Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 95
De Olijftak
beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 95
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
95
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DE OLIJFTAK .
Uit te wildernissen van Nienw-CaMoiiie .
( Met e e n e gravure .)
Ten Zuidwesten van de Nieuwe Hebriden verheft zich uit de onmetelijke diepten der Zuidzee het rotseiland Nieuw-Caledonië , welks steile rotsoevers meerendeels door groote en gevaarlijke koraalriffen omgeven zijn en slfechts weinig landingsplaatsen aanbieden . Cook heeft dit rots-en ( rotsen ) bergachtige eiland in 177 i ontdekt , en het in naam der kroon van Groot Brittanje in bezit genomen . Deze bezitting heeft echter geen groote waarde ; want , ofschoon liet eiland ongeveer eene oppervlakte van 3110 vierkante mijlen beslaat , heeft het een droogen , onvrucht-baren ( onvrucht-baren ) steengrond , een plantengroei , die wel is waar herinnert aan dien van Indië en Australië , maar wat frischheid en wasdom aangaat verre bij de andere naburige eilanden ten achteren staat , en een zeer armoedige dierenwereld .
Een bergketen , die zich met toppen van 6000 voet boven de zee verheft , geeft het eiland een woest , naar-geestig ( naargeestig ) aanzien . Even zoo ruw en woest zijn zijne bewoners , die tot den stam der Papoeas of Australische negers behooren , die nog op een zeer lagen trap van beschaving staan , maar nog altijd iets boven de inboor-lingen ( inboorlingen ) van het vasteland van Australië : ten minste hebben zij vaste woonplaatsen en hutten en bebouwen het land . Daar zij echter gewoonlijk slechts van plantenkost leven en vroeger geen huisdieren bezaten , maar toch vleesch hebben wilden , zoo waren zij menscheneters en zijn het , ondanks alle ijverige bemoeiingen van katholieke en protcstantsche zendelingen nog tot dezen tijd gebleven , want alle pogingen ter bekeering leden schipbreuk op hun mistrouwen , hunne wildheid en hunne belustheid op — menschenvlecsch . Zoo bevinden de omtreeks 60,000 oorspronkelijke bewoners van Nieuw-Caledonië zich nog altijd in een stuitender staat van onbeschaafd-heid ( onbeschaafdheid ) , dan die van de naburige // Loyalty-cilanden ,// die ook een zachtere luchtgesteldheid en een vruchtbaarder bodem hebben , voor lang door zendelingen bekeerd en tot een betrekkelijk beschaafden toestand geraakt zijn .
In den jongsten tijd is Nieuw-Caledonië , dat vroeger slechts eenzaam en verlaten was , en nu en dan door Europeesche schepen werd bezocht , cenigszins meer bekend geworden door eene poging der Eranschen om het te koloniseeren , en wel met het dubbele doel , het gebergte des eilands te onderzoeken , omdat men vermoedt dat het rijk aan delfstoffen is , en eene nieuwe poging te wagen de bevolking uit haren wilden staat op te heffen .
Uit de berichten van een wetenschappelijk Eransehman , den mineraloog Garnier , die bij deze onderneming ge-voegd ( gevoegd ) was , verneemt men , dat de Nieuw Caledoniërs een slank , lenig , volhardend en zeer hartstochtelijk , oorlog-zuchtig ( oorlogzuchtig ) en roofgierig slag van menschen zijn , zoodat Imn onderscheiden stammen in gestadigen twist en krijg leven , waarbij het allerwoedendst toegaat .
De afbeelding die wij hiervoren geven stelt een van die worstelingen voor , waarin zich tegelijkertijd de listigheid en de bloeddorst dezer wilden openbaart .
De inboorlingen vieren soms de voor de onderscheiden stammen bestemde feesten en drinkgelagen bij nacht , waarbij zij woeste oorlogsdansen uitvoeren , die zij // Pioe-pioe ( Pioe-pioe ) // noemen . Een kleine stem in de nabijheid van den mond der rivier Ponérihoeèn had zulk een feest aan-gericht ( aangericht ) en de daarvoor bestemde levensmiddelen ter feest-plaats ( feest-plaats ) bijeengebracht : ignamen , djams-wortelen , aard-appelen ( aardappelen ) , kokosnoten , visch enz . Een naburige stem had daarvan kennis gekregen en daags voor dat het feest zou worden gevierd , kwam die vijandelijke stam op kanoe's den Ponérihoeèn af en overviel de feestvierenden midden onder de toebereidselen tot den Pioe-pioe . Van beide zijden werd hevig met scherpkantige harde steenen geworpen , met boog en pijlen geschoten ; daar werden werp-spiesen ( werpspiesen ) en zelfs vuurwapenen — ook hier niet de schoonste vrucht der beschaving — gebruikt ; voorvaderlijke spiezen en strijdbijlen werden gruwzaam gehanteerd en met eene
verbittering die alle denkbeeld te boven gaat . Wel werd deaanval der roovers afgeslagen , doch niet zonder verliesvan een deel der levensmiddelen en eenige verslagenoorlogs-liedeu ( verslagenoorlogsliedeu ) , — die de vijand meesleepte om zich tehuis uit hun vleesch een lekker maal te bereiden , terwijlde verdedigers bij hun nachtfeest evenzeer de buit-gemaakte ( buitgemaakte ) lijken der nedergevelde roovers tot spijs ge-bruikten ( gebruikten )
Wel een feest van den nacht . . . den nacht der duisternis des geestes en der gevoelloosheid van hart . De aanblik van den strijd wekt huivering ; welk een moordzucht ; welk een dierlijke woestheid in den mensen !
Voor tweeduizend jaren was het in Europa , langs zijne oevers , op zijne eilanden niet anders gesteld ; beschaafdere scheepvaarders van Azië's Westland , van Europa's Zuid-land ( Zuid-land ) , zullen toen evenzeer gehuiverd hebben over de wreedheid die z;j bij de Britten , de Gallen en zoovele andere volken in hun kindschen staat aantroffen .
Het licht van eenen weldadigen godsdienst , dat eener heilzame ontbolstering brak door — maar langzaam ; en de tijd scheen soms nabij , dat een terugval tot den moord - en rooflustigen toestand van Europeesche , van Christen volken onmogelijk was .
Is wat we sedert de laatste vijf-en-twintig jaren , en vooral in het jongste halfjaar , hebben aanschouwd geschikt om tegen dien terugval te getuigen ?
Zijn ook in Europa geen nieuwe apostelen noodig , die alomme weer liefde en verzoening en vrede prediken ?
Heb - en heersehzucht , bandeloosheid hebben de knodsen en strijdbijlen , werpspiesen en steenworpen alleen ter zijde geschoven , om tot nog vreeselijker wapenen de toevlucht te nemen ; wapenen die op verren afstand treffen , gansche steden vernielen . De ten oorlog gaande Europeaan is gelukkig geen kanibaal , die zijn slachtoffer verslindt , maar dat de hongersnood zijn vijand verteert , dat de bom het teedere wicht in moeders armen aan flarden scheurt , dat de vlijt van eeuwen op een-maal ( eenmaal ) te gronde wordt geslingerd en honderdduizenden tot een ellendig bestaan worden gedoemd : — is dat ook geen nacht , te onwaardiger omdat de volken die elkaêr op den " heiligen » bodem van Godsdienst , van Beschaving , van vooruitgang der Menschlieid te vuur en te zwaand verdelgen , niet meer hebben de verontschuldiging van den woesten eilander in de Zuidzee : zij toeh weten beter , zij hadden den ouden aard voorlang geheel moeten afleggen .
-=* 3^}=^Ï>*P
Bijstand aan den Landbouw in Frankrijk .
Nog voor de vrede gesloten was , zijn liefdadige ge-moederen ( gemoederen ) er op bedacht geweest de gevolgen van den krijg voor den landbouw in Erankrijks geteisterde ge-westen ( gewesten ) te lenigen . Reeds hebben wij van de Vereeni-ging ( Vereeni-ging ) te dien einde in Nederland gewag gemaakt , onder bescherming van H . M . de Koningin opgericht . Thans schrijft de heer Drouyn de Lhuys , de Eransche Staats-man ( Staatsman ) die zich door zijne belangstelling voor den land-bouw ( landbouw ) bijzonder heeft doen kennen , een brief , gedagt . 26 Eebruari , aan de France , waarin hij met dankbaar-heid ( dankbaarheid ) de pogingen van dezen aard in verscheiden landen doet kennen , van welken brief wij hier eene vertaling laten volgen :
/' Mijnheer de Directeur , — Vergun mij van de tus-schenkomst ( tus-schenkomst ) van uw blad gebruik temaken , ten einde het Eransche publiek op de hoogte te stellen van ' t geen de vreemdelingen ten behoeve van onze landbouwers doen , die zoo zwaar door den oorlog hebben geleden .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer