Archieven

 

Uw zoekacties: Archieven van het gemeentebestuur van Zuilichem, Nieuwaal en...

3008 Archieven van het gemeentebestuur van Zuilichem, Nieuwaal en Aalst 1810 - 1811, Zuilichem en Nieuwaal 1811 - 1817 en Zuilichem 1818 - 1955, 1810-1955

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Geschiedenis
2. De archieven
3. De inventarisatie
4. Aanwijzingen voor de gebruiker
Noten
1. Voor de volledige vermelding van de in de noten verkort aangehaalde literatuur wordt verwezen naar de literatuurlijst. Zie voor de periode 1810-1817: Martens van Sevenhoven, Schets, p.227-228; Hofman, Archieven, deel I, p.23-25,33-35; Buurman, Schets, p.36-39; Ten Cate, Inventaris, p.6-7. Zie ook: Buylinckx, Inventaris Nederhemert, p.4-12.
2. In Zuilichem waren de geërfden in het gebied dat beneden de Meidijk was gelegen ook georganiseerd in een belangenorganisatie. Met de invoering van het Rivierpolderreglement in 1838 werd dit gebied een aparte dorpspolder in het Polderdistrict Bommelerwaard beneden de Meidijk. In 1851 fuseerde deze dorpspolder met de dorpspolder Poederoijen. Het gedeelte van Zuilichem boven de Meidijk werd in 1838 een dorpspolder in het Polderdistrict Bommelerwaard boven de Meidijk. De dorpspolders 'Poederoijen en Zuilichem beneden de Meidijk' en 'Zuilichem boven de Meidijk' werden opgeheven in respectievelijk 1934 en 1954. Vergelijk ook Gort, Inventaris Polderdistrict beneden de Meidijk, p.7-12.
3. In dit archief zijn weinig stukken bewaard gebleven waaruit rechtstreeks blijkt hoe gedacht werd over de samenvoeging. Het argument van de slechte verbindingen werd bijvoorbeeld wel genoemd als argument tegen de samenvoeging in dezelfde tijd van Brakel met het Munnikenland, Loevestein en Poederoijen, zie: Buylinckx, Inventaris Brakel, p.10.
4. Inventarisnummer 3008/14.
5. In die tijd ook wel polderschout genoemd: dagelijks bestuurder van de (dorps)polder.
6. De gegevens voor deze alinea zijn ontleend aan de ingekomen stukken uit die tijd, inventarisnummers 3008/14 en 3008/17.
7. Inventarisnummer 3008/50.
8. Bijvoegsel Staatsblad 1817. Zie ook: Martens van Sevenhoven, Schets, p.233-234; Buurman, Schets, p.39-41.
9. Inventarisnummer 3008/610. De in de laatste zin geciteerde passage komt uit een brief in dit inventarisnummer van de heer aan de burgemeester, gedateerd 1 februari 1828. Zie ook de inventarisnummers 3008/62 (p.116, 156-157) en 3008/379 (21-5-1828).
10. Streekarchief Bommelerwaard, Stukken behorende tot het archief van de heerlijkheid Zuilichem, inventarisnummer 3008/6.
11. Zie ook de lijsten van bestuurders en functionarissen in de bijlagen bij deze inleiding.
12. Koninklijk Besluit van 26-3-1814 nr.20, Staatsblad 46.
13. Reglement 1817, art. 71.
14. Bijvoegsel Staatsblad 1825. Zie ook: Martens van Sevenhoven, Schets, p.234-236; Buurman, Schets, p.41-42.
15. Reglement 1825, art. 56.
16. Buurman, Schets, p.41-42.
17. Inventarisnummers 3008/76 (gemeenteraadsnotulen 2-5-1846) en 3008/611.
18. Inventarisnummers 3008/77 (gemeenteraadsnotulen 29-1-1849) en 3008/611.
19. De gegevens over de herindelingplannen in 1852 zijn ontleend aan de inventarisnummers 3008/77 en 3008/611 en Rijksarchief Gelderland, Archief Gedeputeerde Staten 1813-1950, rubriek 1.32, nummer 16/1.
20. Een aantal inwoners had al in 1855 tevergeefs een poging aangewend om die combinatie ongedaan te maken, zie inventarisnummer 3008/640.
21. Inventarisnummer 3008/733.
22. Inventarisnummers 3008/76 (gemeenteraadsvergaderingen 30-8-1845, 29-9-1845, 31-10-1845, 17-11-1845 en 11-2-1846) en 3008/1348.
23. Inventarisnummer 3008/448-3008/462 en 3008/1351.
24. Wet van 29-6-1851, Staatsblad 85.
25. Gemeentewet 1851, art. 5.
26. Kieswet van 4-7-1850, Staatsblad 37, art. 1 en bijbehorende tabel.
27. Grondwet 1887, Staatsblad 212, art. 80. Zie ook De Vries, Lijsten.
28. Kieswet van 7 september 1896, Staatsblad 154. Zie ook De Vries, Lijsten.
29. Inventarisnummer 3008/470.
30. Zie ook de aantekening bij de lijst van burgemeesters van de gemeente Zuilichem 1818-1955 in de bijlagen bij deze inleiding.
31. Zie over de herindeling de inventarisnummers 3008/615-3008/616 en de Wet van 24-2-1955 tot gemeentelijke herindeling van de Bommelerwaard, Staatsblad 76.
32. Dumont en Kleijnen, Van Wege den Koning, p.60-61.
33. Inventarisnummer 3008/12.
34. Zie bijvoorbeeld de afbeelding van de stempel van Heerewaarden in: Dumont en Kleijnen, Van Wege den Koning, p.92.
35. Dumont en Kleinen, Van Wege den Koning, p.62-63.
36. De gegevens over de vergaderlokaliteiten en de secretarie tot 1880 zijn ontleend aan de jaarrekeningen en bijlagen, inventarisnummers 3008/11-3008/12, 3008/34-3008/43, 3008/1038-3008/1095, 3008/1173-3008/1233 en de notulen van de raad over 1879-1891, inventarisnummer 3008/80.
37. Inventarisnummers 3008/79 en 3008/670.
38. Inventarisnummers 3008/80 en 3008/670.
39. Zie ook Dumont, Gemeentehuizen. De mededeling in deze publikatie dat de secretarie voor de bouw van het gemeentehuis gevestigd zou zijn in een aanbouw bij de kerk van de Hervormde Gemeente is ontleend aan: Van Heeswijk, Zuilichem in oude ansichten, p.22. Waarschijnlijk betreft het hier een misverstand. Die aanbouw was eigendom van de Dorpspolder Zuilichem boven de Meidijk en wordt in de raadsnotulen van 10-8-1836 (inventarisnummer 3008/70) het 'poldergetimmerten' genoemd.
40. Inventarisnummer 3008/677.
41. Inventarisnummer 3008/679.
42. Zie inventarisnummer 3008/678.
43. Regionaal Archief Rivierenland, Archief van de Geërfden (dorpsbestuur), vanaf 1810 Dorpspolder, Zuilichem boven de Meidijk 1660-1836 (1877), toegang 3083, inventarisnummer 3083/1417.
44. Het betreft de inventarisnummers 1, 15 (stuk d.d. 15-12-1812), 20 (stuk d.d. 18-8-1814), 27 (gedeeltelijk), 52 (gedeeltelijk), 117, 378 en 2786. Een stuk uit 1812 bleek te behoren tot het archief van de gemeente Aalst en zal in de inventaris van dat archief worden opgenomen.
45. Het betreft inventarisnummer 3008/34 en gedeelten van de inventarisnummers 3008/1007 en 3008/1174-3008/1175.
46. De selectie vond plaats op basis van de Lijst van voor vernietiging in aanmerking komende bescheiden uit de archieven van gemeentelijke en intergemeentelijke organen, dagtekenende van na 1850, zoals die werd vastgesteld bij gemeenschappelijke beschikking van de ministers van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur d.d. 24-8-1983 en Binnenlandse Zaken d.d. 7-11-1983.
47. Zie ook de (notabene bij de) inventarisnummers 3008/406-3008/608.
48. Zie ook de uitgebreide toelichting bij de inventarisnummers 3008/406-3008/608
Literatuur
Aa, A.J. van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 14 delen, Gorinchem 1839-1851, deel 13, Gorinchem 1851, p.376-379.
Alphen, E. van, Lijst der stoelen en zitplaatsen in de kerk van Zuilichem (ingaande 8 maart 1804 / lijst geboekt op 1 juli 1804), in: Tussen de Voorn en Loevestein VIII(1972),nr.21, p.12-13.
Beek, P. van, Gids van afscheidingsarchieven 1834-1892, Leusden 1991.
Bijl, A., Over heren, weiden en kastelen. Een geschiedenis van Herwijnen van prehistorie tot heden, Vuren 1992.
Booma, J.G.J. van, Onderzoek in protestantse kerkelijke archieven in Nederland, 's-Gravenhage 1994.
Buurman, D.J.G., Schets van de opeenvolgende bestuursindeelingen in Gelderland vóór de invoering van de provinciale wet van 1850, in: Bijdragen en Mededelingen Gelre, LVIII(1958)p.23-50.
Buylinckx, J., De verdeling van Rode Kruis hulpgoederen te Zuilichem, in: Tussen de Voorn en Loevestein, XXV(1989),p.17-20. Arnhem z.jr.
- Geluk, A. (red.), 75 Jaar School met de Bijbel : geschiedenis van en herinnering aan de School met de Bijbel te Zuilichem (1909-1984), Zuilichem, 1984.
- Geraedts, F.F.J.M., De hinderwetbescheiden, 1811-1952, in: Broncommentaren VI-IX, nr. IX, 's-Gravenhage 1988.
- A.G. Gort, Inventaris van de archieven van het Polderdistrict Bommelerwaard beneden de Meidijk en de inliggende dorpspolders 1838-1968, Zaltbommel 1995 (Bommelerwaardse Bronnen 17
- Heeswijk, J.H.G.J. van, Het kasteel van Zuilichem, in: Tussen de Voorn en Loevestein XI(1975),nr.27, p.1-3.
- Heeswijk, J.H.G.J. van, Iets over de rechterlijke indeling van de Bommelerwaard, in: Tussen de Voorn en Loevestein VI(1970),nr.17, p.22-24.
- Heeswijk, J.H.G.J. van, Verdwenen molens uit de Bommelerwaard, in: Tussen de Voorn en Loevestein XIII(1977),nr.32, p.11-18.
- Heeswijk, J.H.G. J. van, Zuilichem in oude ansichten, Zaltbommel 1982.
- Heeswijk, J.H.G.J. van, Zuilichem in oude ansichten deel 2, Zaltbommel 1985.
- Heiser, P. (red.), Zuilichem, in: Gelderland : handel-nijverheid-landbouw-toerisme-kunst-woon- en winkelcentrum, Lochem 1940, p.485-485.
- Hofman, J. (red.), Archieven der gewestelijke besturen in de Bataafs-Franse tijd in Gelderland 1795-1813, 7 delen, Arnhem 1982-1983 (Gelderse inventarissenreeks, nr. 21).
- Keijmel, P.D., Inventaris van het rechterlijk archief van de Bank van Zuilichem, Arnhem 1971 (typescript).
- 'Kèl, Kèl, waene tijd was tè' : uitgave ter gelegenheid van de tentoonstelling gehouden op zaterdag 8 april 1995 georganiseerd door de historische werkgroep Stichting de Vier Heerlijkheden in dorpshuis Den Ham in Zuilichem, z.pl. 1995.
- Kocken, M.J.A.V., Van plattelandsbestuur naar gemeentebestuur, 's-Gravenhage 1973.
- Koppert, G., 2000 jaar geleden bouwden Romeinen reeds vaste bruggen over onze grote rivieren, in: Westerheem XVIII(1969)nr.3, p.118-125.
- Martens van Sevenhoven, A.H., Schets van de geschiedenis der burgerlijke gemeenten in Gelderland vóór de invoering der gemeentewet van 1851, in: Jonkheer mr. A.H. Martens van Sevenhoven. Een keuze uit zijn geschriften, Arnhem 1977 (Werken Gelre, nr. 35), p.203-257.

- Moorman van Kappen, O, en O.W.A. baron van Verschuer, Tieler- en Bommelerwaarden 1327-1977. Grepen uit de geschiedenis van 650 jaar waterstaatszorg in Tielerwaard en Bommelerwaard, Tiel-Zaltbommel 1977.

- Pleijte, W., Iets over de oude brug te Zuilichem, in: Verslagen en Mededelingen Koninklijke Akademie van Wetenschappen, 3e reeks, deel 12, Amsterdam 1896, p. 290-297.

- Quack, J.C.W., Kort verslag der werkzaamheden door de commissie van onderstand voor noodlijdenden ten gevolge van watersnood in de dorpen Brakel, Pouderoyen, Zuilichem en Aalst, Dordrecht, 1861.

- Reglement voor het platteland van de provincie Gelderland benevens de verdeeling van hetzelve in hoofdschout-ambten en schout-ambten, Arnhem 1817.

- Reglement op het bestuur ten platten lande in de provincie Gelderland, z.pl. 1825.

- Robidé van der Aa, C.P.E., Oud-Nederland in de uit vroegere dagen overgeblevene burgen en kasteelen, Nijmegen 1841-1846, fascimile Zutphen 1978, nr. 52: Bouwvallen van het huis te Zuylichem.

- Vermeulen, F.A.J., De Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel III: De provincie Gelderland. Eerste stuk: De monumenten in de Bommeler- en Tielerwaard. Eerste aflevering: De Bommelerwaard, 's-Gravenhage 1932, p.285-288.

- Verslag van de Algemeene Commissie te Gorinchem tot leniging der rampen ontstaan door watersnood 1861, Gorinchem 1861.

- Vries, B.M.A. de, De lijsten van kiezers van afgevaardigden voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Provinciale Staten en de Gemeenteraad, 1851-1886, in: Broncommentaren VI-IX, nr. VI, 's-Gravenhage 1988.

- Wijnen, W. van, De geschiedenis van het dorp Zuilichem gezien vanuit de geologie, archeologie en cartografie, in: Tot in de bodem uitgezocht, Brakel 1990, p.20-27.

- Zanden, T. van der (eindred.), Rondom de Toren, Waardenburg 1994, p.46-52.
Buylinckx, J.J.A., Inventaris van het archief van het dorpsbestuur van Brakel 1645-1817, Brakel 1990 (Bommelerwaardse Bronnen 6).
Buylinckx, J.J.A., Inventaris van het archief van de gemeente Nederhemert 1811-1955, Zaltbommel 1990 (Bommelerwaardse Bronnen 10).
Cate, J.A. ten, Inventaris der bestuursarchieven van de departementen Bataafs Brabant, van de Dommel, Hollands Brabant en van de Monden van de Rijn alsmede van het arrondissement Breda van het departement der Twee Nethen, 1795-1814, 's-Hertogenbosch 1975 (Inventarisreeks Rijksarchief in Noord-Brabant, nr. 14).
Driessen, A.M.A.J., Watersnood tussen Maas en Waal. Overstromingsrampen in het rivierengebied tussen 1780 en 1810, Zutphen 1994 (Gelderse Historische Reeks XXI).
Dumont, S. en M. Kleijnen, 'Van Wege den Koning', Gemeentewapens en plaatsnamen in de Bommelerwaard, Zaltbommel 1992.
Dumont, S.M., Brakel, in: Th. en J. de Roos (red.), Gemeentehuizen in Gelderland : van Aalten tot Zutphen, Groningen / Arnhem 1995 (Werken Gelre 46), p.54-55.
Economisch Techonologisch instituut voor Gelderland, Het kleine boeren- en tuindersvraagstuk in de gemeente Zuilichem, z.pl. 1953.
Eyck van Zuylichem, F.N.M., Het voormalige kasteel te Zuijlichem, in: Geldersche Volksalmanak 1870, p.65-74.
Fockema Andreae, J.H., Het archief van de heerlijkheid Zuilichem, z.pl. z.jr (overdruk uit Verslagen Omtrent 's-Rijks Oude Archieven). Een kleine aanvulling op dit archief berust in het Streekarchief Bommelerwaard: J. Buylinckx, Plaatsingslijst van stukken behorende tot het archief van de heerlijkheid Zuilichem, 1630-1854, Zaltbommel 1993 (typescript).
Gelders molenboek, Zutphen 1969, p.53-65,352-355.
Geldersch Genootschap (ed.), Gemeente Brakel : Beschrijvingen gemeentelijke monumentenlijst, Deel I: Kernen Brakel en Zuilichem, Arnhem z.jr.
Geluk, A. (red.), 75 Jaar School met de Bijbel : geschiedenis van en herinnering aan de School met de Bijbel te Zuilichem (1909-1984), Zuilichem, 1984.
Geraedts, F.F.J.M., De hinderwetbescheiden, 1811-1952, in: Broncommentaren VI-IX, nr. IX, 's-Gravenhage 1988.
Gort, A.G., Inventaris van de archieven van het Polderdistrict Bommelerwaard beneden de Meidijk en de inliggende dorpspolders 1838-1968, Zaltbommel 1995 (Bommelerwaardse Bronnen 17).
Heeswijk, J.H.G.J. van, Het kasteel van Zuilichem, in: Tussen de Voorn en Loevestein XI(1975),nr.27, p.1-3.
Heeswijk, J.H.G.J. van, Iets over de rechterlijke indeling van de Bommelerwaard, in: Tussen de Voorn en Loevestein VI(1970),nr.17, p.22-24.
Heeswijk, J.H.G.J. van, Verdwenen molens uit de Bommelerwaard, in: Tussen de Voorn en Loevestein XIII(1977),nr.32, p.11-18.
Heeswijk, J.H.G.J. van, Zuilichem in oude ansichten, Zaltbommel 1982.
Heeswijk, J.H.G.J. van, Zuilichem in oude ansichten deel 2, Zaltbommel 1985.
Heiser, P. (red.), Zuilichem, in: Gelderland : handel-nijverheid-landbouw-toerisme-kunst-woon- en winkelcentrum, Lochem 1940, p.485-485.
Hofman, J. (red.), Archieven der gewestelijke besturen in de Bataafs-Franse tijd in Gelderland 1795-1813, 7 delen, Arnhem 1982-1983 (Gelderse inventarissenreeks, nr. 21).
Keijmel, P.D., Inventaris van het rechterlijk archief van de Bank van Zuilichem, Arnhem 1971 (typescript).
'Kèl, Kèl, waene tijd was tè' : uitgave ter gelegenheid van de tentoonstelling gehouden op zaterdag 8 april 1995 georganiseerd door de historische werkgroep Stichting de Vier Heerlijkheden in dorpshuis Den Ham in Zuilichem, z.pl. 1995.
Kocken, M.J.A.V., Van plattelandsbestuur naar gemeentebestuur, 's-Gravenhage 1973.
Koppert, G., 2000 jaar geleden bouwden Romeinen reeds vaste bruggen over onze grote rivieren, in: Westerheem XVIII(1969)nr.3, p.118-125.
Martens van Sevenhoven, A.H., Schets van de geschiedenis der burgerlijke gemeenten in Gelderland vóór de invoering der gemeentewet van 1851, in: Jonkheer mr. A.H. Martens van Sevenhoven. Een keuze uit zijn geschriften, Arnhem 1977 (Werken Gelre, nr. 35), p.203-257.
Moorman van Kappen, O, en O.W.A. baron van Verschuer, Tieler- en Bommelerwaarden 1327-1977. Grepen uit de geschiedenis van 650 jaar waterstaatszorg in Tielerwaard en Bommelerwaard, Tiel-Zaltbommel 1977.
Pleijte, W., Iets over de oude brug te Zuilichem, in: Verslagen en Mededelingen Koninklijke Akademie van Wetenschappen, 3e reeks, deel 12, Amsterdam 1896, p. 290-297.
Quack, J.C.W., Kort verslag der werkzaamheden door de commissie van onderstand voor noodlijdenden ten gevolge van watersnood in de dorpen Brakel, Pouderoyen, Zuilichem en Aalst, Dordrecht, 1861.
Reglement voor het platteland van de provincie Gelderland benevens de verdeeling van hetzelve in hoofdschout-ambten en schout-ambten, Arnhem 1817.
Reglement op het bestuur ten platten lande in de provincie Gelderland, z.pl. 1825.
Robidé van der Aa, C.P.E., Oud-Nederland in de uit vroegere dagen overgeblevene burgen en kasteelen, Nijmegen 1841-1846, fascimile Zutphen 1978, nr. 52: Bouwvallen van het huis te Zuylichem.
Vermeulen, F.A.J., De Nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst. Deel III: De provincie Gelderland. Eerste stuk: De monumenten in de Bommeler- en Tielerwaard. Eerste aflevering: De Bommelerwaard, 's-Gravenhage 1932, p.285-288.
Verslag van de Algemeene Commissie te Gorinchem tot leniging der rampen ontstaan door watersnood 1861, Gorinchem 1861.
Vries, B.M.A. de, De lijsten van kiezers van afgevaardigden voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Provinciale Staten en de Gemeenteraad, 1851-1886, in: Broncommentaren VI-IX, nr. VI, 's-Gravenhage 1988.
Vries, B.M.A. de, De lijsten van kiezers van afgevaardigden voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Provinciale Staten en de Gemeenteraad, 1851-1886, in: Broncommentaren VI-IX, nr. VI, 's-Gravenhage 1988.
Wijnen, W. van, De geschiedenis van het dorp Zuilichem gezien vanuit de geologie, archeologie en cartografie, in: Tot in de bodem uitgezocht, Brakel 1990, p.20-27.
Zanden, T. van der (eindred.), Rondom de Toren, Waardenburg 1994, p.46-52.
Bijlagen inleiding
LIJSTEN VAN BESTUURDERS EN FUNCTIONARISSEN
De lijsten zijn samengesteld op basis van onderzoek in notulen, jaarrekeningen, gemeenteverslagen en correspondentie in de in deze inventaris beschreven archieven. Omdat de bronnen voor die periode schaars zijn, is voor de jaren 1810-1817 ook gebruik gemaakt van de Zaltbommelse almanakken. De opgaven in die almanakken van de leden van de diverse besturen in de Bommelerwaard zijn echter, zowel ten aanzien van de spelling van de namen als ten aanzien van de zittingsjaren, onbetrouwbaar gebleken. Ze zijn dus met de grootst mogelijke voorzichtigheid gebruikt.1)
Het slechts kort waarnemen van een bepaalde functie in afwachting van de benoeming of verkiezing van een nieuwe bestuurder of functionaris is in de regel niet in de lijsten vermeld.
In de lijsten verwijst het eerste jaartal naar het jaar waarin zitting werd genomen. Soms verschilt dat van het jaar waarin men werd gekozen of benoemd. Een liggend streepje betekent 'tot en met' of 'tot in'.

1. GEMEENTE ZUILICHEM, NIEUWAAL EN AALST 1810-1811
BURGEMEESTER (MAIRE)
W.A. Versteegh 1810-1811
ADJUNCT-BURGEMEESTER (ADJOINT-MAIRE)
C. van Tuijl 1810-1811
RAADSLEDEN
De per 1 juni 1810 ingestelde gemeente kreeg tien raadsleden, maar de benoemde J. van Vugt werd om onbekende redenen niet beëdigd en heeft hoogstwaarschijnlijk niet als raadslid gefunctioneerd. Hij is dan ook niet in het onderstaande lijst opgenomen. De burgemeester en zijn adjunct waren niet tevens raadslid.
D. van Ballegoijen 1810-1811
M. van Brakel 1810-1811
C. Brouwers 1810-1811
H. van Os 1810-1811
B.G. Versteegh 1810-1811
E. Vinck 1810-1811
P. van Vugt 1810-1811
J. van Wijk 1810-1811
D. van der Zalm 1810-1811
GEMEENTESECRETARIS
J.A. Pfeiffer 1810-1811
GEMEENTE-ONTVANGER
J. van Kerkwijk 1810-1811

2. GEMEENTE ZUILICHEM EN NIEUWAAL 1811-1817
BURGEMEESTER
Van 1810 tot het vertrek van de Fransen, eind 1813, werd gesproken van 'maire', daarna tot eind 1817 van burgemeester.
W.A. Versteegh 1811-1817
ADJUNCT-BURGEMEESTERS
Tot het vertrek van de Fransen eind 1813 wordt ook vaak gesproken van 'adjoint-maire' of 'sous-maire' en daarna ook wel van 'vice-burgemeester'.
C. Brouwers 1811-1813
J. van Wijk 1813-1817
RAADSLEDEN
De eerste tien personen werden benoemd in september 1811. Het is door gebrek aan bronnen niet duidelijk of de eerste zeven ook allemaal hun benoeming aanvaarden en werden beëdigd. Van hen is verder geen vermelding meer gevonden, terwijl er vanaf 1813 wel andere raadsleden voorkomen (de laatste zeven in dit rijtje). Het is niet duidelijk of de eerste zeven niet in functie zijn getreden of inmiddels (in 1812 of 1813) waren afgetreden. De burgemeester en zijn adjunct waren niet tevens raadslid.
W. van Brakel 1811-1812?
A. van Brakel 1811-1812?
C. van Wijnen 1811-1812?
G. Klop 1811-1812?
L. de Geus 1811-1812?
G. de Fokkert 1811-1812?
J. van Hees 1811-1812?
J. van Wijk 1811-1813
J. de Vries 1811-1817
H. van Heusden 1811-1817
C. Brouwers 1813
M. van Brakel 1813?-1817
E. Vinck 1813?-1817
P. van Vugt 1813?-1817
J. van den Heuvel 1813?-1817
E. Verwers 1813?-1817
J.C. Klop 1813?-1817
C. H. van de Werken 1813?-1817
GEMEENTESECRETARISSEN
J.A. Pfeiffer 1811-1813
G.W. Versteegh 1814-1817
GEMEENTE-ONTVANGER
J. van Kerkwijk 1811-1817

3. GEMEENTE ZUILICHEM 1818-1955
BURGEMEESTERS
Van 1818 tot 1825 werd de term 'schout' gebruikt en vanaf die tijd de benaming burgemeester.
M. van Brakel 1818 (2)
J.C. Klop 1818-1850
A. van Os 1850-1874
M. Ruijmschoot 1875
C.R. Röntgen 1875-1876
J. van Waardhuizen 1876-1877
S.F. Monhemius 1877-1911
P.L. Honcoop 1911-1919
F. van Hoogstraten 1919-1937
C. Hobo (vanaf 1-1-1946 waarnemer) (3) 1937-1952
N. Borreman (waarnemer) 1945 (15 mei-2 oktober)
W.E.J. Bulk (waarnemer) 1952 - 1955
WETHOUDERS
Vanaf 1818 tot 1851 werd gesproken van assessoren, daarna van wethouders. De raad en het college van B. en W. werden in 1941 ontbonden. De wethouders E. van Dalen en P. Ruijmschoot worden gedurende de hele oorlog nog als wethouder betaald. Op 24 mei 1945 verklaarde de waarnemend burgemeester dat het college van B. en W. weer functioneerde, maar vroeg aan Gedeputeerde Staten om E.C. Hooijkaas te benoemen tot wethouder in plaats van P. Ruijmschoot. De andere wethouder van vóór de ontbinding van de raad in 1941, E. van Dalen, oefende zijn functie weer uit. Hij was in oktober 1945 echter geen kandidaat voor de noodraad.
M. van Brakel 1818
W. van Brakel 1818-1833
J. van Wijk 1818-1845
K. van Brakel 1836-1853
A.G. Brouwer 1845-1846
A. van Vugt 1847-1851,1853-1857
J.C. Klop 4) 1851-1869
M. Ruijmschoot 1857-1875
J. Honhof 5) 1869-1876,1876-1878
J. van Waardhuizen 6) 1875-1876,1878-1880
P. van Brakel 7) 1876-1880,1881-1883
P.J. Dingemans 1880-1881
P.J. van Wijgerden 1880-1888
N. Hooijkaas 1883-1911
J. van Vugt 1888-1901,1911-1919
W. van Wijgerden 1901-1903
A.J. van Waardhuizen 1903-1919
G.W. Klop 1919-1923
C.A. van Veen 1919-1927,1935-1939,1945-1946,1953-1955
E. van Dalen 1923-1935,1939-1941,1945
P.J. van Brakel 1927-1930
P. Ruijmschoot 1930-1935,1939-1941
J. van Waardhuizen 1935-1939
C. Hooykaas 1936-1937
E.C. Hooijkaas 1945-1946
A. Westerlaken 1946-1949
B. van Been 1946-1953
N.D. Bakker 1949-1955
RAADSLEDEN
In 1941 werd de gemeenteraad ontbonden en nam de burgemeester de taak van de raad waar (laatste vergadering 29 augustus 1941). Na de tweede wereldoorlog werd er eerst een tijdelijke (nood)gemeenteraad benoemd (1945-1946). Het was de bedoeling dat een kiescollege die noodraad zou kiezen. De meeste geselecteerden bedankten echter voor het kiescollege omdat men vond dat er gewone verkiezingen plaats zouden moeten vinden en slechts drie mensen (E.C. Hooijkaas, C.A. van Veen en H. Westerlaken) stelden zich kandidaat voor het raadslidmaatschap. Zij werden vervolgens op 22 oktober 1945 zonder stemming benoemd. De eerste vergadering vond plaats op 7 december 1945. De eerste vrije verkiezingen na de oorlog vonden plaats op 26 juli 1946.
M. van Brakel 1818
J. van Wijk 1818-1845
J. de Vries 1818-1826
J. Heistek 1818-1830
W. van Brakel 1818-1833
G. van Wijgerden 1826-1837
K. van Brakel Azn. 1826-1853
A. van Vugt 1833-1880
K. van Brakel Wzn. 1834-1835
P. van Brakel 1836-1839
A.G. Brouwer 1836-1846
L. van Brakel 1839-1846
W. van Genderen 1845-1869
J. Honhof 1846-1878
M. Ruijmschoot 1847-1875
J. van Randwijk 1848-1856
J.C. Klop 1851-1869
M. van Brakel 1851-1853
J. van Waardhuizen 1853-1880
D. Dalm 1856-1871
P.J. Dingemans 1869-1885
P. van Brakel 1871-1883
P.J. van Wijgerden 8) 1871-1888
E.C. Klop 1875-1877
H. van der Linden 1877-1918
A.M. Ruijmschoot 1878-1883,1885-1919
N. Hooijkaas 1880-1919
J. van Vugt 1880-1923
P.K. van Brakel 1883-1885
E.G. van Genderen 1883-1892
A. Dingemans 1885-1893
W. van Wijgerden 1888-1903
A.J. van Waardhuizen 1892-1919
S.F. Monhemius 1893-1911
C. Duijser 1901-1913
G.W. Klop 1913-1923
E. van Dalen 1917-1941,1945
L. van der Linden 1918-1919
J.J. Verhoeks 1919-1923
E.C. van Maaren 1919-1923
C.A. van Veen 1919-1941,1945-1955
C. Hooijkaas 1919-1941
C. van de Water 1923-1927
P.J. van Brakel 1923-1930
M. van Brakel 1923-1935
A. van Vugt 1923-1941,1946-1953
H.W. Kanselaar 1927-1934
P. Ruijmschoot 1930-1941
H. Westerlaken 1935,1939-1941,1945-1946
J.J. van Wijk 1935-1939
J. van Waardhuizen 1935-1941
M. van der Maas 1941,1946-1955
E.C. Hooijkaas 1945-1955
A. Westerlaken 1946-1953
N.D. Bakker 1946-1955
B. van Veen 1946-1955
J. van den Bogert 1953-1955
A.M. van Loopik 1953-1955
GEMEENTESECRETARISSEN
M. van Brakel 1818
J.C. Klop 1818-1851
C.C. van Hulst 1851-1875
S.F. Monhemius 1875-1911
G. den Hollander 1911-1916
P.L. Honcoop 1916-1919
F.P.L.C. van Lingen 1919-1920
A.J. van Waardhuizen (waarnemer) 1920
J. Tjalma 1920-1922
R. Tjalma 1922-1931
H.C. van Os 1931-1954
P.L. Poot (waarnemer) 1954-1955
GEMEENTE-ONTVANGERS
J. van Kerkwijk 1818-1821
G. van Leeuwen 1821-1844
C.C. van Hulst 1844-1845
S.F. Monhemius 1846-1851,1853-1877
J. Honhof 1851-1853
A.J. van Waardhuizen 1877-1892
E.G. van Genderen 1892-1922
A.P. van Genderen 1922-1955
NOTEN BIJ DE LIJSTEN VAN BESTUURDERS EN FUNCTIONARISSEN
1. Een, overigens incomplete, serie van deze almanakken berust in de bibliotheek van het Maarten van Rossummuseum te Zaltbommel. Het streekarchief beschikt over fotokopieën van de lijsten van bestuurders en functionarissen.
2. M. van Brakel bedankte al in februari 1818 voor de functies van schout en secretaris, werd vervolgens wel raadslid en assessor, maar overleed eind mei 1818.
3. C. Hobo bleef in functie tijdens de tweede wereldoorlog en moest, zoals alle burgemeesters die op hun post gebleven waren, de uitoefening van zijn ambt als burgemeester staken op grond van een besluit van de commissaris van het Militair Gezag van 14 mei 1945. N. Borreman nam de functie tijdelijk waar. De 'staking' werd opgeheven met ingang van 3 oktober 1945. Het besluit bereikte Zuilichem echter pas op 14 oktober 1945, zodat waarnemend burgemeester Borreman nog tot die dag in functie bleef. Wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd werd Hobo met ingang van 1 januari 1946 ontslagen (door de tijdsomstandigheden reeds een jaar vertraagd), maar met onmiddellijke ingang weer benoemd tot waarnemend burgemeester. Gezien de reeds bestaande plannen tot een gemeentelijke herindeling in de Bommelerwaard werd er geen nieuwe (vaste) burgemeester benoemd. Toen de uitvoering van de herindeling op zich liet wachten, werd in 1952 op uitdrukkelijk verzoek van Hobo een nieuwe waarnemer benoemd.
4. J.C. Klop werd tot wethouder benoemd in 1851, maar hield de benoeming in beraad. In de raadsnotulen is verder niets meer gevonden over deze kwestie. Klop trad wel gewoon als wethouder op.
5. J. Honhof trad af in 1876, maar nog datzelfde jaar werd hij weer benoemd in de vacature J. van Waardhuizen.
6. Toen J. van Waardhuizen in 1876 burgemeester werd (benoeming bij Koninklijk Besluit van 8 juni 1877, installatie 29 juni 1877) moest hij zijn wethouderschap neerleggen. Hij bleef wel raadslid. Na het beëindigen van zijn burgemeesterschap in 1877 werd hij in 1878 weer tot wethouder gekozen.
7. P. van Brakel trad af in 1880 en werd opgevolgd door P.J. Dingemans (raadsvergadering 8 december 1880). In 1881 volgde Van Brakel echter Dingemans weer op als wethouder (raadsvergadering 6 september 1881).
8. P.J. van Wijgerden werd gekozen in 1870, maar tijdens de raadsvergadering van 3 december 1870 niet toegelaten als raadslid in verband met een protest tegen zijn verkiezing. In raadsvergadering van 31 december 1870 bleek dat Gedeputeerde Staten besloten hadden dat hij moest worden toegelaten. De raad besloot zich daarbij neer te leggen. De beëdiging vond pas plaats op 8 februari 1871.
Inventaris
3. Archief van de gemeente Zuilichem, 1818-1955
3.2. Stukken betreffende afzonderlijke onderwerpen
3.2.2. Taakuitvoering
3.2.2.6. Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
3.2.2.6.2. Volkshuisvesting
3.2.2.6.2.2. Stellen van eisen aan gebouwen
1692-2843 Stukken betreffende het verlenen van bouwvergunningen, 1903-1955
1707 Zuilichem, Zijlstraat 4: Bouw karschuur tegenover zijn woning, 13-01-1909 i
3008 Archieven van het gemeentebestuur van Zuilichem, Nieuwaal en Aalst 1810 - 1811, Zuilichem en Nieuwaal 1811 - 1817 en Zuilichem 1818 - 1955, 1810-1955
Inventaris
3. Archief van de gemeente Zuilichem, 1818-1955
3.2. Stukken betreffende afzonderlijke onderwerpen
3.2.2. Taakuitvoering
3.2.2.6. Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting
3.2.2.6.2. Volkshuisvesting
3.2.2.6.2.2. Stellen van eisen aan gebouwen

1692-2843 Stukken betreffende het verlenen van bouwvergunningen, 1903-1955
1707
Zuilichem, Zijlstraat 4: Bouw karschuur tegenover zijn woning, 13-01-1909
Bouwwerk:
Bouw karschuur tegenover zijn woning
Huidige gemeente:
Zaltbommel
Tekeningen:
Nee
Besluitdatum:
13-01-1909
Aanvrager:
A. van der Meijden  
Adres:
Zuilichem, Zijlstraat 4  
Opmerkingen:
In 1909: Zeilsteeg. Geen vergunning aanwezig. De aangegeven datum is de datum van de aanvraag. Huisnummer (is huisnummer van de woning) herleid via bevolkingsregisters, persoonskaart en woningkaart. Bevolkingsregister 1900-1910: 106e. Bevlokingsregister 1920-1925 Zeilsteeg 123 en vervolgens Zeilsteeg 127. Bevolkingsregister 1925-1941 Zeilsteeg 100. Vanaf Volkstelling 1930 Zijlsteeg 102. Per 23-08-1948 vernummerd in Zijlsteeg 134. Per 01-07-1955 vernummerd in Zijlstraat 4.

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga

Kenmerken

Status toegang:
Definitieve toegang / toegang afgerond
Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Openbaarheid:
Onbeperkt
Omvang in meters:
52,50