Wij Melchior van Culenborch bastaert Richter Geriit Geriit Melissoin Dirck Coppier Jan Jan Berentsoin ende Jan Vysser scepenen
tot Culenborch oirkonden onder onsse segelen dat voir ons quamen Cornelis Beerntsoin Melijs Beerntsoin ende Willem Beerntsoin
gebrueders Droegen sementliken op ende gaven over heeren Giisbert Neude priester alsulken gouden ouden schilt syaers vrijs
gelts lossrenten dair desen tegenwoirdigen brieve aff spreeckt dair onssen brieve mit enen transfixe doir gesteken ende
besegelt is mit allen condicien ende vorwarden als die brieve dat Int lange vermelt Ind vertegen dair voirt op tot
behoeff heeren Giisberts vurseyt mit allen Recht as vonnisse onsser Scepenen wijsden dat Recht was sonder alle argelist
Gegeven Inden Jair ons lieffs Heeren dusent vijffhondert sess opten viertienden dach In Septembrij.

Regest
1506 september 14

Melchior van Culenborch, bastaard, richter, Geriit Geriit Melissoin, Dirck Coppier, Jan
Jan Berntsoin en Jan Vysser, schepenen te Culemborg, oorkonden dat Cornelis
Beerntsoin, Melijs Beerntsoin en Willem Beerntsoin overgedragen hebben aan heer Giisbert
Neude, priester, een losrente van een gouden ouden schilt per jaar nader omschreven in de brief
"dair onssen brieve mit enen transfixe doir gesteken is"

De zegels van de oorkonders zijn verloren gegaan.
Transfix, gehecht aan de brief d.d. 1494 maart 15 (zie regest 240. zie ook volgnr. 292)
Vlekken.
afmetingen in mm: 262 x 68

[^van de Ven nr. 285, Hokke nr. 293]