Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 92

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 92
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
92
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
4
DE O L IJ F ï A K .
DE SCHOOLMEESTERSVROUW EN HAAR ZOON .
Een verhaal van Marie Giese , schrijfster van : „ Zoo is ' t beschikt in Godes hand ."'
—>*»£-*<—
TWEEDE HOOEDSTDK .
DE PLEEGBROEDERS .
Weder was ' t avond geworden , en evenals den vorigen dag neigde de zon ten ondergang . Aan de ronde si oenen tafel , beschaduwd door het loof van den notenboom , was een klein gezel-schap ( gezelschap ) bijeen . Op de houten bank niet hooge leuning zat de meestersvrouw met haar oudsten zoon , en tegenover hen op rieten stoeltjes zaten Anna en haar brumoogige vriendinLizette , de dochter van den schout . Voor hen op de tafel lag een stukje krijt , waarmede zij van tijd tot tijd kleine kruisjes op de tafel teekenden . om hare aandacht , zonder nadeel voor haar werk , een brcikous , op iets anders te kunnen vestigen . De mces-tersvrouw ( mces-tersvrouw ) voerde de naald zonder op te zien , terwijl haar zoon uit een boek voorlas .
» Een , twee , drie , vier —; pas vier kruisjes ! Wel Anna ge zijtvan daag al bijzonder traag . Ik ben al aan mijn zevende kruisje . Wat scheelt u toch F » fluisterde Lizette .
Ernst keek even over de tafel heen naar de meisjes , doch ging voort met lezen . Na verloop van nog geene vijf minuten legde hij het boek neder en vroeg : // Bevalt u die geschiedenis niet ?»
" Neen ,» riep Lizette . « Die Lotje was een gekin , dat ze dien heer nam . Ze had moeten bedenken , dat alleen laken van één kleur bij elkander past . Ken boerenmeisje kan ook nooit de vrouw van oen professor worden . En om de waarheid te zeggen was die mijnheer toch een ellendige korel , dat hij haar niet rustig in ' t dorp liet . Als verstandig man moest hij toch weten , dat zij niet in zijn kringen t ' huis behoorde ."
» Hij dacht dat zijne liefde sterk genoeg zou zijn om al de zotheden on domheden te trotseeren , die zijn vrouw kon begaan . Zoo gaat het diegenen die lichtvaardig denken over den gewichtigsten stap huns levens ," hernam de moeder .
Ernst hield de armen over elkan-der ( elkander ) geslagen en tuurde naar de tak-ken ( takken ) , die zich boven de hoofden der beide meisjes welfden . Er lag eene sombere uitdrukking in zijne oogen , en eindelijk zeide " ij ° P gejaagden toon : * De | mijnheer wist niet wat ware ' iofde was ; daarin lag ' t ongeluk ! Hij verdiende niet de schoengespen van Lotje los te Hiaten .»
Met gebogen hoofd breide Anna voort alsof zij Lizette
tegen eiken prijs wilde inhalen . Deze schoof haar stoel
dichter bij dien van Anna , wierp een onderzoek enden
blik op haar breiwerk , on riep : « Maar Anna , ge breit
daar een heelen toer averechtsche fteken in den kous !
w Slaap t^^d roomt ge|gag?*^meisje kleurde sterk , wierp
bei werk op tafel , sprouw stafbaar st . óT'ót >- en snelde
door do struiken ach \ m onder het venster
van ' i vertrek dor brouitverkorene ' , 0 pt ge heen , Anna ://
riep Ernst , die haar n . ^~^~ ~ volgde . jffae zo ~
Ik moet Emanuel
- id ?
, h lokken , hij zit dasr
binnen te suffen over zijn boeken , terwijl wij hier de frisschc lucht genieten .»
" Hij laat zich niet gaarne afleiden]van zijn studiën voor ' t examen on vergeet daarvoor al ' t andere . Ik kan hem dat niet kwalijk nemen ; heef l hij die eenmaal achter den rug , dan is bij dos te vrijer ."
" Emanuel !» klonk de heldere stem van de kleine Anna onder ' t venster . Zij kreeg geen antwoord . » Houd u nu maar niet dool ', Emanuel .»
