( aangezichten ) meer zullen worden aanschouwd ; waarin geen bedreigingen meer zullen wor-den ( worden ) geuit . Bij de voorstelling dier toekomst zucht onze ziel : zoete , zalige vrede , daal neder in de wereld , in de maatschappij , in de kerk , in ons huis , en vervul daartoe allereerst elk rnenschenhart !
Als er van vrede sprake is behoort , ge-lijk ( gelijk ) in elk ander opzicht , de les van nauw-keurig ( nauwkeurig ) te onderscheiden , ernstig ter harte te worden genomen . Het is bekend dat men van allerlei goede en voortreffelijke zaken karikaturen heeft , vervals chingen , namaak - -sels ( -sels ) , waaraan men dezelfde namen geeft als aan die goede en voortreffelijke zaken zelve . Zoo gaat het ook met den vrede . Men geeft den naam van vrede dikwijls aan toestanden die der menschheid onwaar-dig ( onwaardig ) zijn , waarvan wij , in plaats van ze begeerlijk te achten , tot in het diepst onzer ziel een afkeer behooren te hebben . De menschheid en de mensch is geroepen tot krachtbetoon , tot ontwikkeling , tot leven in één woord . En alleen zulk een vrede
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer