Wij Baers Jans zoon ende Jan Jans zoon Scepenen Inden kerspelen van Everdinghen Zydervelt ende
Honswijck . Oircondt onder onssen zegelen dat voir ons quam Jan Jans zoon voirseijt hem selven af
tuijchgende als sacholt ende boerch ende geloofden voir hem ende sijnen erven . Gerit Loeijen
Jan Back / ende Joest van Eic als nu tertijt potmeijsters vanden huijsarmen binnen Culemboerch
in behoef vanden voirseijde huijsarmen / twalof Carolus gulden tot twijntich stuver Brabants tstuck gerekent
siaers vrij erflicke los renten / die hij comparant ende sijnen erven onderhauden moegen op ende
uuijt drie mergen lants soe groot ende cleijn als die gelegen sijn tot Honswijck voirseijt mit alsulcke
getimmer ende bepotinge als dair op staet dair boven naestgelant leijt Lambert Alers zoon ende
beneden Jacob Jacobs zoon mit Sinte Barbaren kerck binnen Culemboerch / noch op ende uuijt / twee ackeren
lants / soe groot ende cleijn / als die gelegen sijn tot Honswijck voirscreven genoempt Dillen lant
dair boven naestgelant die voirseijde kerck / ende beneden Jacob Jacobs zoon / streckende uuijter
Honswijcksche weteringe tot eener uuijterwerf . toebehorende Belijken wedue van zaliger
Cornelis Willems zoon / Ende voirts op ende uuijt alle sijnen goederen hij comparant nu ter
tijt heeft . ende noch vercrijgen mach / Tebetalen siaers ende alle Jair op Sinte Agnieten dach
off binnen veertiendaghen dair naistvolgende ombegrepen waer van die eerste vrij rent aff
omcomen ende verschijnen sal op Sint Agnieten dach voirseijt anno xvc. soevenendetsestich / ende
soe voirt aen van Jair tot Jair / Geschieden dese betalinge Jairlicx ende alle Jair niet ten
daghen voirseijt soe moegen die potmeijsters voirseijt ofte potmeijsters inder tijt dat uuijt panden
aenden landen ende onderpanden voirseijt alsmen pacht ende vrij rent gewontlicken is uuijt
te panden Inden kerspelen voirseijt / voirbehauden doch den comparant voirseijt ende sijnen erven
haren eewighen erflosse tallen tijden opten verschijndach voirseijt mit eens die somme van tweehondert
Carolus gulden ad twijntich stuver Brabants tstuck . hooft gelts ende dair toe mit den verschenen ende
ombetailden pacht ofte rent / Affiermerende Jan Jans zoon voirseijt bij eede dese twee voirseijde onder=
panden te weesen een vrij ombecommert goet / dan alleen bezuaert te weesen mit anderhalf=
hondert gulden die Baers Janszoon dair op staende heeft . ofte sijn moeder / ende noch mit tweehondert
gulden die ................ zaliger Neel Neijen mecht dair op staende heeft / Allet sonder argelist Gegeven Int
Jair ons Heeren duijsent vijfhondert sesendetsestich opten tweentwijntichsten dach Januarij
Hubert Claes zoon secretaris
Regest
1567 januari 22
Baers Jans zoon en Jan Jans zoon, schepenen in de kerspelen van Everdinghen, Zydervelt en
Honswijck, oorkonden dat Jan Jans zoon zelf overgedragen heeft aan de potmeesters Gerit Loeijen,
Jan Back en Joest Eic, ten behoeve van de Poth te Culemborg, een jaarlijkse
rente van twaalf Carolus gulden afkomstig uit drie morgen land en twee akkers lant gelegen te Honswijck.
De zegels van de oorkonders zijn verloren gegaan.
Ondertekend door de secretaris Hubert Claeszoon
afmetingen in mm: 246 x 170
[^Hokke nr. 385]
