Archieven

 

Uw zoekacties: Archief van Fonds van der Mieden, 1797 - 1995

0483 Archief van Fonds van der Mieden, 1797 - 1995

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiƫrarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiƫrarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1.1. Geschiedenis van het fonds
0483 Archief van Fonds van der Mieden, 1797 - 1995
1. Inleiding
1.1.
Geschiedenis van het fonds
Elisabeth van der Mieden, weduwe van Arien Knuyver, secretaris van de hoge en vrije heerlijkheid Gent en Erlecom, en echtgenote van Jan van Erp, bepaalde bij testament, opgemaakt te Bemmel op 28 november 1787 (geregistreerd in het 8e signaat van Testamenten en andere uiterste willen des ambts Overbetuwe, fol. 219), dat, na aftrek van enkele legaten, en onder voorbehoud van de lijftocht van haar echtgenoot tot hertrouwens toe, haar gehele vermogen zou moeten worden aangewend tot het onderhoud en de studie van een of twee jongelingen, zich voorbereidend respectievelijk studerend in de protestantse theologie. Tot provisor van dit fonds werd door haar aangewezen de ambtman van Overbetuwe, die twee der ambtsjonkers tot medeprovisoren mocht kiezen, terwijl de tijdelijke scholtis van het schoutambt Bemmel tot executeur van haar testament en als rentmeester van deze prebenden werd aangewezen.
Elisabeth van der Mieden, de erflaatster, overleed te Bemmel op 8 maart 1797, haar echtgenoot, die veel jonger was, hertrouwde niet en overleefde haar vele jaren, tot hij te Bemmel op huize Brugdijk de 23e april 1824 overleed. Eerst toen kon dus tot de uitvoering der bepalingen van het testament worden overgegaan. Als executeur trad volgens de bepalingen op de schout of burgemeester van Bemmel, J.F. de Ranitz, welke met de andere erfgenamen tot scheiding en deling der nalatenschap is overgegaan.
Na de opheffing van het ambt van Overbetuwe werd de positie van de ambtman en twee ambtsjonkers als bestuur van het fonds overgenomen door de dijkgraaf van Overbetuwe en twee door hem aan te wijzen heemraden. Als eerste provisor trad op, conform de bepalingen van het testament, de dijkgraaf van Overbetuwe als ambtsnavolger van de ambtman, D.R.J. baron van Lijnden, welke tevens districtscommissaris, later hoofdschout, van Overbetuwe was. Deze wees twee heemraden als medeprovisoren aan. Volgens het Koninklijk Besluit van 2 december 1823 (stbl. no 49) oefenden gedeputeerde staten het oppertoezicht uit, terwijl een ontvanger (rentmeester) volgens artikel 2 van dit besluit door het bestuur van het fonds mocht worden benoemd. Over het oppertoezicht, en met name de positie van de dijkgraaf, blijkt in de periode rond 1850 toch weer onduidelijkheid te zijn. Het gaat er dan om in hoeverre de dijkgraaf mag worden gezien als de opvolger van de ambtman. Gedeputeerde staten geven hierover in hun besluit van 11 juli 1851 uitsluitsel: de dijkgraaf kan niet worden gezien als opvolger van de ambtman alleen omdat de voormalige ambtman ook de functie van dijkgraaf waarnam. Zij zelf beschouwen zich nog steeds als houder van het opppertoezicht. * 
Deze bestuursinrichting is gehandhaafd tot in 1980. Op 17 november van dat jaar te voor notaris H.A.Th. Lohman te Elst de akte gepasseerd, waarbij het fonds werd omgezet in een stichting. * 
De koppeling tussen het bestuur van de stichting en dat van het polderdistrict is daarmee in principe losgelaten. Sindsdien wordt ook niet meer gesproken van provisoren, maar van voorzitter, secretaris en penningmeester, terwijl in de plaats van de administrateur de rentmeester is gekomen. De functie van administrateur, die meestal werd waargenomen door de secretaris van het polderdistrict Overbetuwe, is momenteel in handen van de heer J.T.M. Derksen, oud-secretaris van het inmiddels uit de polderdistricten Over- en Nederbetuwe ontstane polderdistrict Betuwe.
Bij akte, op 12 oktober 1993 verleden voor notaris TAM. Weijermans te Elst, werden de statuten in die zin gewijzigd, dat de leeftijdsgrens voor bestuursleden werd opgetrokken van 65 naar 70 jaar.
1.2. Geschiedenis van het archief
1.3. Verantwoording van de inventarisatie
1.4. Aanwijzingen voor het gebruik
1.5. Provisoren van het Fonds Van der Mieden
1.6. Administrateurs

Kenmerken

Datering:
1797 - 1995
Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Openbaarheid:
Na 20 jaar
Omvang in meters:
2
Toegangstitel:
W. Zondervan, aangevuld en bewerkt door P.G.J. Huismans, Inventaris van het archief van het Fonds van der Mieden (1767) 1797 - 1956 (1988)