Wy Scholt Borgermeysteren Schepenen ende Raedt der stadt van Culemborch Doen condt dat op huyden date van deser voir ons gecompareert ende erschenen zyn Cornelis
Cool Meliszoen Dierick Willemszoen die Coster ende Pauwels van Dichteren als gasthuysmeysters Inder tyt binnen Culemborch mit consent ende believen van onse genedige Vrouwe de Gravinne van Hoichstraten Vrouwe van Culemborch etcetera ende by advys van hairer genedige gerechte voirschreven bekenden wettelicken ontfangen te hebben van Symon Hubertzoen by hande
van de Waelgeboeren Edele Vrouwe Vrouwe Anna geboeren Gravinne van Rennenborch wettige huysfroun Heren Philips van Lalaing Grave van Hoichstaten Heer tot Vyle etcetera
Stadthouder generael des Furstendoms Ghelre ende graefscaps Zutphen die somme van hondert ende vyftich Karolus gulden tot twintich gevalueerde Brabansche stuver dat
stuck hercomende vanden zoen vanden nederslach geperpetreert by Jan Symon Hubertzoen aen Henrick Thonis Evertzoen nae vermoegens den zoenbrief daer van gemaect van date duysent
vyfhondert drie ende vyftich opten soevenden dach In Junio welcke voirscreven somme ( byde gasthuysmeysters te bekeren In des gasthuys oirbaer) de voirscreven gasthuysmeysters ende huere
naecomers In officie sullen moegen onderhouden om een Jaerlicxe vry rente van negen der selver Karolus gulden tsiaers Jaerlicx ende alle Jaer te betalen tot behouf vanden
drie naegelaten onmondige kinderen vanden voirgenoemde wylen Henrick Thonis Evertzoen als namentlick Huyge / Thonis / ende Grietken / stellende byden voirscreven gasthuysmeysters daer voir
te onderpant ende sufficiente ypoteque Enen vryen eygendom van ses mergen lants soe groot ende cleyn als die mit allen horen rechten ende toebehoeren gelegen zyn op
Paryservelt daer boven naestgelant is Claes Neudenszoen mit zyne kynderen ende beneden Hubert van Mauwrick mit lande dat hy van onse heer van Culemborch te leen
hout streckende mitten enen eyndt aende Paryserstraet ende mitten anderen eynde aenden Redinchem erflosrente vrys gelts Te betalen Jaerlicx opten sesten dach In decembris
off binnen vierthiendagen daer naestvolgende ombegrepen daer nu opten sesten dach In decembris voirscreven Alsmen scryven sal duysent vyfhondert vier ende vyftich die yerste
rent van omcomen ende verschynen sal / Ende soe voirt aen van Jaer te Jaer Geschieden dese betalinge Jaerlicx nyet ten daghe voirscreven soe machmen dat uuytpanden aenden vryen
Eygendom vande ses mergen lants voirscreven alsmen pacht ende vry rent gewoentlicken is te panden Inden scependom van Culemborch Mit sulcker voirwaerden dat die
gasthuysmeysters Inder tyt van wegen des gasthuys de voirscreven ses mergen lants halden vryen ende bewaeren sullen van moelengelt van mergengelt ende alle andere
ongelden buyten die voirscreven kynderen cost off schade Beheltelicken die voirscreven gasthuysmeysters ende hare naecomers In officie horen euwigen erflosse aen dese voirscreven Renth
op dagen ende termynen voirscreven mit gelycke somme van hondert ende vyftich gouden Karolus gulden van gewichten tot twintich gevalueerde Brabansche stuver dat stuck
ofte mit ander goet gouden off silveren gevalueert payment tot dier weerde daer dat minste enen gevalueerde Brabansche stuver van weerdich wesen sal ende mit
anders geen gelt hooftgelts ende mit die verschenen ende ombetaelde rente behoudelicken dat die gasthuysmeysters Inder tyt gehouden blyven de losse een vierdel Jaers
te voerens op te seggen als zy dese rente aflossen sullen willen sonder argelist Ende wairt dit allet by ons Elisabeth Gravinne ende Vrouwe voirscreven bewillicht ende
geconsenteert is / hebben wy desen tegenwoirdigen brief mit onsen name ende gewoentlicke hantscrift beteykent Ende wy Scholt borgermeysteren schepenen ende
Raedt voirscreven deser t eenen oirconde onser stadt segel neffens de hantscrift onser voirscreven genedige Vrouwe uuythangende hier aen doen drucken Gegeven Inden Jaer
ons Heren dysent vijf hondert vier ende vyftich opten xxvjen Inde meert
Elisabeth van Culenborch
Cristiaen Diericxzoen
Regest
1554 maart 26
Schout, burgemeesters, schepenen en raad van de stad Culemborg oorkonden dat de
gasthuismeesters Cornelis Cool Meliszoen, Dierick Willemszoen die Coster en Pauwels
van Dichteren verklaard hebben dat zij ontvangen hebben van Symon Hubertzoen
hondertvijftig Carolus gulden. Dit geld is zoengeld vanwege de doodslag die Jan Symon
Hubertzoen gepleegd heeft op Henrick Thonis Evertzoen. Van dit geld zal jaarlijks een rente
van negen guldens uitgekeerd worden aan de drie onmondige kinderen van Henrick,
waarvoor hypotheek verleend wordt op zes morgen land op het Paryservelt gelegen
tussen land van Claes Neudenszoen en land wat Hubert van Mauwrick in leen heeft van de
heer van Culenborch.
Het stadzegel is verloren gegaan.
Ondertekend door Elisabeth van Culenborch en Cristiaen Diericxzoen.
Eerder gerestaureerd papier.
afmetingen in mm: 374 x 152
[^van de Ven nr. 555, Hokke nr. 326]