« Laat mijnheer den candidaat met rust ! die houdt er ' t meeste van als hij met zijn geleerdheid alleen gelaten wordt ;» fluisterde Lizette .
» Ik zal hem wol naar buiten krijgen ,» antwoordde
Anna , terwijl zij een klein steentje van den grond opnam en door het open venstor in de kamer wierp .
» Heb dan toch eventjes geduld , ondeu-gendkindNriep hij naar buiten . « Wie . is dat kind ? Zij of ik ? Ha , ha ! kinderen van twintig jaar ! Kom toch in de lucht , mynheer de predi-kant ( predikant ) , on verklaar ons eens wanneer de tijd is dat de mensch de kinderschoenen uittrekt !»
» Ik wist niet d»t^\j daar ook waart , Lizette . ïCeem ' t mij niet kwalijk .»
Anna was intusschen \(.< wa ' t smalle uitstek van den lagen muur opgckloutcrd , en terwijl zij met de hand het vensterkozijn vatte en don eenon voet op Lizette's uitgestrekte rechterhand leunde , kon zij'gemakkelijk oen blik werpen in het studeervertrek . Emanuel zat aan zijn lessenaar en met het gelaat ' over een Jblad papier ge-bogen ( gebogen ) . schreef hij ijverig naast hem lag de openge-slagen ( opengeslagen ) bijbel .
^ Vergeef mg , Emanuel ,» sprak zij ; "* ik wistnietdat
ge in Gods Woord studeerde .» Zachtjes liet zij zich weer naar beneden glijden en trok Lizette mot zich voort naar haar vroegere plaats .
» Ze praten waarlijk nog over die dwaze geschiedenis ,'/ zei Lizette ' t hoofd schuddend , terwijl zij naar de deur kook , om te zien of Emanuel nog niet kwam .
» Er ligt zeker voel waarheid in ' t geen gij over geestbe-schaving ( geestbeschaving ) zegt ,» ging de meestersvrouw voort , » doch de voorbeelden van het , werkelijke leven bewijzen , dat het in latere jaren vreeselijk . moeielijk is , betere manieren , ware wellevendheid aan te leeren , ook al mogen hart on geest nog zoo beschaafd zijn . Die vormen moeten tegelijk met den mensch opgroeien , anders blijven zo altijd gekunsteld .»
DE TUINEN TE VERSAILLES ( Zie blz 6 ).
». la , verbeeld u maar eens , mijnheer Ernst , hoe ' t u zou bevallen , als gij eens minister wierdt en uwe vrouw zou niet eens een behoorlijke neiging weten te maken voor de hooggeplaatste heeren in ' t land , die gij aan tafel moet noodigon r » riep Lizette lachend .
» lk neem geen vrouw , die zich aan zoo iets zou kun-nen ( kunnen ) schuldig maken ,» antwoordde hij op vroolijken , nadrukkelijken toon . De moeder glimlachte heimelijk en Emanuel , die zich intusschen bij ' t gezelschapj had e-c-voegd ( e-c-voegd ) , zeide :
a Daarvan ben ik overtuigd ! Ernst hecht veel aan de vormen en weet alles wat daartoe behoort . Ik heb hem genoeg te stellen gegeven met mijn vergrijpen tegen de fijne manieren .»
Op vluchtigon , maar vriendelijken toon antwoordde Ernst : » lk ben tevreden over mijn scholier . » Met deze woorden stond hij op en zeide , : » Laat ons een wan-deling ( wandeling ) maken naar don berg in ' t bosch . Het uitzicht van daar is in den schemeravond zoo prachtig .-/
Allen stomden daarin toe , en toen Anna een vragenden blik tot de meestersvrouw richtte , zeide deze : » Gij kunt meegaan , mijn kind . Sluit de huisdeur maar en zet den stal open , zoodat de koe niet buiten behoeft te staan , ingeval ze vóór ons naar huis komen mocht .»
Zij ging vooruit mot Ernst , terwijl Emanuel wachtte , totdat de meisjes hare groote brune stroohoedon opgezet en hot bevo ! hadden uitgevoerd .
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer