Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 76

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 76
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
76
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
DE OLIJFTAK .
EEN OERWOUD IN FRANSCH GUYANA .
( Met een e gravure .)
Fransch Guyana , meer algemeen bekend onder den naam Cayenne , en aan Neêrlands sclioone West-Indische volkplanting Suriname grenzende , heeft bij ons Europeeërs een slechten naam , zoowel wegens zijn ongezonde luchtge-steldheid ( luchtge-steldheid ) , als wegens zijne inrichting tot strafkolonie . Reeds tijdens de eerste Fransche omwenteling of liever de daaruit voortgesproten dictatuur werd eene menigte tegenstanders der-waarts ( derwaarts ) verbannen , die het toen-malige ( toenmalige ) bewind in den weg waren ; en nu sedert een tien-of twaalftal jaren , nadat de bagno's en tucht-huizen ( tuchthuizen ) in Frankrijk waren afge-schaft ( afgeschaft ) , is de bevolking van daar onder anderen naar die straf-kolonie ( strafkolonie ) overgevoerd , ten einde de gronden te bebouwen die voor de gezondheid van den Europeeër zoo verderfelijk zijn .
Uit een ander oogpunt evenwel is Fransch Guyana een der merk-waardigste ( merkwaardigste ) landen van Zuid-Ame-rika ( Zuid-Ame-rika ) , want het plantenleven ont-wikkelt ( ontwikkelt ) daar , zoo dicht bij den evenaar en in een doorhonderde waterstroomen besproeid land , met eene zeldzame weelderigheid , pracht en grootschheid . Guyana is de bodem waarde Victoria regia en de haar verwante reusachtige waterrozen te huis behooren , en , wanneer deze uit-drukking ( uitdrukking ) gepast ware , zou men kunnen zeggen , dat het schoon-ste ( schoonste ) gedeelte zijner plantenwereld eigenlijk van tweeslacbtigen aard is , namelijk dat die gewassen te-gelijk ( tegelijk ) in ' t water en in de aarde tieren . De rivieren en hare ver-takkingen ( vertakkingen ) in Fransch Guyana zijn toeb door de geregelde afwisse-ling ( afwisseling ) van regen , welke men in die gewesten heeft , vaak aan over-stroomingen ( overstroomingen ) blootgesteld , en juist na deze vertoont het geheele plantenleven der pas onder water gezette gronden eene onbeschrij-felijke ( onbeschrijfelijke ) kracht en snelheid van wasdom , die zelfs in Brazilië , onder gelijke graden breedte , zuidwaarts van den evenaar niet schooner kan zijn .
Ten einde onzen lezers eeniger-mate ( eeniger-mate ) een denkbeeld biervan te geven , voegen wij hierbij eene afbeelding van een klein gedeelte
van een oerwoud van Cayenne , aan de oevers der Rivière de la comté de Gennes , een zijtak als ' t ware van de Cayenne-rivier , nagenoeg ter plaatse , waar zich de invloed van beenvloed op de binnen-wateren ( binnenwateren ) niet meer gevoelen laat . De // Comté-rivier ,// zoo als men die heden ten dage eenvoudig weg noemt , wordt regelmatig door kleine stoomschepen bevaren , die de gemeenschap tusschen de hoofdstad en de aan die rivier gelegen straf - en landbouw-koloniën St . Augustin en St . Marie onderhouden . De stroombedding van de Comté is zoo smal , zoo diep ingesneden en zoo rijk aan aller-lei ( allerlei ) bochten , dat de vaart hier met ongeloofelijke moeielijk-heden ( moeielijk-heden ) gepaard gaat . Maar juist daarom kan men zich niets meer grootsch noch meer schilderachtig denken dan die zich naar alle zijden weelderig uitslingerende tropische plantenwereld die zich aan hare oevers ten
toon spreidt , en zelden of ooit heeft men onder de keer-kringen ( keerkringen ) , van schepen af , een leerrijker en belang-wekkender ( belangwekkender ) gezicht op het oerwoud en zijn planten-leven ( plantenleven ) . Op het dieper gelegen stroomgebied , waar het water onder den invloed van eb en vloed nog brak is , is de bodem zoo dik met riet en hout bezet , die door millioenen slingergewassen zoo dicht verbonden en in-eengeward ( in-eengeward ) zijn , dat alleen de tapir en het zwijn zich daar een doortocht weten te verschaffen ; ter nauwernood echter verliest het water zijne brakheid , of die twee-slachtige ( tweeslachtige ) wasdom van dwergboomen en struikgewassen verdwijnt om voor de reuzenboomen van ' t oerwoud plaats te maken , die zich hier met de heerlijke Mauritius -
palmen en andere verwante boomgewassen vaak zoo dicht bij elkander bevinden , dat zij van beide oevers elkaêr hunne kroonen toeneigen , hunne armen door elk-ander ( elkander ) slingeren en door de tegen en rondom hen groeiende lianen , klim - en slingerplanten een levend groen gewelf van de grootste verscheidenheid van vormen en vol van de kleurigste bloemen en vruchten opleveren . De kostbaarste houtsoorten , de heerlijkste bloeiende gewassen , allerlei palmsoorten onderscheiden deze streek van Fransch Guyana , waar de vestiging van mensehen eerst in hare opkomst en de bevolking nog zoo gering is , dat er dikwijls op een dozijn vierkante mijlen nauwe-lijks ( nauwelijks ) honderd personen zijn te vinden , en de eenige wegen tot onderling verkeer nog slechts de tallooze rivieren en hare vertakkingen zijn .
De ruïne m de aMü Holyrood Mj Eöinlum .
( Met eene gravure .)
Ten oosten van de heerlijk gelegen stad Edinburg , achter de wijk van Canongate , sedert Walter Scott's verhalen zoo-vermaard ( zoovermaard ) geworden , prijkt aan den voet van de zich hoog verheffende rots ( die den naam van // Arthur's Seat // draagt ), het paleis Holyroodhouse , dat wil zeggen het paleis van ' t heilige kruis , de oude zetel der Scbotsche
koningen . Koning David I had hier , omstreeks het midden der twaalfde eeuw , eene abdij gesticht , waaromtrent de Schotsche legende het volgende verhaalt :
Genoemde koning van Schotland bevond zich , niet verre van Edinburg , in ' t woud van Drumsheuck , ter jacht , ' t Hert , dat hij vervolgde , toonde zich op eens strijdlustig en wilde den vorstelijken jager ter neder-stooten ( nederstooten ) , toen plotseling een zilveren kruis door een engel aangedragen werd , waarop ' t verwoede dier de vlucht nam en koning David gered werd . ' t Was ter herinnering aan zijne redding dat hij zich beijverde hier een abdij te stichten , die hij den naam van ' t // Heilige Kruis »' gaf .
Menigwerf werd dit gesticht , het verblijf van eene broederschap van kanunnikken , door de rampen van den oorlog geteisterd . Eduard III plunderde haar in 1332 uit ; Richard II deed haar in 1383 in brand steken ; spoedig weder opgebouwd , trof haar gelijk lot in 1544 , en in de verdere oorlogen met de Engelschen ondervond zij nieuwe wederwaardigheden . Ten gevolge daarvan zijn nog slechts de bo uwvallen der kerk staande gebleven , die op nevensgaande gravure zijn voorgesteld , en daarnaast werd een trotsch palcis gebouwd , dat echter ook in 1544 door de Engelschen werd in brand gestoken , zoodat men nog alleen bet noordwestelijke gedeelte van ' t gebouw in zijne oorspronkelijke gedaante bewonderen kan . Jacob ' V bouwde het paleis weder op , dat daarna onder anderen tot verblijf strekte aan koningin Maria Stuart en haar
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer