Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 103

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 103
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
103
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
O E O L IJ F T A K .
i
VEREENIGING
DER
Merlanflsclie Muziet-Geschietlenis .
— = e<9-o —
Deze Vereeniging , sedert nog maar een paar jaren bestaande , heeft in dien zoo korten tijd reeds betrekke-lijk ( betrekkelijk ) veel gedaan tot het ontginnen van een gebied , waarop naburen reeds zoo veel hebben geleverd , en waarop tot het staven van Neêrlands roem in de Toonkunst nog zoo veel te doen overblijft .
Het bestuur der opgemelde Vereeniging heeft op nieuw een werk van Sweelinck aan de vergetelheid ontrukt . Het zijn zeven orgelstukken naar een handschrift uit de bibliotheek van het // Graue Kloster ,» te Berlijn , bewerkt en toegelicht door Robert Eitner , aan wiens ijver en zeldzame begaafdheid in die bearbeiding alle hulde wordt gebracht .
De heer Eitner deelde aan de Vereeniging ook mede eene bloemlezing uit Sweelinck's Chansons , eene uitvoerige kritische beschouwing over Neêrlands grooten componist en orgelspeler , en over den machtigen invloed , dien hij op zijn tijdvak en zijne talrijke kweekelingen uitoefende .
Voorts bewerkte hij de Duitsche uitgave van Swee-linck's ( Sweelinck's ) Psalmen ( met tekst van Lobwasser ), in afwach-ting ( afwachting ) dat de Vereeniging de oorspronkelijke uitgave der Pseaumes , door den bibliothecaris der Vereeniging , den heer Tiebeman , uitvoerig beschreven in de inleiding van de door haar uitgegevene Regina Coeli — en waarvan nog helaas alleen de Tenor voorhanden is — nog hier of daar in haar geheel moge vinden .
Eindelijk heeft de heer Eitner zich bereid verklaard , wanneer het nog te eeniger tijd gelukken mocht althans de quinta vox van Sweelinck's Cantiones Sacrae uit Parijs ( of van elders ) te verkrijgen , deze , met de overige , in de koninklijke bibliotheek te Berlijn aan-wezige ( aanwezige ) , tot een , ter nieuwe uitgave geordend , geheel te bewerken .
Uit een en ander blijkt reeds de groote belangstelling die de Vereeniging voor Neêrlands Muziek-Geschiedenis ook buiten ' s lands heeft opgewekt . Van Sweelinck's kunstschat heeft men in twee jaren reeds meer terug-verworven ( terug-verworven ) dan sedert twee eeuwen mogelijk scheen .
Zoo bleek weder dat gezamenlijke krachtsinspan-ning ( krachtsinspanning ) en nasporingen vruchtbaarder moeten zijn , dan die van den enkele , hoe begaafd en volhardend ook , omdat het onderzoeklievend oog niet op alle plaatsen tegelijk kan werkzaam zijn .
Dr . Heije , op een en ander in zijn woord tot in-leiding ( inleiding ) wijzende , komt o . a . tot deze gewichtige slot-sommen ( slotsommen ) :
// En thans kunnen wij reeds uit onderscheidene dier door ons , in geheel Europa opgespoorde werken bewij-zen ( bewijzen ) ( zie het Duitsehe Vorwort van Eitner ), dat « Sweelinck , met alle regt , de grondlegger der nieuwere Instrumentaal-muziek ( Instrumentaal-muziek ) mag worden genoemd ,* en dat // Bach en Haenbel , die onsterflijke lichten aan den Hemel der Kunst , niet hadden kunnen verrijzen , in-dien ( indien ) niet Sweelinck en zijne talrijke vooral in Duitsch-land ( Duitsch-land ) zetelende leerlingen waren voorgegaan ."
Zoo men weet heeft de Vereeniging ook eene voor-treffelijke ( voortreffelijke ) copie mogen verwerven van een meesterlijk geschilderd portret van Sweelinck , ' t geen zich ( als onbekend werk ) in de hertogelijke galerij te Darmstadt bevond . Daardoor is het geboortejaar van dien grooten muziekheld , waarop Nederland fier mag zijn , op 1561 — 62 gebracht , ( vroeger steeds op 1510 gesteld .)
Onder de ook reeds met vrucht beloonde onderzoekingen behooren die wegens den Leidschen componist en orga-nist ( organist ) Cornelis Schüyt , uit de 16de en 17de eeuw .
O . a . is van hem teruggevonden het « eerste boek dei-madrigalen ( dei-madrigalen ) // ter stadsbibliotheken te Danzig en te Ham-burg ( Hamburg ) , een vondst niet alleen in muzickaal , maar ook in biografisch opzicht hoogst merkwaardig . Uit de Italiaansche voorrede blijkt toch dat Schuyt in Leiden geboren is ,
dat zijn vader reeds vroeger gunsten genoot van de regeering dier stad ; en dat hij zelf , op kosten dier regeering zijne muziekale studiën in Italië volbracht hebbende , dit zijn eerste gedrukte werk aan zijne weldoeners op-droeg ( opdroeg ) , n.l . aan burgemeester en schepenen der stad Leiden , terwijl enkele der madrigalen nog bijzonder opgedragen zijn aan Johan en Arnold van Duvenvoorde , mevr . Andrea van Outshoorn en Reinout van Brederode .
Het reeds van dezen componist gevondene doet intus-schen ( intus-schen ) dr . Heije de hoop voeden , // dat ook onzen Cornelis Schuyt regt geschieden zal , als een der Nederlandsche Meesters die in den overgangstijd tusschen de 16de en 17de eeuw , den overgangstijd tusschen contrapuntische en melodische gestalte , tot de wegbereiders behoort der nieuwere toonkunst : wier rijkste bloesemkroon en rijkste vrucht zich geopenbaard heeft in een ( toch ook , door vroegere afstamming , voor een deel aan Nederland be-hoorenden ( be-hoorenden ) ) Lubwig van Beethoven .»
Genoemde Secretaris der Vereeniging vermeldt de werken van Cornelis Schuyt voor jooveel ze ten gevolge der nasporingen tot op heden bekend zijn ; van het jaar 1600 te Leiden bij Plantijn af . Doch hoe oneindig ontbreekt nog . Dat het onderzoek in plaatselijke en andere archieven er toe bijdrage , om ook deze leemten aan te vullen !
Neêrlands Kunstroem gelijk op dien van elk ander gebied te verhoogen is zijne zelfstandigheid krachtiger waarborgen , ook voor de toekomst !
~** y"*>*D£+>3 ?!>
ROSALIE EN VIRGINIE LOVELING .
In ' t vorige jaar is bij J . B . Wolters , te Groningen , een verzenbundel van de pers gekomen , die in de letter-kundige ( letterkundige ) wereld zeer wordt geprezen .
Sinds lang hebben wij geene gedichten in de Neder-duitsche ( Neder-duitsche ) taal gelezen , welke zoozeer uitmunlen door frischheid van gedachte en bevalligheid van vorm .
Deze twee vlaamsche dichteressen hebben hare eerste dichterlijke voortbrengselen in het Jaarboekje van Rens medegedeeld ; als dat Jaarboekje verscheen , waren het telkens de bijdragen der Lovelings , die het eerst werden gelezen .
Haar dichttalent is steeds vooruitgegaan . Deze begaafde schrijfsters hebben , Göthes voorschrift indachtig , in het volle menschenleven ingegrepen en slechts de natuur vertolkt . Nooit beproefden zij hare krachten aan onder-werpen ( onderwerpen ) , ten koste vanzware geestesinspanning opgebouwd . Het lied vloeit haar blijkbaar uit het hart en is niet het uitvloeisel van geestdoodenden arbeid . Zij geven de wereld , ja zelfs het alledaagsche terug , maar zij weten dat in den gepasten vorm treffend uit te drukken , dichter-lijk ( dichterlijk ) te vertellen . Bij het lezen van hare geschriften denkt men aan Pascal , die gezegd heeft , dat het beste boek datgene is , dat iedereen zich verbeeldt ook te kunnen schrijven .
De oorspronkelijkheid dezer dichtproeven is hare hoogste verdienste . De eenige bron waaruit zij putten , is het boek der natuur .
Wij bepalen ons van elk der beide gezusters , te Nevele — die ook in Nederland meer bekend verdienen te worden — een dichtproeve aan onze lezers mede te deelen .
DE EIGENDOM .
De koning spreekt : dat zijn mijn landen ;
Ik ben de Heer , ik draag de kroon ; Dat zijn mijn bergen en mijn stroomen ,
Dat is het erfdeel van mijn zoon .
De landheer zegt deez velden waren
Ons eigendom van overoud : Mijn vader erfde van zijn moeder
Deez weiden en dat donker woud .
Het knaapje toont de vogelkopjes ,
Half weggedoken in het mos , En zegt : dit nestjen is het mijne ,
Ik heb ' t gevonden in het bosch .
Als moest de mensch alleen bezitten ,
Om eigenaar en Heer Ie zijn ; Als moest steeds de een aan d'andren zeggen :
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer