Wij Johan Franszoon / Ende Wouter Verwaij / Scepenen tot Culenborch / Doen Condt / Eenen ijder dat op huijden dato deses voor ons In
Eijgener persoonen gecompareert Is / Angneta Willems Wedue wijlen Cornelis Antoeniszoon saliger / Als sackholt ende borge
gelooffden Willem Toeniszoon Potmeijster / Ende dat tot behoeff vande Poth ofte Heijligen Geest alhier binnen Culenborch
vijff ende twijntich gulden / tot xx stuvers t' stuck uijt haerluijder bomgaert ende lant daer aen gehoorende / gelegen
op Redinchem Desen losrente vrijs gelts te betalen Jaerlicx ende alle Jaer opten xxiij en Aprill / daer den xxiij Aprill
Inden Jaere xvjc. ende negentien d' eerste Rente van omcomen ende verschijnen sal / Ende soo voorts van Jaere
tot Jaere / Geschieden dese betalinge Jaerlicx ende alle Jaer ten dage voorseijt niet / soo machmen dat
uuijtpanden aenden bomgaert ende lande voorseijt, als men pacht ende vrij rente gewoonlick is te panden Inden
Scependomb van Culenborch /. Te lossen mit vierhondert gulden hooftsoms / Ende mitte verscheenen ende onbetaelde
Renten /. Ende zijn dese penningen hergecomen deur lossinge van gelijcke vierhondert gulden / bij Jo. Costus van
Homborch afgelost / Ende wederom als boven mit advijs vande Gerichte bijden Pothmeijster beleijt /. sonder arch
des Ten Oirconde / Soe hebben wij Scepenen voornoemt elcx onsen Zegel hier onder aengehangen / Inden Jaere duijsent
Seshondert Ende Achtien / den drie ende twijntichsten Aprill /.
H.Cornelisz van Diemen secretaris
1629 / 6
Regest
1618 april 23
Johan Franszoon en Wouter Verwaij, schepenen te Culemborg, oorkonden dat Agneta
Willems, weduwe van Cornelis Antoeniszoon, toegezegd heeft aan Willem Toeniszoon, ten
behoeve van de Poth of Heiligen Geest te Culemborg, een jaarlijkse rente van vijfentwintig
gulden afkomstig uit een boomgaard en land in Redinchem.
De zegels van de oorkonders zijn verloren gegaan.
Ondertekend door de secretaris H.Cor. van Diemen. Gevlekt.
afmetingen in mm: 300 x 115
[^Hokke nr. 390]
