Appelenpap

Appelenpap
Op 6 december 1318 kreeg Culemborg stadsrechten van heer Johan van Bosinchem. De stad mocht zichzelf besturen en kreeg tolvrijheid, maar moest in ruil militaire steun bieden. De stadsmuren en grachten, gebouwd ter bescherming tegen rondtrekkende bendes en oorlogen, dateren uit de 14e eeuw. De Binnenpoort, ooit de Lanxmeerse poort, verbond later de oude stad met de ‘Nieuwstad’.

Papklok Culemborg
Elke avond luidt om 21.50 uur de papklok in de Barbarakerk, vroeger een signaal voor het sluiten van de stadspoorten om 22.00 uur. Landarbeiders haastten zich naar huis, aten nog een bord pap en gingen slapen.

Appelenpap
Vermeldingen uit Kranenburgia (1300-1700) beschrijven appelenpap als een traditioneel gerecht naast roggebrood en boekweitpap. Onderstaand recept komt uit Betuwse Beloften van Marie-Jan Ousen.

Recept: appelenpap uit de Betuwe

Voor 6 personen

750 gram zure appels  
300 gram bloem
2 liter karnemelk
eventueel anijspoeder
Bruine suiker of stroop


Schil de appels en snijd ze in grove stukken. Verwijder de klokhuizen. Kook de stukken, op een laag vuurtje, in weinig water tot moes. Voeg de gezeefde bloem toe aan de koude karnemelk en roer er anijspoeder naar smaak door. Vermeng de bloempap langzaam met de gekookte appels. Pas op dat de bloem niet gaat schiften en breng alles nog een keer aan de kook. Serveer de warme pap met bruine suiker of stroop.

Tip: Om de pap nog feestelijker te maken werd er ook wel ‘boerenjongens’ of ‘boerenmeisjes’ aan toegevoegd.