Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1872; p. 4

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1872; p. 4
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
4
Datum:
1872
Jaargang:
1872
Is onderdeel van:
4
DE OLIJFTAK .
eensklaps van toon veranderde . " Bedoelt gij soms dat ik al dien tijd in mijn verbeelding geen goede voorstel-ling ( voorstelling ) van hem gehad heb ? *
Ik trachtte op nieuw haar gedachte op iets anders te brengen . Wat kon ik meer doen — terwijl mijn tong gebonden was door de waarschuwing van den Duitschen dokter , dat wij haar met ' t oog op de operatie , die den volgenden dag zou plaats hebben , niet mochten opwinden .
Het hielp niet . Zij ging evenals vroeger voort , zon-der ( zonder ) op mijne woorden te letten .
* Bezit ik niet de middelen om juist te kunnen be-oordeelen ( be-oordeelen ) hoe Oscar er uitziet ?// zeide zij . " Ik betast mijn eigen gelaat ; ik weet hoe lang en hoe breed ' tis ; ik weet hoe groot de verschillende trekken zijn , en waar zij zijn . En dan betast ik Oscar en vergelijk zijn ge-laat ( gelaat ) met hetgeen ik van mijn eigen gelaat weet . Geen de minste kleinigheid ontsnapt mij . Ik zie hem in mijn verbeelding even duidelijk als gij mij voor u ziet zitten . Denkt gij soms als ik hem met mijn oogen zal zien , dat ik iets zal ontdekken dat mij geheel nieuw is ? Dat geloof ik niet !» Zij stond eenigszins wrevelig op en liep de kamer op en neer . // O !// riep zij uit , terwijl zij met haar voet op den grond stampte , // waarom kan ik geen laudanum of chloroform genoeg nemen om de eerst-volgende ( eerstvolgende ) zes weken in een staat van bewusteloosheid door te brengen — en weer tot bezinning te komen wanneer de Duitscher het verband van mijn oogen af-neemt ( afneemt ) !" Zij ging op nieuw zitten , en stapte plotseling over tot een vraag van zuiver zedekundigen aard . // Zeg mij eens ,// zeide zij , " is de grootste deugd die , welke ' t moeielijkst in praktijk is te brengen ? "
// Ik geloof van ja , // gaf ik ten antwoord .
Nu trommelde zij met beide handen moedwillig en driftig op de tafel , zoo hard als zij kon , terwijl zij zeide : // Welnu , mevrouw Patrolungo , dan geloof ik dat de grootste van alle deugden is — geduld . Ach , lieve vriendin , hoezeer verafschuw ik op dit oogenblik de grootste van alle deugden ! » .
Daarmee eindigde ons gesprek , dat eindelijk tot andere onderwerpen overging .
Toen ik later aan de vreemde dingen dacht , die Lu-cilla ( Lu-cilla ) mij had gezegd , putte ik een troost uit hetgeen aan de ontbijttafel was voorgevallen . Indien mijnheer Sebright eens gelijk had , en indien de operatie toch eens mislukte , had ik ten minste de verzekering van Lucilla dat blindheid op zich zelve niet zoo verschrik-kelijk ( verschrikkelijk ) is voor de blinden , als wij allen ons verbeelden
omdat wij kunnen zien .
{ Wordt vervolgd .)
Ii M laastriier Put
( Slot .)
Toornig verliet de heer Goodwill de zaal . De hemel mag weten wat het einde van den twist ware geweest als die heer niet weder met eene sterke policiewacht ver-schenen ( verschenen ) was . De strijdende dames keken elkander verwoed aan toen zij door een paar policie-agenten vrij onzacht van elkander gescheiden werden ; met eenige bedrei-gingen ( bedreigingen ) zelfs gepaard met eenige stokslagen , was de orde weldra hersteld ; de heeren werklieden met hunne dames verlieten de zaal , om zich brommende naar hunne respec-tieve ( respectieve ) kwartieren te begeven .
Terwijl de heer Goodwil met treurige blikken de verwoestingen opnam , die de leden zijner broederschap aangericht hadden , dacht ik na : // dat is een goed begin , als zij elkander nu al om eenen amandel of bonbon broederlijk dood zouden slaan , hoe zal het slottafreel dan zijn ?// Den volgenden morgen stelde Mr . Goodwill voor dat de vrouwen de huiselijke bezigheden onder elkander verdeelen zouden ; maar zulk eene regeling bleek weldra eene onmogelijkheid te zijn , daar allen te zeer vreesden iets meer dan de anderen te zullen doen .
Nu werkte ieder man voor zichzelven , waarbij altijd de grootste twisten plaats grepen , daar allen zulks tegelijk wilden doen en er genoegen in schenen te vinden om zoo ruw mogelijk met de benoodigde vraclitoestellen om te gaan en zoo veel mogelijk alles in een slordigen , smerigen staat voor de volgende achter te laten . Het natuurlijk gevolg daarvan was dan ook dat al de nette , doelmatige inrichtingen van het gebouw er weldra even verwaar-loosd ( verwaarloosd ) uitzagen , en wat de heer Goodwill ook aanwendde , alles bleef even slordig en slecht onderhouden . Om het eten te koken , moest hij koks tegen hoog loon ontbieden , daar de vrouwen dien slaafschen arbeid verre beneden zich achtten . In de werkplaatsen ging het ook niet beter ; de werklieden , bevrijd van de verplichting om voor zichzelven te zorgen , voerden bijkans niets uit . Het werk dat zij verrichtten was zoo ellendig slecht en nietig , dat het onverkoopbaar was en daarbij stalen zij alles wat onder hun bereik lag en van waarde was om er drank voor te koopen en , in plaats van het gedruisch van den nijveren arbeid , vernam men daar niets anders dan geeuwen , twisten , vloeken of aanstootelijk gezang . Schatten gingen te loor en weldra was de heer Goodwill genoodzaakt , wilde hij er zijn geheele vermogen niet aan opofferen , de onderneming , opgericht onder den naam van // Vrijheid , Gelijkheiden Broederschap//te ontbinden .
Des avonds liet hij allen bijeenkomen . « Mannen sprak hij , gelooft mij ; getroffen door de ellende die ik onder u zag heb ik getracht verbetering in uw lot te brengen . Vergeeft mij zoo ik met ulieden den verkeerden weg heb ingeslagen . Maar ik ben nu tot de overtuiging ge-komen ( gekomen ) , dat hij die niet begint met zich zelven te helpen niet te helpen is , en dat de ellende die in eenen stand heerscht niet voortkomt uit de maatschappelijke orde , maar veelal uit de gebreken die de menschen aankleven , waarvan luiheid het voornaamste gebrek is : want voor hem die waarlijk werken wil , zal steeds arbeid te vinden zijn .
// Daarna komt de verkwisting en dronkenschap . Hoe-vele ( Hoevele ) burgerlieden toch leven van veel minder dan gijlie-den ( gijlie-den ) in het jaar verdient op fatsoenlijken voet , omdat zij het geld weten te gebruiken en hunne begeerten in toom te houden ? Weest verstandig , zuinig en arbeidzaam ; gaat uw eigen gedrag na om te leeren inzien dat zeven achtste van het ongeluk , de armoede en zedeloosheid uwer kin-deren ( kinderen ) uw eigen werk is . Onder de zinspreuk van Vrijheid Gelijkheid en Broederschap heb ik u hierheen geroepen om door arbeid uw lot te verbeteren . Gij waart allen vrij . Wat hebt gijlieden met uwe vrijheid gedaan ? Gij hebt haar gebruikt niet om te arbeiden en u zelven gedurig onafhankelijker te maken . Neen , in twist , twee-spalt ( tweespalt ) , dronkenschap en luiheid hebt gij het genadebrood gegeten dat mijne dwaasheid u schonk . Gij waart allen gelijk en toch hebt gij getwist en gevochten , alleen bij de gedachte dat ik den een boven den ander voor trok , terwijl ik u bezweren kan dat ik niets beoogde dan de zoo noodige orde onder ulieden te brengen . Gij allen waart broeders , maar had veel liever met uwe gezinnen verhongerd dan mede te werken om in uw eigen levensonderhoud en dat uwer broederen te voorzien .
" Dus wij moeten scheiden , hier is voor ieder twee honderd franken om u voor armoede te bewaren totdat gij weder werk gevonden hebt . Verhaalt aan allen , wat gij hier gezien en ondervonden hebt en wendt hun ver-achtelijk ( verachtelijk ) den rug toe , die u onder do leuzen van vrijheid gelijkheid en broederschap tot oproer aan willen zetten . Want een verstandig man is immer vrij , een dwaas nimmer , daar de eerste zich steeds naar het onvermij-delijke ( onvermijdelijke ) weet te schikken , en de laatste tot zelfs de eeuwige natuurwetten naar zijn bekrompen zin zou willen regelen . Weest broeders door eerbied te toonen voor den wijzere en hebt innig medelijden met den dwaas die zijn eigen geluk en dat der zijnen verschopt en dan nog zijne ellende niet aan zichzelven , maar aan de maatschappij wijdt . Weest allen gelijk , maar voor God , die onzen strijd hier op aarde kent : want hierop aarde ge-lijk ( gelijk ) te zijn , zou ons gelijk aan het redelooze vee maken , daar die gelijkheid allen arbeid en geestontwikkeling doo-den ( doo-den ) zou . God heeft immers de behoefte in het mensehenhart geplant om zich door het aanleeren van kundigheden te verheffen ; al zijn ook onze geestvermogens en verstands -
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer