Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 105

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 105
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
105
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
G S ï I » I » I S T H I F , R B WlfiKBUB f 0 O Ê ilLH STA1BIH .
Hoofdredacteur : Ds . S . L . ten Hove , te Hoorn .
Alle stukken en brieven franco aan de Uitgevers : Gebr . Belinfante , te ' sGravenhage .
Inzending van advertentiën uiterlijk vóór Vrijdag-middag ( Vrijdagmiddag ) 2 ure .
Verschijnt eiken Zondag .
EERSTE JAARGANG - Jfc 14 . - 2 APRIL 1871 .
Bureel : Tweede Wagenstraat , 100 . ' S GEAVENEAGE .
Abonnementsprijs per kwartaal : een gulden . Franco per post in alle deelen des Rijks , bij toezending
vooraf van een postwissel a ƒ 1 . — of 20 postzegels
a vijf cents . Advertentiën : Prijs per regel 15 ets . — Abonnement
250 reg . 12 % et .; — 500 reg . 10 et .; — 1000 reg . 7 % et .
Verkrijgbaar bij alle boekhandelaren en postdirecteuren des Rijks . — Agenten in N . 0 . In&ië : BBtmiiNG en Wijt , te Batavia , en aan de Eaap de Goede Hoop : J . M . Belinfante , Kaapstad . — Met de aanneming en bezorging van Advertentiën in Euitschland , Oostenrijk en Zwitserland belasten zich de HH . Haasenstein & Vügler , te Hambure , Lubeck , ïrancfort a/M ., Berlijn , Leipzig , Uresden . Breslau,.Keulen , Stuttgart , Weenen , Praag , Bazel , Zurich , St . Gallen , Geneve en Lausanne . Voor België , Frankrijk , Engeland en Italië adresseere men zich bij G . L . Daube & Co ., 26 , Cbaussée de Wavre , Ixelles-lez-Bruxelles .
DE ACHTTIENDE BRUMAIRE .
HISTORISCHE ROMAN
VAN
SCHMIDT-WEISZENFELS .
IX . — ( Vervolgd
HET EINDE EENER HEERSCHAPPIJ .
S^Wger-Directeur !" riep hij , toen hij in de kamer trad ; //' t is wel degelijk zooals ik ' t u voorspeld heb . De heele wereld weet al , dat
• y-'Q wij van de regeering afgeworpen zijn . Die Pouché ,
CS » die booswicht — ach , ik heb altijd een afschuwvan dien ellendeling gehad ! Hij is de mede-stander ( medestander ) van Bonaparte geworden . Hij heeft proclamatiënlaten aanplakken , waarbij de burgers tot rust wordenaangemaand ; hij heeft den heelen gemeenteraad van Parijsafgezet "
" Wat duivel babbelt ge daar toch !" zoo viel Barras hem ongerust en wrevelig in de rede . " Heb ik u daarom uitgezonden ?"
" Burger-Directeur ! Ik weet nog veel meer — maar luister toch en wil mij toch gelooven , daar geschieden thans vreemde dingen , wij zijn belogen en bedrogen , ja ver-raden ( verraden ) zijn wij ! " Verraden , dat is zoo klaar . . . !"
" Cajus ," zoo voer Barras hem in toenemende opge-wondenheid ( opgewondenheid ) tegemoet . * Zijt ge bij de burgeres la Jossière geweest ?"
" Ja , wel zeker ben ik daar geweest ," antwoordde de andere , die van angst en verbittering bijkans den klos kwijt was , " of liever ik ben er niet geweest ; want , en daaruit kunt gij opmaken dat alles loos beraamd
is . . . . Die Bonaparte , ik houd dit voor zeker , vreest de burgeres la Jossière , die hem Zondag haast het spel bedorven had ; ach , had zij hem toen maar gevangenge-nomen ( gevangengenomen ) , dan zou het met ons zoo slecht niet afgeloopen zijn !"
De Directeur stampte gramstorig met den voet , zijn geduld was uitgeput .
" Kerel ," schreeuwde hij , " wilt ge mij dan dol maken ? Waar zijt gij geweest , houdje toch bij je stuk ?"
" Bij de burgeres la Jossière ," hernam Cajus , door vrees bevangen en daardoor nog meer in verwarring gebracht .
" Ach neen , toch niet ," verbeterde hij in allerijl , " toch niet , Burger-Directeur ...."
" Waar zijt ge dan geweest ?" herhaalde Barras bijkans wanhopig . " Waar dan ?"
" Burger-Directeur ," riep eindelijk Cajus in de ver-drietigste ( verdrietigste ) stemming uit , " laat mij toch uitspreken ! Ik kan uwe vraag niet zoo vlug beantwoorden . Want , weet gij , ik ging naar de kaai en wilde het huis der dappere burgeres Clemence binnentreden , toen ik eens-klaps ( eensklaps ) door soldaten werd teruggedreven ,..."
" Wat ?" voer Barras in woeste drift uit . " Soldatenin het huis van Clemence ?"
" Ja , burger-Directeur . Wel tien man , van top tot teen gewapend . Zij lieten mij volstrekt niet in het huis , nadat ik hun gezegd had dat ik de burgeres la Jossière wenschte te spreken . Dat mocht niet , meende de officier ; hij had streng bevel ."
" Onmogelijk ! onmogelijk !" riep Barras , de handen in elkander slaande en op en neer loopend door de kamer , // Wie zou dat bevel hebben gegeven ? Wie durfde het wagen ! «
Wie , burger-Directeur ? Generaal Bonaparte , die nu in Parijs den baas speelt en voor wien iedereen ook ontzag heeft ."
" Maar zeidet ge dan niet dat ge met een boodschap van mij kwaamt ?"
// Zeker zeide ik dat . Daarop verklaarde de officier mij , dat hij slechts zijn bevelhebber had te gehoorzamen en ik mij dus tot dezen moest wenden . Zijn bevel luidde dat hij niemand uit of in de woning van mevrouw la Jossière •* mocht laten gaan . En daarbij bleef het ."
" Welaan dan ," sprak Barras op vasten toon , terwijl hij zich ijlings aankleedde . " Wij zullen toch eens zien , of ik zelf dien keten niet doorbreken kan ! Mijne geliefde tot eene gevangene te maken — o , dat zal u slecht be-komen ( bekomen ) , kolonel , of wie ' t ook moge bevolen hebben ! Maar ," zoo voegde hij er zich zelf geruststellend bij , "' t zal zeker eene vergissing zijn , wellicht uit overdreven ijver voortgesproten . Zöo kan men toch niet handelen ! Ben ik dan niet nog Directeur der Republiek ? Laten we zelve eens zien , wat daar voor eene komedie gespeeld wordt .»
" Ach , burger-Directeur ," zoo hief Cajus op nieuw weeklagend aan ; " wij zijn verraden , gij zult het zien ! Die Bonaparte regeert alreeds en wij zijn , geloof ik , er niet beter aan toe dan die lieve , stoutmoedige burgeres Clemence la Jossière ."
" Hoe meent gij dat nu weer ?" vroeg Barras , die ongeduldig werd .
" Burger-Directeur ! Toen ik van de kade uaar het paleis du Luxembourg terugkwam , zag ik vlak voor mij een sterke militaire macht , ruiterij en voetvolk , bijkans een heel regement . Voor ' t . paleis maakten zij halt . Ik liep , daar ik niets goeds daarvan dacht , ijlings voort en ik herkende generaal Moreau te paard , die ' t bevel over deze troepen voerde ."
« Verder ! Verder !" zoo riep de Directeur verschrikt zijn dienaar toe .
" De troepen bezetten alle toegangen en omsingelden ' t geheele paleis ; ter nauwernood had ik nog den tijd door een zijdeurfje naar binnen te sluipen ."
nMorbleu , en daarvan weet ik niets !" mompelde Barras toornig . Hij trad naar het venster , opende het en zag
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer