Wij Roeloff de Man / ende Henrick de Rueze / Scepenen tot Culenborch /. Doen condt dat ophuijden date deses voer ons In eijgener persoon erschenen Is
Aert Dirxzoon Verlair als zoon ende [borg] / gelooffden Henrick Gerritssoon pothmeester alhier / tot behouff den armen der selver Poth / ses gulden tsiaers tot
xx stuver den gulden gerekent / uuijt zijnen huijse ende erve gelegen Inde Niustat / aende Zantstraet / tuschen de Kerckstraet aen deen ende
Willem Dircxzoon aen dandere zijde / ende voorts uuijt alle zijnen goederen Rede ende onrede / egeen uuijtgescheijden / erfflosrente vrijs gelts
Te betalen Jaerlicx ende alle Jaer op Sunte Victoris dach off xiiij dagen daer nae ombegrepen / daer Victoris anno eerstcomende xvj^c.
deerste Rente van omcomen ende verschijnen sal / ende soe voorts van Jaer te Jaer / Geschieden dese betalinge Jaerlicx ten dagen
voirseijt niet soe mach men dat uuijtpanden aenden huijse ende erve / ende alles goedts voornoemt / als men pacht ende vrij Renth gewoontlicken

Is te panden Inden scependoms van Culenborch / Beheltlicken altijts voirseijde saeckholt zijnen erven ende nacomelingen hueren
ewigen erfflosse aen dese voirseijde Rente te behalden / te lossen / mit eens de somme van hondert gulden tot xx stuver den gulden als voer
hooftgelts ende mit allen verschenen onbetaelde Renten / Ende Is dese Rente ende hooftsomme In plaetse van gelijcke ses gulden tstuvers
die Anna van Aken zaliger de Poth voerseijt volgens haere testamente gemaect hadde ende gestipuleert waeren op de twee mergen
lants op Prijs gelegen / eertijts toebehoirt hebbende Aert de Man Roeloffzoon zaliger ende naderhant Wijn Cornelissoon / Welcke twee
mergen den voirnnoemde pothmeester mit believen vanden gerichte bij desen onslaet ende (den Rente [brieff] vandien hier mede gecasseert sal zijn
sonder arch /. Des toirconde hebben wij scepenen voergenoempt onsen zegelen hier onder aen gehangen /Inden Jare ons Heeren
xv^c. negen ende tnegentich opden / eenendetwijntichsten augusti /.                                      
                                     D. van Baden
                                          1599

Regest
1599 augustus 21

Roeloff de Man en Henrick de Rueze, schpenen te Culemborg, oorkonden dat Aert Dircxzoon Verlair
toegezegd heeft aan Henrick Gerritssoon, pothmeester aldaar, een rente van zes gulden per
jaar afkomstig uit zijn huis in de Niustat aan de Zantstraet gelegen tussen de Kerckstraet
en Willem Dircxzoon.

In groene was het beschadigde zegel van de eerste oorkonder. Het zegel van de tweede
oorkonder is verloren gegaan.

Ondertekend door van Baden.
afmetingen in mm: 323 x 123

[^Hokke nr. 369]