3081 Archief van de Geërfden (dorpsbestuur), vanaf 1810 Dorpspolder, Rossum, 1680 - 1838
3081
Archief van de Geërfden (dorpsbestuur), vanaf 1810 Dorpspolder, Rossum, 1680 - 1838
Inleiding
2. Archief
3081 Archief van de Geërfden (dorpsbestuur), vanaf 1810 Dorpspolder, Rossum, 1680 - 1838
Inleiding
2.
Archief
laatste wijziging 03-12-2013
De archieven van de dorpspolders in het Polderdistrict Bommelerwaard boven de Meidijk zijn overgedragen aan dat polderdistrict na de opheffing van de dorpspolders in 1954. Ze zijn toen beschreven door R.A.D. Renting in een tweetal getypte inventarissen: 'Inventaris van het oud-archief van de dorpspolders in het Polderdistrict Bommelerwaard boven de Meidijk 1600-1838' en 'Inventaris van het nieuw-archief van de dorpspolders in het Polderdistrict Bommelerwaard boven de Meidijk 1838-1954'. Die laatste inventaris is later nog aangevuld met twee supplementen. De beide inventarissen en de beide supplementen werden voorzien van ieder een afzonderlijke doorlopende inventarisnummering.
In feite was die werkwijze wat ongelukkig. Ten eerste ging het om meerdere afzonderlijke dorps(polder)archieven. Ten tweede was de aanduiding oud-archief van het Polderdistrict Bommelerwaard boven de Meidijk een anachronisme, omdat dat district pas werd ingesteld in 1838. Ten derde was er voor 1810 feitelijk sprake van archieven van de dorpen / geërfdenorganisaties en niet zozeer van archieven van dorpspolders uitsluitend belast met de lokale waterstaatszorg. De archieven bevatten veel meer dan stukken over lokale waterstaatszorg. Zo treffen we stukken aan over kerkelijke aangelegenheden, onderwijs, armenzorg, verkeer en vervoer, militaire zaken, enz. enz. De aanduiding 'dorpspolders' werd ook pas officieel geïntroduceerd in de reglementering bij de invoering van het genoemde rivierpolderreglement. Door het streekarchief is als naam voor het archief gekozen voor 'Archief van de geërfden (dorpsbestuur), vanaf 1810 dorpspolder, Rossum 1680-1838'.
P.J. de Jong, secretaris van het Polderdistrict Bommelerwaard van 1969 tot 1978, is in de jaren zeventig van de vorige eeuw begonnen om de archieven te herstructureren, maar dat werk is slechts voor de helft klaargekomen. Hij besloot de archieven per dorpspolder te gaan ordenen en de scheiding in 1838 te laten vervallen. Hij begon met het samenvoegen van de stukken uit beide inventarissen en beide supplementen tot inventarissen per dorpspolder en met het hernummeren van de stukken per dorpspolder. Zo bewerkte hij de archieven van de dorpspolders Aalst, Ammerzoden, Bruchem, Delwijnen en Driel. De rest van de archieven - Gameren, Hedel, Nederhemert, Rossum, Zaltbommel en Zuilichem - werd niet bewerkt, alhoewel De Jong daar al wel voorbereidingen op papier voor had getroffen (zie voor het werk van De Jong het Archief van het Polderdistrict Bommelerwaard 1969-1981, archiefblok 3067, nr. 3067/47).
Die situatie was nog onveranderd toen de archieven in 1982 onder het beheer kwamen van het Streekarchief (toen nog Streekarchivariaat) Bommelerwaard. Door het streekarchief werd besloten niet door te gaan op de door De Jong ingeslagen weg om de scheiding in 1838 ongedaan te maken. Als er al een cesuur aangebracht had moeten worden zou het eerder voor de hand hebben gelegen om die te leggen in 1810 toen de moderne burgerlijke gemeenten tot stand kwamen en veel taken van de geërfdenorganisatie bij die gemeenten terecht kwamen of inderdaad in 1838 toen het Rivierpolderreglement van kracht werd. Alhoewel de 'boedelscheiding' aanvankelijk nog erg onduidelijk was, en sommige taken pas ver in de 20e eeuw naar de gemeenten overgingen, beperkten de taken van de geërfdenorganisaties zich steeds meer tot louter lokale waterstaatszorg. De zorg voor de bandijken in de Bommelerwaard boven de Meidijk was overigens vanaf de Middeleeuwen altijd al opgedragen aan de Hoge Dijkstoel van de Bommelerwaard en - voornamelijk in de hoge heerlijkheden in de Bommelerwaard - aan enkele particulier dijkstoelen (zie voor de archieven van die dijkstoelen archiefblok 3052).
Door het streekarchief werd besloten de verdere bewerking van de archieven ter hand te nemen. Om praktische redenen werd de door De Jong afgesplitste archieven van de dorpspolders Aalst, Ammerzoden, Bruchem, Delwijnen en Driel gehandhaafd. Ten aanzien van de overige dorpspolders werd besloten om twee archiefblokken per dorpspolder te maken, een tot 1838 en een vanaf 1838. Daarbij werd voor de blokken van vóór 1838 de oude nummering uit de inventarissen van Renting gehandhaafd omdat die nu eenmaal na 1954 in veel literatuur is gebruikt. Wel veranderde het archiefbloknummer en werden met hoge nummers de aanwinsten sinds de inventarisatie van Renting verwerkt.
De inventaris van Rossum over de periode 1680-1838 was dus nog niet door De Jong bewerkt. De beschrijvingen zijn in 2013 door streekarchivaris J. Buylinckx gemoderniseerd en verduidelijkt en in een modern databasesysteem ondergebracht.
Het archief is slechts fragementarisch bewaard gebleven, mede door een brand in het huis van poldersecretaris Gerrit van Avezaat in 1804. Een verslag van die brand is opgenomen in het poldersignaat (nummer 3081/1265)/
Het archief werd in 2013 (opnieuw) materieel verzorgd, van zuurvrije omslagen en dozen voorzien en geëtiketteerd.
Het archief beslaat 0,12 strekkende meter. Aan de openbaarheid zijn geen beperkingen gesteld.
-
Jan Buylinckx, 2013.
laatste wijziging 23-10-2020
23 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 23-10-2020
23 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1680 - 1838
Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Omvang in meters:
0,12
Categorie:
laatste wijziging 23-10-2020
23 beschreven archiefstukken