Archieven

 

Uw zoekacties: Archief van het gemeentebestuur van Deil, 1811 - 1977

1509 Archief van de gerechtsbank van de hoge heerlijkheid De Marsch, 1604 - 1810

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
2. Context
2.2. Institutionele geschiedenis
1509 Archief van de gerechtsbank van de hoge heerlijkheid De Marsch, 1604 - 1810
Inleiding
2. Context
2.2.
Institutionele geschiedenis
De hoge heerlijkheid De Marsch hoort tot de Neder-Betuwe en werd omsloten door de hoge heerlijkheid Lienden. Het maakte van 1811 tot de gemeentelijke herindeling in 1999 deel uit van de gemeente Lienden en sindsdien van de gemeente Buren. De heerlijkheid grenst ten noorden aan de Rijn.

Waarschijnlijk heeft De Marsch van oudsher aan de noordzijde (Utrechtse zijde) van de Rijn gelegen en zou onderdeel zijn geweest van Rhenen. De ingezetenen hoorden van oudsher ook tot het kerspel Rhenen en is uiteindelijk pas na de Reformatie kerkelijk tot Lienden gaan behoren. * 

De schout van Rhenen heeft in De Marsch zeggenschap gehad en keizer Karel V heeft in 1531 De Marsch als Utrechts (Stichts) grondgebied aangemerkt. Maar het recht van de Utrechtse bisschop op De Marsch werd betwist door de Gelders landheer en zo werd De Marsch tweeherig. De rechtbank bestond uit een Gelderse schout en twee Gelderse schepenen en een Stichtse schout en drie Stichtse schepenen. De Stichtse schout zou echter tijdens rechtszittingen het voortouw hebben genomen en het woord hebben gevoerd. Daarom werden de schouten respectievelijk de sprekende en de zwijgende schout genoemd. In 1653 werd bepaald dat van de vonnissen van De Marsch beroep open stond op gemachtigden uit de hoven van Gelderland en Utrecht. Maar de halfherigheid bleef van tijd tot tijd problemen opleveren. Pas bij Staatsbesluit van 21 december 1805 werd De Marsch definitief Gelders grondgebied.
De schepenbank van De Marsch sprak recht volgens de "Constumen en Rechten van den lande van Utrecht". Het gericht wees ook recht in criminele zaken. De gevangenen werden in afwachting van het proces gevangengehouden in Rhenen, maar terechtgesteld in De Marsch.

Problemen veroorzaakte ook de vraag waar veroordeelden in beroep konden gaan, bij het Hof van Utrecht of bij het Hof van Gelre en Zutphen? In de 17e-eeuw bewaarden beide hoven dat ze beroepsinstantie waren. Hoe het vroeger was geregeld kon niemand vertellen. Een tijdlang werden appèlzaken behandeld door gecommitteerden uit beide hoven, maar het leidde niet tot een langdurige bevredigende oplossing. Ook een systeem van toerbeurten tussen beide hoven, hield geen stand. Al met al gaf het veel onduidelijkheid. Vermoedelijk accepteerden partijen op den duur dat appèl van sententies van het gericht niet mogelijk waren.

Kenmerken

Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Openbaarheid:
Onbeperkt
Omvang in meters:
1,6
Opmerkingen:
Archieven van plaatselijke en regionale gerechtsbanken van voor 1811 worden ook (oud) rechterlijke archieven (ORA) genoemd. De rechtsprekende instelling wordt ook schepenbank, gerichtsbank of vierschaar genoemd.