Archieven

 

Uw zoekacties: Archief van de gerechtsbank van de hoge heerlijkheid IJzendo...

1523 Archief van de gerechtsbank van de hoge heerlijkheid IJzendoorn, 1666-1811

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
2. Context
2.2. Institutionele geschiedenis
1523 Archief van de gerechtsbank van de hoge heerlijkheid IJzendoorn, 1666-1811
Inleiding
2. Context
2.2.
Institutionele geschiedenis
De oudste vermelding van IJzendoorn dateert uit de periode 850-865 en is slechts overgeleverd in de vorm van een 12e-eeuws afschrift van een oorkonde. De naam IJzendoorn is afgeleid van een oude rivierloop, die vanaf de Waal in noordelijke richting stroomde en dat "Isandra" heette. Aan dat riviertje ontstond de nederzetting. In de periode 1811-1817 hoorde IJzendoorn bij de gemeente Ochten. Van 1818 tot 1923 was het een eigen gemeente. Daarna hoorde de plaats tot 2002 bij de gemeente Echteld. Vanaf 2002 maakt IJzendoorn deel uit van de gemeente Neder-Betuwe.

In 1281 droegen Hendrik en Godfried van Ochten, mede namens verwanten, al hun goederen te IJzendoorn over aan Rudolf de Cock. Rudolf was hoogstwaarschijnlijk de grootvader van Willem de Cock van IJzendoorn Willemszoon, die voor het eerst vermeld wordt in 1318. Deze Willem ontving in 1345 van hertog Reinoud III het huis en het gericht van IJzendoorn met de hoge en lage jurisdictie, met uitzondering van de halve hoge heerlijkheid. Zijn zoon Willem werd in 1369 beleend met de heerlijkheid. De rechten op de andere helft van de hoge jurisdictie werden namens de hertog uitgeoefend door de ambtman van de Neder-Betuwe. Dat laatste is aantoonbaar tot uiterlijk het einde van de 16e-eeuw, daarna lijkt het erop dat de hoge rechtsmacht alleen bij de heer van IJzendoorn berustte. Overigens heeft het feit dat in de kleine heerlijkheid slechts zelden criminele processen voorkwamen er iets mee t te maken dat het hertogelijk recht op de helft van de hoge jurisdictie geleidelijk in vergetelheid raakte.
Zie voor de heren en vrouwen van IJzendoorn, de jurisdictie, de functies van schout, richter en gecommitteerden (later schepenen), de wijze van rechtspreken, het recht op appèl, etc., de uitstekende publicatie van De Vries. * 

Kenmerken

Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Openbaarheid:
Onbeperkt
Omvang in meters:
1,3
Opmerkingen:
Archieven van plaatselijke en regionale gerechtsbanken van voor 1811 worden ook (oud) rechterlijke archieven (ORA) genoemd. De rechtsprekende instelling wordt ook schepenbank, gerichtsbank of vierschaar genoemd.
Geografische namen: