Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 94

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 94
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
94
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
6
DE OLIJFTAK .
open lagen en een ruimen blik iu bet land toelieten . Op den heuveltop stond een oude lindeboom , een reusachtig gevaarte met een zeldzamen rijkdom van takken en loof .
Rondom zijn dikken stam was een houten bank aan-gebracht ( aangebracht ) , een bewijs dat de dorpelingen er van hielden onder zijn groen loofdak te gaan uitrusten . Lizette liep in het bosch naar alle kanten , terwijl Anna onder den boom stond . Zij had haar stroohoed afgezet , en de laatste zonnestralen schitterden als goud op haar blonde vlech-ten ( vlechten ) ; met het gelaat naar ' t westen gekeerd , tuurde zij onbewegelijk naar de ondergaande zon . Zij moest in diep gepeins verzonken zijn , want zij hoorde niet eens het naderen van voetstappen , en eerst toen iemand zachtjes de hand op haar schouder legde , ontroerde zij even . « Vergeef mij , Antje , dat ik u heb doen schrikken ,* sprak eene diepe , zachte stem .
" Schrikken ? Volstrekt niet ; ik wist dat gij ' t waart ,» antwoordde zij , zonder het oog van ' t natuurtooneel af te wenden . Hij streek met de hand over haar gelaat , en zeide : /' Kijk nu niet langer naar de zon , maar gun mij eindelijk ook een blik . Zijt ge bang voor mij ? Gij zijt van daag niet zoo vroolijk als anders , Antje ?«
// Hoe kan men lachen als men zulke ongelukkige ge-schiedenissen ( geschiedenissen ) hoort , zooals die van de arme Lotje ! Hoe jammer , dat ze van elkander gingen : want . in den groud hielden ze toeh veel van elkaêr ."
" Wat zoudt gij in Lotje's plaats hebben gedaan ?"
» Ik ?" zij zuchtte en dacht even na , toen hief zij met eene krachtige beweging het hoofd op en zeide met vonkelende oogen en eene vastheid in stem en gebaren , die hem verbaasde : " Ze had eerst alle mogelijke moeite moeten doen om zoo te worden dat hij zich niet over haar behoefde te schamen vóór dat ze wegliep !"
" Zij was een echt natuurkind en kon zich daarom niet anders maken , al had zij ' t ook gewild ."
" Oprechte liefde is tot alles in staat ! Ik stel mij dat ook niet zoo vreeselijk moeilijk voor ."
Hij keek haar aan en een levendige blos kleurde zijn gelaat . " Omdat gij geen echte boerin zijt ," zeide hij .
" Het kind van een boer , die zich en de zijnen door eigen schuld aan den bedelstaf bracht , ' t is üod ge-klaagd ( geklaagd ) !" hernam zij en drukte de lippen dicht op elkan-der ( elkander ) , alsof zij haar smart met geweld wilde onderdrukken .
" Toen ge tien jaar oud waart , werdt ge opgenomen door eene schoolmeestersvrouw , die de dochter was van een predikant ."
" En mij alles goeds geleerd heeft ! God zegene haar daarvoor in u en in uw broeder !// Bij deze woorden welde er een traan op in hare oogen , doch plotseling veranderde zij van toon en sprak : " Maar hoe komen we eigenlijk op al die gesprekken ? Lizette — waar blijft ze nu ? Daar komen ook de anderen den berg op .//
Zij zette haar hoed op en liep naar het bosch , van waar zij de klagende stem van Lizette vernam , die haar toeriep , dat haar kleedje zoodanig in de braamstruiken was ver-ward ( verward ) , dat zij ' t scheuren moest om los te komen . Op den heuvel aangekomen , zeide de schout de anderen vaarwel , om zijn weg voort te zetten naar het dorp Sternau , welks torenspitsen men noordwaarts boven het bosch zag uit-steken ( uitsteken ) . Ernst zeide dat hij den buurman wilde vergezellen om een brief af te halen , die waarschijnlijk voor hem op de post lag . Zijn moeder zeide op ontevreden toon : »' t Spijt mij dat we zonder u naar huis zullen moeten gaan ; en gij waart ' t juist , die de wandeling voorsloeg ."
// Verschoon mij voor dien enkelen keer , lieve moeder ," verzocht hij met een handdruk en snelde , na de anderen vluchtig te hebben , gegroet den schout na . Het kleine gezelschap bleef nog eenige minuten boven om het lachende tafereel te beschouwen en toen zij de drijvers mei hunne kudden naar het dorp zagen terugkeeren , keerden ook zij huiswaarts .
De kleine Anna hield zich met haar huiswerk bezig en wenschte de anderen reeds goeden nacht , voor dat Ernst was t'liuis gekomen . Haar kamertje lag aan de straat . Het bevatte , behalve het bed , niets anders dan een kolïcr met haar klêeren , een kast , waarin zij haar vroegere schoolboeken , bijbel en gezangboek bewaarde ; een tafel en twee krukjes benevens een voetenbankje was liet geheele huisraad , en tot versiering diende een spiegel
|| van een hand breedte , die tussehen twee kransen | rozen van bloemenpapjer aan den wit gekalkten muur Ij hing . Het eene tabouretje stond aan het venster , dat in : den vorm van een balkon naar buiten was gebouwd ; het ; breede kozijn diende voor naaitafel . Dat was de lievelings-plek ( lievelingsplek ) van ' t meisje , want de groene takken van den notenboom beschaduwden de kleine ruitjes van het venster , en wanneer men een blik sioeg op het loof , ontdekte men twee vogelnestjes , met welks bewoners zij op den I meest vriendschappelijken voet stond . De vogels kenden ; de kleine Anna , die aan ' t opgeschoven venster zittend | dikwijls om strijd met hen zong en broodkruimels voor ; hen op het kozijn strooide .
Met een lampje in de hand , trad zij binnen en grendelde de lage deur achter zich . Peinzend zette zij ; het licht op tafel , ging naar ' t venster en wilde er juist I wat uitliggen , toen haar een lichte kreet van verbazing ontsnapte . Op het kozijn lag een bloemruiker . Zij sloeg van verwondering de handen ineen , nam hem op en hield hem bij ' t licht . " Blauwe klokjes uit het bosch , zeven-blad ( zeven-blad ) , roode en gele wikken en een vreemde bloemrank , waarmee de ruiker is omwonden . Welk een heerlijke
I geur ! Ik heb ze buiten nooit gezien . En toch
ja ! ja ! het is kamperfoelie , net zooals er tegen den muur van den tuin der pastorie in Sternau groeit , dicht aan straat . Hoe zijn die bloemen hier binnen gekomen ?"
fluisterde zij . " Mijn deur was toch gesloten maar
het raam stond open !» Met het hoofd over de bloemen gebogen , bleef zij eenige oogenblikken peinzend staan . Eensklaps echter sloeg zij haar glinsterende oogen op en hare lippen lispelden een naam .
Toen de nachtwacht te middernacht de ronde door het slapende dorp maakte , en voor het huis der meesters-vrouw ( meestersvrouw ) zijn oud , godvruchtig liedje zong , was hij zeer ver-wonderd ( verwonderd ) , dat er in het bovenkamertje nog een flauw lichtje schemerde . Een oogenblik later was het verdwenen , en de kleine Anna legde zich ter ruste om verder te droomen .
{ Wordt vervolgd :)
ÖE TUINEN VAN VERSAILLES .
( Met eene gravure .)
Vele vorstelijke lustsloten hebben uitgestrekter tuinen en parken dan Versailles , maar iets in zijne soort groot-scher ( groot-scher ) en schooner dan de aanleg van de tuinen aldaar zal moeielijk worden gevonden . Die plantsoenen zijn niet zoo zeer indrukwekkend door omvang en stoutheid van ' t geheel als wel door edele schoonheid , die zelfs aan den Rococostijl niet te ontzeggen valt , en bovenal hier niet , daar die tuinen bijkans nog geheel in denzelfden toestand verkeeren , als tijdens zij door Lenötre , den beroemdsten tuin-inpenieur van zijne eeuw , zijn aangelegd .
Een ander voorrecht is , dat men ze , bij hun evenredigen aanleg , van het slotterras af bijkans geheel overzien kan .
Versailles dagteekent , zooals men weet , van de 17e eeuw , toen de edele , rijke stijl der Italiaansche Renais-sance ( Renaissance ) reeds door vele bijvoegselen en krullen verbasterd was , en daar ' t het meest grootsche en het rijkste gewrocht van den zoogenaamden Rococo-stijl is , zoo heeft het tevens als model voor al die lustsloten en paleizen ge-diend ( gediend ) , welke de meeste vorsten van dien tijd in slaafsche nabootsing van het weelderige des Franschen hofs en in blinde bouwwoede uit het zweet hunner onderdrukte onderdanen lieten stichten .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer