3190 Archief van de gerechtsbank van de hoge heerlijkheid Alem, 1685 - 1810
Uitleg bij archieftoegang
Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.
Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:
• Kenmerken van het archief • Inleiding op het archief • Inventaris of plaatsingslijst • Eventueel bijlagen
De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.
De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.
De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.
Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.
3190
Archief van de gerechtsbank van de hoge heerlijkheid Alem, 1685 - 1810
Over de lotgevallen van de hier beschreven archieven is weinig bekend. Het oudste stuk dateert uit 1685. De oudste vermelding van schepenen van Alem, die tot op heden werd gevonden, dateert uit 1359. * Er ging dus veel verloren van de oudste periode. Duidelijke aanwijzingen over verlies van grote hoeveelheden archiefstukken zijn tot op heden niet gevonden, maar het is niet onwaarschijnlijk dat veel van het archief verloren is gegaan bij een van de vele dijkdoorbraken waar Alem in de loop van de eeuwen door werd geteisterd. Bekend is dat in 1470 een belangrijke akte uit 1341 waarbij de hertog van Brabant de 'gemeynt' uitgaf aan de inwoners van Alem doorweekt was geraakt ten gevolge van een overstroming. *
Als bijlagen bij de inventaris van het Dorpsarchief van Alem 1650-1810 (RAR, toegang 3105) zijn uitgebreide geannoteerde lijsten van dorpsfunctionarissen opgenomen, waaronder lijsten van schouten en schepenen. Digitaal in te zien op de website, ook gepubliceerd in: Buylinckx 1990.
Spierings, De heerlijkheid, II, p.174.
Bij de beëdiging van Willem Folkert Frijlinck tot secretaris van het dorpsbestuur / schepenbank begin 1794 werd afgesproken dat een kamer in zijn huis als secretarie dienst zou doen. Daar zou ook 'de kast' worden geplaatst. * Waarschijnlijk bevatte die kast ook stukken die behoorden tot de archieven van het dorpsbestuur, de schepenbank (daar zal toen nog geen onderscheid tussen gemaakt zijn) en de dijkstoel. *
Frijlinck werd net als zijn voorganger Nicolaas Versfelt niet alleen secretaris van het dorpsbestuur, maar ook dijkgraaf en dijkschrijver.
In 1800 berichtte het dorpsbestuur aan het Departementaal bestuur van de Dommel dat de archieven waren geordend en beschreven op lijsten. * Deze zijn bij de inventarisatie van het archief van het dorpsbestuur niet meer aangetroffen en tot op heden ook niet in dit rechterlijk archief. Bij het aantreden van secretaris Godefriedus van Amelsvoort in 1805 bleek dat in het pand dat dienstdeed als secretarie en school te weinig ruimte was om alle "charters, boeken en documenten" goed te bewaren. Bovendien was er onvoldoende ruimte om de vergaderingen van het gemeentebestuur te houden. Een oplossing werd gevonden door voor de school een ander onderkomen te zoeken. *
RAR, toegang 3105, Archief Dorpsbestuur Alem 1650-1810, inv.nr. 5, f. 1, 29-8-1800: "Wij zijn dus verre met het inventariseren der archieven, boeken en papieren op onse secretarie berustende gevordert dat wij deselve papieren hebben doen sorteren, en daar van de respective lijsten reeds in klad doen opmaken, zoodat aan dat werk niet meer overig blijft, als om de lijsten in het net te laaten brengen, en waar meede ten eerste zal begonnen en zo spoedig mogelijk volbragt worden."
RAR, toegang 3105, Archief Dorpsbestuur Alem 1650-1810, inv.nr. 5, f. 156, 27-7-1805: "Voorts is de gemeente met den secretaris voorsegt [G. van Amelsvoort] overeengekomen om den tegenswoordigen schoolonderwijzer H. den Molenaar te proponeeren [voor te stellen] een locaal ten huize der gebroeders Tucker te occuperen [in gebruik te nemen], zijnde volkoomen en na vereijschte geschikt tot het houden van de dorpsschoolen, alsoo er geene gelegentheid voorhanden was tot verzeekerde bewaaring van alle charters, boeken en documenten deezer secretarijen gehoorende, als ook tot het houden der vergaederingen van dit gemeentebestuur. En is zulks door H. de Moolenaar met genoegen aangenomen."
Het lijkt erop dat deze oplossing niet is doorgegaan aangezien in 1809 weer werd gesteld dat er geen behoorlijke ruimte was voor het gemeentebestuur. Het op dat moment in gebruik zijnde lokaal behoorde tot de "schoolhuizinge" en werd door de gemeente gehuurd "hetgeen ook maar voor korten tijd kan zijn vermits de schoolonderwijzer het altijd niet zal conveniëren om een vertrek in zijne woning te missen." Aangezien er verder in het dorp geen geschikte ruimte was te vinden werd besloten, als de landdrost akkoord ging, "een behoorlijk verblijf te timmeren." *
RAR, toegang 3105, Archief Dorpsbestuur Alem 1650-1810, inv.nr. 6, f. 94-95./VNOOT> Uit de beschikbare bronnen blijkt niet of die plannen zijn verwezenlijkt. Wellicht mag uit het gebruik in 1805 van het woord 'charters' worden afgeleid dat het dorpsarchief / schepenbankarchief toen omvangrijker was dan nu aangezien er momenteel geen charters meer in het archief aanwezig zijn.
Bij de invoering van de nieuwe rechterlijke organisatie in Nederland, op basis van de doorgevoerde scheiding der machten, verloren de plaatselijke schepenbanken in 1811 hun functie. In de loop van de negentiende eeuw werden overal uit de dorpsarchieven zo goed als dat mogelijk was de rechterlijke stukken gelicht en in bezit genomen door het rijk. Deze rechterlijke archieven kwamen uiteindelijk terecht in de rijksarchiefbewaarplaatsen in de verschillende provincies. Nadat Alem tot de provincie Gelderland was gaan behoren werd het rechterlijk archief door het Rijksarchief in Noord-Brabant overgedragen aan het Rijksarchief in Gelderland (nu: Gelders Archief). In 1999 werd dit archief door het Gelders Archief in eigendom overgedragen aan het Streekarchief Bommelerwaard (In 2014 opgegaan in het Regionaal Archief Rivierenland)
Na de opheffing van de schepenbank bij de invoering van het nieuwe rechterlijke bestel in 1811, zijn de rechterlijke stukken afgesplitst van de rest van het plaatselijk archief (dorpsbestuur) en overgenomen door het Rijk. Het archief werd later ondergebracht in het Rijksarchief in Noord-Brabant. Nadat Alem in 1958 van Brabants Gelders was geworden werd het archief werd in juli 1960 door de Rijksarchivaris in Noord-Brabant aan het Rijksarchief in Gelderland (thans Gelders Archief) overgedragen. Door het Gelders Archief werd het archief in 1999 in eigendom overgedragen aan het Streekarchief Bommelerwaard (in 2014 opgegaan in het Regionaal Archief Rivierenland).
Archieven van plaatselijke en regionale gerechtsbanken van voor 1811 worden ook (oud) rechterlijke archieven (ORA) genoemd. De rechtsprekende instelling wordt ook schepenbank, gerichtsbank of vierschaar genoemd.