Archieven

 

Uw zoekacties: Archief van het gemeentebestuur van Zoelen, 1811 - 1945

0700 Archief van het gemeentebestuur van Zoelen, 1811 - 1945

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Context
Institutionele geschiedenis / Biografie
0700 Archief van het gemeentebestuur van Zoelen, 1811 - 1945
Inleiding
Context
Institutionele geschiedenis / Biografie
Na de inlijving van het Koninkrijk Holland bij Frankrijk, in 1810, werd Nederland ingedeeld in departementen, arrondissementen, kantons en mairieën. De mairieën zijn de voorlopers van de gemeenten. Daarnaast kwam een scheiding tot stand tussen rechterlijke macht, waterstaatsbestuur en algemeen bestuur. In 1811 werden gemeenten met minder dan 5000 zielen ingedeeld: Zoelen vormde samen met Kapel-Avezaath en Kerk-Avezaath de mairie Zoelen. Aan het hoofd van de Mairie stond de Maire (de burgemeester). De conseil municipal of gemeenteraad had als belangrijkste taak het controleren van de financiën.
Na het einde van de inlijving bij Frankrijk in 1813 werd de Maire vervangen door een burgemeester. De municipale raden werden gemeenteraden en kregen meer bevoegdheden. De indeling in departementen, arrondissementen en kantons kwam te vervallen. Hiervoor in de plaats kwamen provincies. In 1817 werden Reglementen voor het bestuur van Steden en voor Gemeenten ten plattelande vastgesteld. Het platteland werd ingedeeld in hoofdschoutambten en schoutambten (gemeenten). Dit reglement trad in werking op 1 januari 1818.
Het dagelijks bestuur van het schoutambt lag bij de schout (burgemeester) en twee assessoren (wethouders). In 1825 werd een nieuw Plattelandsreglement vastgesteld. De termen schoutambt en hoofdschoutambt verdwenen. Voortaan sprak men van gemeenten en districten. De naam schout veranderde in burgemeester.
Met de inwerkingtreding van de Gemeentewet in 1851 verviel het onderscheid tussen steden en gemeenten ten plattelande. Alle gemeenten kregen vanaf toen eenzelfde organisatiestructuur. Tot ongeveer 1870 waren de taken van gemeenten beperkt. Het uitgangspunt was de Nachtwakerstaat, waarbij de nadruk van de overheidsbemoeiïng lag op de terreinen van de openbare orde en onderwijs. Vanaf 1870 breidde de bemoeienis van het lokale bestuur langzaam uit. Vooral door ernstige epidemieën en andere schrijnende situaties met betrekking tot gezondheidszorg en welzijn was het noodzakelijk dat de overheid meer maatregelen ging nemen op terreinen van gezondheidszorg, leefbaarheid, huisvesting, riolering etc.
Op 1 januari 1978 werd een gemeentelijke herindeling doorgevoerd: de voormalige gemeenten Beusichem, Buren en Zoelen vormden toen de nieuwe gemeente Buren.
De huidige gemeente Buren is ontstaan in 1999, door een fusie van de gemeenten Buren en de met de gemeenten Maurik en Lienden. De gemeente telt nu 14 kernen, met in totaal ruim 26000 inwoners. Het bestuur van de gemeente bestaat uit drie organen: de burgemeester, burgemeester en wethouders en de gemeenteraad. De burgemeester (tot 1825 schout genoemd) werd aangesteld bij Koninklijk Besluit. Wethouders (tot 1825 assessoren genoemd) werden tot 1850 aangesteld door de Gouverneur. Vanaf de invoering van de Gemeentewet gebeurde dit door de gemeenteraad. De leden van de raad werden gekozen door de stemgerechtigde kiezers.
Tot ca 1900 zijn de volgende functionarissen in dienst geweest van de gemeente: secretaris, gemeente-ontvanger, gemeentebode, veldwachters, cipier (tot 1842), onderwijzers, heel- en vroedmeester, nachtwachten, portiers, onbezoldigd buitengewoon veldwachter.

Kenmerken

Status toegang:
Toegang met onbewerkte aanvulling
Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Openbaarheid:
Beperkt - zie inventaris
Omvang in meters:
53,16