Archieven

 

Uw zoekacties: De Olijftak, 1871; p. 17

De Olijftak

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
De Olijftak, 1871; p. 17
Naam tijdschrift:
De Olijftak
Pagina:
17
Datum:
1871
Jaargang:
1871
Is onderdeel van:
8KI&Ï.ÏJ8TRKKR » W 1 I K B h II ) IOOR A.LLI 8 T 1 1 I ) E I <
Hoofdredacteur : Ds . S . L . ten Hove , te Hoorn .
Alle stukken en brieven franco aan de Uitgevers : Gebr . Belinfante , te ' s Gravenhage .
Inzending van advert entiën uiterlijk vóór Vrijdag-middag ( Vrijdagmiddag ) 2 ure .
Verschijnt eiken Zondag .
EERSTE JAARGANG ■- $ 3 . - 15 JAMJARI 1871 ,
Bureel : Tweede Wagenstraat , 100 ' S & EAVENHAGE .
Abonnementsprijs per kwartaal : eek gulden . Franco per post in alle deelen des Rijks , bij toezending
vooraf van een postwissel a ƒ 1 . — of 20 postzegels
a vijf cents . Advertentiën : Prijs per regel 15 ets . — Abonnement
250 reg . 12 % et .;— 500 reg . 10 et .;— 1000 reg . 7 % et .
Verkrijgbaar bij alle boekhandelaren en postdirecteuren des Bijks . — Agenlen in N.O.Indië : Brtjining en Wijt , te Batavia , en aan de Kaap de Goede Hoop : J . M . Belinfante , Kaapstad . — Met de aanneming en bezorging van Advertentiën in Duitschland , Oostenrijk en Zwitserland belasten zich de HH . Haasenstein & Vogleb , te Hamburg , Lubeek , Francfort a/M ., Berlijn , Leipzig , Bresden , Breslau , Keulen , Stuttgart , Weenen , Traag , Bazel , Zurich , St . Gallen , Geuève en Lausanne . Voor België , Frankrijk , Engeland en Italië adresseere men zich bij G . L . Daube & Co ., 26 , Chaussée de WAvre , IxeUes-lez-BruxeLLes .
MIDDELEN TEGEN DEN OORLOG .
{ Vervolg en slot .)
een beter middel tegen den oorlog dan oorlog , zeggen sommigen ; daardoor wordt men met | al de afschuwelijkheden van den krijg vol-' ( vol ) ledig bekend , en zij , die anders misschien om nietige redenen den vrede zouden willen verbreken , zullen door de gedachte aan de ellenden des oorlogs daarvan worden terug-gehouden ( teruggehouden ) .
Zij , die zoo spreken , verliezen eene gewichtige om-standigheid ( omstandigheid ) uit het oog , namelijk , dat zij , die den oorlog verklaren , voor zich betrekkelijk weinig van de daaraan verbonden ellenden hebben te vreezen , en dat der vorsten menschlievendheid blijkens de ervaring gewoonlijk niet opweegt tegen overwegin-gen ( overwegingen ) van persoonlijk belang . Daar buitendien niemand op de gedachte zal komen om een oorlog in ' t leven te roepen alleen om den oorlog als iets afschuwelijks te doen kennen , achten wij de verdere bespreking van dit zoogenaamde middel overbodig . Wij mochten het echter niet onopgemerkt voorbijgaan , omdat op gelijksoortige gronden een ander middel wordt aan-bevolen ( aanbevolen ) , dat wel eene aandachtige beschouwing verdient .
Als elk burger in den staat tot den krijg geroepen kan worden , als door algemeene dienstplichtigheid de meerderheid der bevolking in de gelegenheid komt , de jammeren des oorlogs van nabij te beschouwen of bij ervaring te leeren kennen , dan zal de regeering niet lichtvaardig tot den oorlog durven besluiten ; het volk zou dan in verzet kunnen komen , daar het in den oorlog de bedreiging zijner hoogste belangen ziet . En , voegt men er dan bij , als het volk niet wil , zal de regeering het toch niet tot den krijg kunnen dwingen .
Deze redeneering , hoe schijnbaar juist ook , lijdt aan groote eenzijdigheid . Wanneer men spreekt van
algemeene dienstplichtigheid , mag men daarbij niet slechts denken aan eene tijdelijke vereeniging van weerbare burgers , maar dan dient daarbij het denk-beeld ( denkbeeld ) van onder de militaire krijgswet dienende burgers op den voorgrond te staan . Immers van het oogen-blik ( oogenblik ) af dat de burgers bij het leger worden inge-lijfd ( ingelijfd ) , houden zij op zelfstandig denkende wezens te zijn : zij zijn dan een werktuig geworden in de hand der regeering , en wee den soldaat , die in strijd met dit beginsel zou willen handelen ! Het leger , ook al is het uit burgers samengesteld wier hoogste belang is het behoud van den vrede , is volstrekt machteloos bij eene eventueele poging tot verzet en kan desnoods zelfs worden gebezigd om de stemmen tot zwijgen te brengen , die zich tegen eene regeeringshandeling , als eene oorlogsverklaring bv . , verheffen . Het stelsel van algemeene dienstplichtigheid mag alzoo kunnen dienen om een geheel volk van den oorlog af keerig te maken , het dient in gelijke mate om de pogingen tot een krachtig verzet te bemoeielijken .
Maar niet alleen dat men door de toepassing van dit middel tot voorkoming van den oorlog het be-oogde ( beoogde ) doel bereikt ; wij gelooven dat men daardoor juist het tegenovergestelde teweegbrengt .
Zoolang de volken niet zelve de vraag van vrede en oorlog beslissen , zoolang zal deze wijze van legervorming er toe bijdragen om van tijd tot tijd een oorlog in het leven te roepen . Het stelsel van algemeene dienstplichtigheid , zooals dit bijv . in Pruisen bestaat , zal den noodlottigen toestand van gewapenden vrede bestendigen ; het eischt het behoud der staande legers en houdt deze verder-felijke ( verderfelijke ) instelling in stand . Terwijl alle verschijnselen aanwezig zijn dat die instelling anders spoedig haar eigen dood zoude sterven , dient de algemeene dienst-plichtigheid ( dienstplichtigheid ) om haar nieuwe levenskracht , te geven , en om bij de verschillende staten een wedijver in machtsvertoon te doen ontstaan , die blijkens de ervaring maar al te zeer uitlokt tot het meten dei-krachten ( deikrachten ) .
Maar , zal men ons tegenwerpen , aan dat stelsel heeft Pruisen zijne oppermacht te danken , en er bestaat geen ander middel om zich tegen misbruik van macht van die zijde te waarborgen . Hoewel de beantwoording van deze bedenking buiten ons on-derwerp ( onderwerp ) ligt , willen wij er toch een oogenblik bij
stilstaan , daar , zooals men zal zien , beide question inderdaad zeer nauw met elkander in verband staan . Het is waar , door de algemeene dienstplichtigheid is Pruisen de eerste militaire natie van Europa geworden . Maar hoe ook ? Kunnen de verkregen voordeelen geacht worden optewegen tegen de offers die daartoe moesten worden gebracht ? Geens-zins ( Geenszins ) . Niet de physieke en materieele maar de moreele en intellectueele krachten van een volk bepalen zijne waarde en den rang , die liet in de rij der natiën toekomt . Pruisen , hoewel het bij de meeste be-schaafde ( beschaafde ) staten achterstaat in politieke ontwik-keling ( ontwikkeling ) , nam voor de jongste oorlogen in alle andere opzichten eene eervolle plaats in . Verdient het na den barbaarschen krijg van 1870 diezelfde plaats nog ? Heeft het verlies van zoovele krachtige man-nen ( mannen ) , van zoovele gezonde elementen der Pruisi-sche ( Pruisische ) maatschappij het gehalte dier maatschappij niet verminderd ? Is de stilstand op alle gebied , een trawant van eiken krijg , niet van nadeeligen invloed geweest op den geregelden gang van de ontwikkeling en den vooruitgang des volks ? Zal eindelijk de tijdelijke verdierïijking van zoovele duizende strijders niet nadeelig werken op het an-dere ( andere ) deel van het Pruisische volk ? Het antwoord op deze en dergelijke vragen is niet twijfelachtig . Pruisen moge aan de algemeene dienstplichtigheid zijn staatkundig overwicht te danken hebben , daar-mede ( daarmede ) is dan ook alles gezegd . Wat de andere voor-deelen ( voordeelen ) betreft , door dat stelsel verkregen , zij ver-liezen ( verliezen ) alle waarde , als men bedenkt welke verbazende offers daartoe moesten worden gebracht . Ook de waarde echter van het staatkundig overwicht schijnt ons zeer gering toe . Engeland , dat in staatkundige ontwikkeling ver boven Pruisen staat , deed vrij-willig ( vrijwillig
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer