Wij Henrick van Kuyck ende Herberen Symonssoon Scepenen tot Culenborch oirkonden onder onsse segelen dat
voir ons quam Gerit Aerntssoon Cabis als saicholt ende borge beloiffden Kersten Dircssoon ende Cornelis
van Aken gasthuysmeysters tot behouff den gasthuys bynnen Culenborch Eenen Hollandsche gulden syaers twintich stuver
Hollandsch voerden gulden off die gerichte weerde daer voer uuyt sijnen huyse ende erve mit alle sijnen Rechten
toebehoeren gelegen Inde Nystadt aende Molenstrait tusschen Otgen Symons ende Henrick Aerntssoon ende voert uuyt
alle sijn goet erflosrenten vrijs gelts Behalven alsulcken twee gulden syaers als tgasthuys vurseyt daer
te voerens uuyt heefft nae Inhalt der brieve daer aff wesende Te betalen Jaerlicx den Eenen Hollansche
gulden syaers op Sint  Peters dach ad Cathedram off bynnen veerthiendagen daer naestvolgende ombegrepen

Daer nu Petrij Anno xv^c. tweeendeveertich die yerste Renth van omcomen ende verschijnen sal ende
soe voert aen van Jaer to Jaer Geschieden dese betalinge jaerlicx nyet ten dage vurseyt mach men
dat uuyt panden aenden huyse ende erve vurseyt ende aen alle goets Rede ende onreden als Gerit Aertssoon
vurseyt off sijnen erven Inder tijt hebben als men pacht pacht ende vrij Renth gewoentlicken Is te panden
Inden scependom van Culenborch Behouden altijt Gerit Aerntssoon vurseyt ende sijnen erven off naecomelingen
hoeren euwigen erfflosse aen dese vurseyde Renth te lossen tot euwigen dagen opten termijnen vurseyt
mit zesthien der vurseyde Hollandsche gulden hoefftgelts ende mitter verschenen ombetaelden pacht sonder argelist
Gegeven Inden Jaer ons lieffs Heeren dusent vijffhondert Eenendeveertich opten veerthiensten februarij /
                                                Oth Splinters secretaris

Regest
1541 februari 14

Henrick van Kuyck en Herberen Symonssoon, schepenen te Culemborg, oorkonden dat
Gerit Aerntssoon Cabis toegezegd heeft aan de gasthuismeesters Kersten Dircssoon en Cornelis
van Aken, ten behoeve van het gasthuis te Culemborg, een rente van één Hollandse
gulden per jaar afkomstig uit zijn huis in de Nystadt aan de Molenstrait, welk huis
gelegen is tussen Otgen Symons en Henrick Aerntssoon. Deze rente wordt ingesteld naast de
twee gulden die het gasthuis daar jaarlijks al uit heeft.

De zegels van de oorkonders zijn verloren gegaan.

Ondertekend door de secretaris Oth Splinters.
afmetingen in mm: 364 x 142

[^van de Ven nr. 423, Hokke nr. 303]