Archieven

 

Uw zoekacties: Archief van de (hoge) gerechtsbank van Deil in het ambt Bomm...

1513 Archief van de (hoge) gerechtsbank van Deil in het ambt Bommeler- en Tielerwaard, 1536 - 1811

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiƫrarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiƫrarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
2. Context
2.2. Institutionele geschiedenis
1513 Archief van de (hoge) gerechtsbank van Deil in het ambt Bommeler- en Tielerwaard, 1536 - 1811
Inleiding
2. Context
2.2.
Institutionele geschiedenis
Zaltbommel heeft van ouds met het haar omringende gebied van de Bommelerwaard en dat van de overzijde van de Waal gelegen Tielerwaard een bijzondere eenheid gevormd. Het betrof twee afzonderlijke ambten, maar het ambtmanschap vormde een personele unie. De ambtman van de Bommelerwaard en Tielerwaard was de vertegenwoordiger van de landsheer (graven, later hertogen van Gelre). In juridische zin hoorde het platteland van de Bommelerwaard en Tielerwaard, met uitzondering van enkele hoge heerlijkheden (Hedel, Ammerzoden, Nederhemert en Poederoijen), tot het rechtsgebied van Zaltbommel. Die plaats kende waarschijnlijk al in de 13e eeuw stadsrechten, maar de oudst bewaarde tekst van dat stadsrecht dateert van 1315. Al op 28 juni 1276 wordt er voor het eerst in bewaard gebleven bronnen melding wordt gemaakt van schepenen in Zaltbommel ("scabini opidi in Bomele") die de vrijwillige (volontaire) rechtspraak in de Bommeler- en Tielerwaard uitoefenen. *  Ook is er al in 1306 in de bronnen sprake van de rechtsmacht (jurisdictio) van Zaltbommel *  en kent Zaltbommel al vanaf 1294 twee jaarmarkten. * 

De stadsrechten van Zaltbommel zijn ook vastgelegd, bekrachtigd en uitgebreid op 19 oktober 1316 toen dezelfde graaf Reinald in de zogenaamde "Eening" de landrechten van de inwoners van de Bommeler- en Tielerwaard verenigde met de stadsrechten van Zaltbommel uit 1315. * 

Aanvankelijk kende de schepenbank van Zaltbommel 16 schepenen, 8 uit de stad en 8 uit de Bommelerwaard en de Tielerwaard. Later, na de totstandkoming van de vier hoge banken in 1335 (zie hieronder), kende de schepenbank van de stad 8 schepenen.
In 1335 werden er voor het platteland van de Bommeler- en Tielerwaard vier schepenbanken opgericht: Driel en Zuilichem in de Bommelerwaard, Tuil en Deil in de Tielerwaard. *  Elke bank bestond uit een richter (als vertegenwoordiger van de ambtman), twaalf schepenen, waarvan er bij roulatie steeds acht in functie waren, en een secretaris. De richter zat beide banken van een waard voor. Deze schepenbanken werden, ter onderscheid van de op het platteland ook bestaande lage heerlijkheden met lage jurisdictie, ook vaak aangeduid als hoge banken. Ze spraken, evenals de schepenbank van Heerewaarden, echter alleen recht in civiele zaken, criminele zaken bleven tot de competentie horen van de schepenbank van Zaltbommel. Onder de Hoge Bank van Driel vielen naast Driel (Kerkdriel, Velddriel en Hoenzadriel) ook Rossum, Hurwenen (met een deel van de buurtschap Oensel). Onder de Hoge Bank van Zuilichem vielen behalve Zuilichem ook Brakel, Gameren, Nieuwaal, Aalst, Bruchem, Kerkwijk en Delwijnen. Onder de Hoge Bank van Tuil vielen naast Tuil ook Herwijnen, Hellouw, Haaften, Waardenburg, Neerijnen, Opijnen, Est, Heesselt, Varik, Ophemert en Zennewijnen. Onder de Hoge Bank van Deil vielen naast Deil ook Gellicum, Rumpt, Enspijk, Geldermalsen, Meteren, Wadenoijen en Drumpt.

Het landrecht van 1335, waarin de organisatie van de vier plattelandsbanken werd geregeld, is later nog enkele malen herzien. * 
Anders dan wellicht verwacht en vaak gedacht wordt, zetelden de vier hoge banken niet in de plaatsen met die naam, maar spraken zij recht op het stadhuis te Zaltbommel. Ook waren de plaatsen waar de banken naar genoemd werden ook net als de andere plaatsten die onder de jurisdictie hoorden dagelijkse heerlijkheden met onder meer zeer beperkte juridische bevoegdheden. Overigens zijn vaak weinig archiefstukken bewaard gebleven, die getuigen van die juridische bevoegdheden van de dagelijkse heerlijkheden. * 
De vonnissen van de schepenbank werden uitgesproken op naam van de ambtman, de vertegenwoordiger van de landsheer in de streek, die zich in Zaltbommel door een richter liet vervangen. De richter of schout was geen rechter in de moderne zin van het woord, maar hij riep de rechtbank bijeen en trad op als voorzitter. In criminele zaken en in minder belangrijke strafzaken (delicten), die als civiele zaken werden afgehandeld, trad hij ook op als openbaar aanklager en zorgde voor de executie van de vonnissen, maar had geen deel aan de totstandkoming van de vonnissen. Het spreken van recht (het vonnissen) was voorbehouden aan de schepenen die vaak advies inwonnen van rechtsgeleerden. Kuys schrijft in zijn studie over de ambtman in het Kwartier van Nijmegen: "Om de rechter in oude zin te onderscheiden van de moderne rechter, wordt in de Gelderse rechtshistorische literatuur ter aanduiding van eerstgenoemde de term "richter" gebruikt, ...". Dat door hem gevolgde gebruik is ook in deze inventaris aangehouden, maar in dit archief worden de termen richter en schout door elkaar gebruikt. In de beschrijvingen in deze inventaris is steeds de benaming gebruikt zoals die in de beschreven stukken voorkomt. * 
Van vonissen van de Bank van Deil stond beroep open op het sinds 1543 bestaande Hof voor Gelre en Zutphen te Arnhem (en zijn rechtsopvolgers tot 1811).

Het (administratieve, politieke, financiƫle) bestuur van Deil en de overige dorpen die tot de bank behoorden berustte bij de respectievelijke dorpsbesturen (geƫrfdenorganisaties).
De dagelijkse heerlijkheid Waardenburg hoorde tot de Bank van Tuil. *  Lang was vrijwel onbekend dat Waardenburg desondanks enkele jaren, in ieder geval vanaf 1535, maar wellicht al eerder, tot 1539, een eigen schepenbank heeft gehad en al helemaal dat er ook akten van die bank bewaard zijn gebleven. Dat werd (her)ontdekt door de heer P. van Maanen uit Waardenburg, die in diverse archieven losse schepenakten (grossen) van Waardenburg aantrof. Nader onderzoek leverden stukken op in het archief van de stad Zaltbommel (aanwezig in het RAR) en het archief van de Huizen Waardenburg en Neerijnen (aanwezig in het Gelders Archief) die handelen over het conflict dat ontstond toen Walraven van Arkel als heer van Waardenburg een eigen schepenbank instelde. Bij landschapsresolutie van 29 juni 1538 werd hem expliciet aangezegd een einde te maken aan de werkzaamheden van die schepenbank. Daarna heeft hij nog tot 1570 tevergeefs geprobeerd om Waardenburg erkend te krijgen als hoge heerlijkheid met daarbij behorend recht op een eigen schepenbank. * 
Een aantal akten van deze Schepenbank van Waardenburg zijn opgenomen in de oudst bewaard gebleven registers (dingsignaat en geloftesignaat) van de Bank van Deil. Het is niet bekend waarom die akten juist in het archief van de Bank van Deil terecht zijn gekomen, temeer daar de dagelijkse heerlijkheid Waardenburg hoorde onder de Bank van Tuil en niet onder die van Deil. Omdat de registers niet te splitsen waren en om de onderzoeker te wijzen op deze merkwaardige situatie is bij het Regionaal Archief Rivierenland een afzonderlijke toegang aangemaakt voor die archiefstukken van de Schepenbank van Waardenburg, slechts bestaande uit verwijzingen naar de genoemde registers. * 

Kenmerken

Status toegang:
Definitieve toegang / toegang afgerond
Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Openbaarheid:
Onbeperkt
Omvang in meters:
27,6
Opmerkingen:
Archieven van plaatselijke en regionale gerechtsbanken van voor 1811 worden ook (oud) rechterlijke archieven (ORA) genoemd. De rechtsprekende instelling wordt ook schepenbank, gerichtsbank of vierschaar genoemd.