In de inventaris van het archief uit 1811 (inventarisnummer 3184/1064) staan 29 gesloten testamenten vermeld. Al vóór 1947 werd door het Rijksarchief in Gelderland (thans: Gelders Archief) geconstateerd dat drie testamenten niet meer aanwezig waren. Het betrof de testamenten van Christiaan Lansdaal en zijn vrouw Jenneke van Alem 1805, Johannes van Dockum 1806 en Martinus van Lith en zijn zuster Johanna van Lith 1807. Van de 26 overige testamenten waren er in 1811 vijf reeds geopend en vier waren toen al, al dan niet opzettelijk, (gedeeltelijk) opengescheurd. Later zijn er zeven testamenten geopend, van sommige is niet bekend wanneer. In mei 2005 zijn de overgebleven 14 testamenten geopend, waaronder drie van de vier die reeds eerder (gedeeltelijk) waren opengescheurd. Daarvan zijn proces-verbalen opgemaakt, conform de Aanwijzingen betreffende het openen van gesloten testamenten zoals vervat in de circulaire van de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 7 april 1983 (Dir. MMA Afd. Ar. nr.3884).