Ick Gheertruyt Beernts dochter van Rees belij ende ken dat my die guede stede van Culenborch
wel vernuecht voldaen ende betaelt heeft vier gouden Rijnssche gulden die my verschenen sijn van
mijnen lijfreynten, dair dat yerste termyn af verschenen op Sente Johans dach to mydsomer ende datander Inden iaer van lxxxxi ende dat ander termijn op den heilige kors dach alre naest dan na
volgende ende Ick schelde dair omme die vurseyde stede van desen termijnen ende van allen voirleden ter=
mijnen clairliken quijt ende bedancke my dair van gueder betalinge sonder argelist In kennisse der
wairheit so heb ic gebeden Dirck Coppier dese quitancy over my te willen besegellen mit synen segel
want ick op dese tijt selve gheen segel en heb / dat ick Dirck vurseyt ter bede Gheertruyt vurseyt
mijn segel gheerne hier op gedruct hebbe Gegeven Inden Jair ons heren dusent vierhondert ende
twe ende tachtentich op den heiligen Palmsonnendach.
Regest
1482 maart 31
op den heiligen Palmsonnendach
Gheertruyt Beernts dochter van Rees verklaart ontvangen te hebben van de stad Culemborg
vier gouden rijnse guldens vanwege verschenen lijfrente.
In groene was het zwaar beschadigde opgedrukt zegel van Dirck Coppier.
Op papier.
afmetingen in mm: 214 x 146
[^Hokke, regest nr. 82]