Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 107

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 107
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
107
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DE Ü L IJ F T A K .
3
en dat zij zelve voor haar genaaid had . Om die reden bekeek zij het met genoegen en zekeren trots en was in een opgeruimde stemming , sedert de meestersvrouw het ' s morgens in haar kamertje gebracht en met vriende-lijke ( vriendelijke ) woorden overhandigd had . Zij wachtte gespannen op de komst van den oogstwagen , want Lizette , haar beste vriendin , die dit jaar bij den oogst voor ' t eerst de voorgangster bij ' t snijden en harkeu was geweest , zou den krans brengen , en het welslagen van het plechtige gedeelte der feestelijkheid lag in haar handen . Ook de blikken der overige gasten richtten zich vaak naar de door twee hooge populieren beschaduwde poort , en toen daarin de eerste roode en blauwe linten schemerden , werd ieder gesprek afgebroken en stond iedereen van zijn plaats op .
Zwaar belaên Neigt de wagen Rijk aan graan ; Bont van kleuren , Op de schoven Ligt de krans .
De knechts en meiden van de boerderij , gevolgd door de daglooners , een feestelijk in hun Zondagskleêren getooide groep , gingen vooruit . Van de seissen en harken fladderden zijden linten en strikken ; de goudgele koren-aren ( korenaren ) op den wagen waren met zonnebloemen en roode dahlia's versierd , zelfs de beide paarden , die ondanks hunne kracht den last slechts langzaam konden voort-trekken ( voorttrekken ) , waren fraai getooid met kransen van aren en bloemen om den nek . Voor den lagen steenen trap , die naar de huisdeur geleidde , bleef de stoet staan . Allen ontblootten het hoofd ; het koor : // Dankt allen , dankt nu God !// steeg in de heldere lucht op . Na het slot der tweede strofe trad de Schout voor en hield eene aan-spraak ( aanspraak ) . Hij las ze niet van ' t papier , zooals de meeste andere hoeren van ' t dorp , en ook ditmaal sprak hij nieuwe woorden , al was de zin daarvan ook dezelfde als in vorige jaren . Hij zeide , dat de zegen kwam van God , die de aarde vruchtbaarheid had geschonken , en het zaad voor hagel en overs Lrooining had beveiligd , maar de mensen mocht zich daarom niet lui er bij neerleggen en Gods water over Gods land laten loopen , maar hij moest steeds indachtig zijn aan de spreuk : // Bidt en werkt , en God zal u helpen .// De hemel had het zijne gedaan , da:irom wilden allen Hem eere geven , terwijl het volk en de daglooners de handen niet in den schoot gelegd , maar in het zweet huns aanschijns gewerkt hadden , waarvoor hij , de Schout , hun dankte en hun aandeel aan het koren niet zou beknibbelen , waarop hij amen zeide en een driewerf : // Hij leve !// ten groet ontving . Daarop sprak de geestelijke d<?n zegen uit over de boerderij , en het geheele gezelschap zong de eindregels van het aange-vangen ( aangevangen ) danklied .
Nu volgde er een oogenblik van stiite , waarin aller oogen zich op de snijdsters vestigden . Uit haar midden trad Lizette , de dochter des huizes naar voren . Op haar hark zweelde de met bladgoud en blauwe asters door-vlochten ( doorvlochten ) arenkroon , en lange rood zijden linten flad-derden ( fladderden ) langs haar neer , tot op de witte linnen mouwen van haar gekleurd keurslijf , in de linkerhand droeg zij het blanke tinnen bord met de ruikers , die zij den gasten met een // kransvers -/ overhandigen moest . Diep blozend richtte zij haar schreden , zooals het gebruik het vorderde , het eerst tot haar vader en begon met vaste stem haar gedicht . Zij was zeker ' van haar zaak , want , nadat zij de van ouds bekende , ieder jaar her-haalde ( herhaalde ) verzen , met behulp van Anna in ' t geheim met een aantal nieuwe had verrijkt , had zij dit alles een geheele week lang van buiten geleerd en zich eiken avond door haar vrienden laten overhooren . Bij de woorden :
// Ik wensch heer Vader zoo veel zegen // Als . droppels milden hemelregen ; « Zoo veel geluks in huis , op ' t land , // Als aan de zee de korden zand ,//
begon haar toon een weinig onvast te worden , terwijl de Schout kuchte en zich met den rug der hand over < ie
oogen wreef , toen het hoofd naar het bord bukte , om zijn ruikertje er af te nemen . Nog erger werd dit bij de Vrouw van den Schout , die den volgenden zegen-wensch ( zegen-wensch ) ontving :
// Dat Moeder ' t loon van hare trouwe , // Den bloei van huis en hof aanschouwe ; // Bij vriendschaps-hulp , steeds ondervind // De liefde-zorg ( liefde-zorg ) van man en kind !//
// Dat geve God !// zeide de vrouw van den Schout zachtjes en wischte haar oogen af met den tip van haar breed , wit linnen voorschoot . Bij den Predikant gekomen had Lizette weer haar vorige onbeschroomdheid terug erlangd ; zij voelde tegenover den geleerden heer het gewicht van haar taak .
// De leeraar voer zijn staf vol eere !
// Dat hij Gods Woord steeds vruchtbaar leere ,
// Met kracht en met blijmoedigheid ;
// Dat borg ' hem de eeuwige zaligheid !//
Wat Lizette tot de kleine Anna zeide verstond nie-mand ( niemand ) , en met een verlegen lachje weigerde zij Emanuel liet rijmpje te herhalen , toen hij haar daar later om verzocht . Tot de beide broeders , die toevallig naast elkander stonden , richtte Lizette een versje dat zij zelve zonder vreemde hulp gemaakt had en dat dealgemeene bewondering wekte :
// Den jongeheeren roem en eer , // Een heel mooi ambt en nog veel meer ; « Een ordekruis met lint van klink,//En nog een schatje net en flink .
// Gij zult het hoop ik beleven ,// zei Ernst half luid , toen hij zich over ' t bord heenboog om zijn ruikertje te nemen . Het behoorde tot de kleinste en was samenge-steld ( samengesteld ) uit eenigc myrthen en lavendeltakjes rondom eene roode roos geschikt , doch daarin kon geen minachting voor den jongen man gelegen zijn , want hij zag , dat de kleine Anna er juist zulk een gekregen en op haar borst gestoken had ; Emanuel glimlachte en zeide : // Op mij is dit vers niet toepasselijk , maar Lizette is een knappe dichteres en ' t zou onbillijk zijn als ze niet werd beantwoord . Bedenk u eens , Ernst , en maak een rijmpje voor haar .//
// Aan tafel zal zij ' t hooren .»
// Ik dank u wel ! Daarvoor wou ik liever zorgen ; ik laat mij mijn deel niet ontnemen .//
Eindelijk w ; erd het bord dan ledig , en half buiten adem wuifde Lizette zich met haar zakdoek verkoeling toe , terwijl haar vriendinnen haar omringden en haar geluk wenschteii , want zij was geen enkelen keer blijven steken , en had zelfs geen woord verwisseld . Men hoopte dat zij al die mooie versjes niet voor zich zou houden .
// Als ze u dan zoo bijzonder bevallen , kan Anna er eenige van voor u overschrijven ,// antwoordde Lizette gestreeld en vriendelijk . Anna was algemeen beroemd om haar nette hand .
Zij moest alle mogelijke felicitatiebrieven , ja zelfs soldatenbrieven schrijven , die gewoonlijk eerst van huis tot huis werden voorgelezen , voor dat de afzenders ze op de post bezorgden .
Up het net bestrate , zindelijk geveegde erf waren twee lange uit planken op schragen samengestelde tafels ge-dekt ( gedekt ) , de eene voor de // getrouwde lui ,// de andere voor de // jonge lui .// Aan het boveneind van de eerste tafel zat de predikant , aan zijn rechterhand de meestersvrouw , links de schout . De huisvrouw en Lizette konden er niet aan denken om te gaan zitten ; zij hadden de handen vol met de bediening . De eereplaats aan de tafel der jongelieden werd ingenomen door Emanuel , in zijne waar-digheid ( waardigheid ) van toekomstig geestelijke . Ernst had Anna verzocht naast hem te komen zitten , hetgeen zij met vriendelijke bereidwilligheid deed . Gedurende den maaltijd ging het rustig en deftig toe , want de landman beschouwt het eten als een werk en nu er zooveel en lekker te eten viel , had de muiid wel wat gewichtigers te doen
dan te praten . Het was ongeloofelijk welk een aantal dampende schotels uit de keuken van den Schout naar het erf werden gedragen en hoeveel kannen bier Hans uit de vier vaten tapte , die op een groote op haar kant gestelden aardappelkist tusschen de beide tafels lagen . De jongen kon geen oogenblik tot verademing komen . Als hij een enkele minuut wilde verpoozen en zelf een teug nemen , herinnerde het luide kloppen van een tinnen lepel tegen den rand eener aarden kan hem , dat deze ledig was , en hij snelde toe om zijn plicht als schenker te vervullen .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer