Archieven

 

Uw zoekacties: Archief van de gerechtsbank van de hoge heerlijkheid Poedero...

3189 Archief van de gerechtsbank van de hoge heerlijkheid Poederoijen, 1556 - 1811

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
2. Context
2.2. Institutionele geschiedenis
3189 Archief van de gerechtsbank van de hoge heerlijkheid Poederoijen, 1556 - 1811
Inleiding
2. Context
2.2.
Institutionele geschiedenis
Poederoijen komt voor het eerst voor in schriftelijke bronnen uit de 9e eeuw als de Abdij van Lorsch of Lauresheim, een plaats in Duitsland in de buurt van Worms, schenkingen van onroerende goederen onder andere in het Gelderse rivierengebied ontvangt. Daarbij ook een schenking van goederen in Poederoijen, daar "Podarwic" genoemd. De schenking dateert van omstreeks 850 als een zekere "Baldericus" onder meer een hoeve ("mansum" in het latijn, is een bepaalde hoeveelheid grond, waarschijnlijk ruim 14 hectaren) met daarop een boerderij ("huba" in het latijn) in Podarwic schenkt aan de abdij. Van die schenking is geen oorspronkelijke oorkonde bewaard gebleven, maar slechts een aantekening in een register waar de monniken hun bezit noteerden en een soort kroniek van hun abdij bijhielden, de zogenaamd "Codex Laureshamensis", aangelegd op het einde van de 12e eeuw. * 
Poederoijen was in de late middeleeuwen een leen van de heer van Giessen en via deze een achterleen van de heer van Altena. Het huis of kasteel Poederoijen, tussen 1340 en 1347 een landsheerlijke burcht, was een leen van Gelre. De burcht was al vóór 1327 aan de graaf van Gelre opgedragen. In de 14e eeuw waren leden van het geslacht Van Herlaar heer van Poederoijen. *  De latere beleningen van huis en heerlijkheid zijn terug te vinden in de leenaktenboeken van Gelre. * 
De drost was de hoogste ambtelijke vertegenwoordiger van de heer ter plaatse. Hij trad niet, zoals in veel andere plaatsen, ook op als schout en richter. Dat was in Poederoijen een afzonderlijke, door of namens de heer aangestelde, functionaris. De vonnissen van de schepenbank werden uitgesproken door de schout als richter. De richter was geen rechter in de moderne zin van het woord, maar hij riep de rechtbank bijeen en trad op als voorzitter. In criminele zaken en in minder belangrijke strafzaken (delicten), die als civiele zaken werden afgehandeld, trad hij ook op als openbaar aanklager en zorgde voor de executie van de vonnissen, maar had geen deel aan de totstandkoming van de vonnissen. Het spreken van recht (het vonnissen) was voorbehouden aan de schepenen die vaak advies inwonnen van rechtsgeleerden. Kuys schrijft in zijn studie over de ambtman in het Kwartier van Nijmegen: "Om de rechter in oude zin te onderscheiden van de moderne rechter, wordt in de Gelderse rechtshistorische literatuur ter aanduiding van eerstgenoemde de term "richter" gebruikt, ...". In deze inventaris is meestal de term schout aangehouden. * 

De schepenbank / het gericht bestond uit een richter en zes schepenen. Een handvest van de heerlijkheid bevindt zich in een procesdossier van 17 december 1625 van J. Holtappel contra de mombers (voogden) van Emilia Philippina Milander betreffende het bezit van de heerlijkheid. * 
Inventaris

Kenmerken

Status toegang:
Definitieve toegang / toegang afgerond
Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Openbaarheid:
Onbeperkt
Omvang in meters:
2
Opmerkingen:
Archieven van plaatselijke en regionale gerechtsbanken van voor 1811 worden ook (oud) rechterlijke archieven (ORA) genoemd. De rechtsprekende instelling wordt ook schepenbank, gerichtsbank of vierschaar genoemd.
Geografische namen: