Archieven

 

Uw zoekacties: Archief van het bestuur van het Gemeneland van Buren, (1592) 1633-1838

0437 Archief van het bestuur van het Gemeneland van Buren, (1592) 1633-1838

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1.1. Algemeen
1.2. Samenstelling * 
1.3. Benoeming
1.4. Taken en bevoegdheden
1.5. Verhouding ten aanzien van het college van de Hoge Lekkedijk
0437 Archief van het bestuur van het Gemeneland van Buren, (1592) 1633-1838
1. Inleiding
1.5.
Verhouding ten aanzien van het college van de Hoge Lekkedijk
In 1825 ging het college van gecommitteerdens dieper in op de vraag wat haar relatie was tot het college van de Hoge Lekkedijk, waarbij men ver in de geschiedenis terugging. Het college van de Hoge Lekkedijk van Beusichem en Zoelmond was een instelling die behoorde bij de heerlijkheid van Beusichem in de tijd dat de graven van Buren aangeduid werden als de heren van Buren en Beusichem. Toen Buren verheven werd tot een graafschap werden Beusichem en Zoelmond met de overige dorpen in dat graafschap gebracht onder een bestuur, toen bekend onder de benaming van Gecommitteerden ter Policie en financiën 's lands van Buuren. Dit bestuur kreeg ondermeer als taak het oppertoezicht over alle dijken en waterwerken. Het dijkscollege van de hoge Lekkendijk te Beusichem was van 'oudtijds geconstitueerd' geweest uit de tijdelijke drossaard onder de benaming van dijkgraaf, het lid uit het College van Gecommitteerdens dat vanwege Beusichem en Zoelmond zitting had en de schout van de plaats met de buurmeesters uit de polder. De werkzaamheden onder de benaming van het Collegie van den Hogen Lekkendijk bestonden uit het surveilleren van den spoorslag van de dijk en het houden van dijklegers, zodra de voor die dijk liggende Koornkade - die nagenoeg dezelfde hoogte als de Lekdijk bezat - in gevaar dreigde te komen. Deze dijklegering werd door het college van gecomitteerdens dadelijk overgenomen bij het onderwater komen de landen tussen de Koornkade en de dijk gelegen. Dit vanwege de onzekerheid voor groter gevaar voor het achterliggende gebied en om dat het college van gecomitteerdens, als vertegenwoordigende de gezamenlijk geërfden 's lands van Buren, kon beschikken over de gemenelandskas en dus over eventueel benodigde gelden voor te treffen maatregelen.
Men was dan ook van mening dat het dijkcollegie van de Hoge Lekkendijk ondergeschikt was aan het college van gecommitteerdens aan en de leden zich hiervan moesten schikken naar de opdrachten van het gemelde college van gecommitteerdens zodra deze zich op de Lekdijk bevonden en de beheersing van het dijkscollege hadden overgenomen. Dit verklaarde ook het ontbreken van een dijkreglement. Het wachthuis en dijkmagazijn met alle materialen behoorde toe aan het college van gecommitteerdens, dat zonder tussenkomst van het dijkscollege van de hoge Lekkedijk, de aanbesteding van al het rijshout, noodstuiken en dijkmaterialen deed en betaalde. De leden van het dijkscollege genoten ook geen salaris uit de gemeenlandskas en ontvingen slechts vacaties bij dijklegering. De Gecommitteerde van Beusichem en Zoelmond genoot een hoger tractement dan de overige gecommitteerden daar hij belast was met de inspectie van de Koornkade, met name bij hoog water.
Uitgaande van het besluit van de Raad en Rekeningen van de Prins van Oranje uit 1786 zou het Hoge Lekdijkscollege zijn opgeheven en de taken ondergebracht bij de gecommitteerden. Tot in 1838 trad echter het dijkscollege zelfstandig op? In 1825 ontkende het college van gecommiteerden echter nog het bestaan van de functie van dijkgraaf.
1.6. Verhouding ten aanzien van het college over de Aals- en Lingedijk en de Lingestoel
1.7. Opheffing
1.8. Verantwoording inventarisatie
1.9. Verantwoording herinventarisatie in 2002
1.10. Bijlage 1: Eed van de gecomitteerden 1802
1.11. Bijlage 2: Eed van de secretaris 1802
Inventaris

Kenmerken

Datering:
(1592) 1633-1838
Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Openbaarheid:
Onbeperkt
Omvang in meters:
6,50
Opmerkingen:
Verklaring van overbrenging in toegang 0040, dossiernummer 424 'stukken betreffende dienstverlening aan het Waterschap 2003-2007'.