Hoewel dit college in 1633 is opgericht, omvat het oudste deel, (inv. nr. 1.) pas de periode 1694-1856. Het oudste losse stuk is een aantekening uit 1824 (die toevalligerwijze in het oudste deel lag). Ook van het 19e eeuwse archief is het meeste verloren gegaan. Zelfs de 20e eeuw is niet vrij van hiaten. Kortom het archief is maar een rest-archiefje. Er valt eigenlijk alleen maar iets met zekerheid over de 20e eeuwse archiefzorg te zeggen. Er werd geen oude ordening aangetroffen. Wel bevond zich het grootste gedeelte van de ingekomen en minuten van uitgaande stukken enigszins chronologisch in ordners en werd een aantal omslagen aangetroffen, maar deze bevatten meestal, zowel stukken betreffende meerdere onderwerpen als dossiers. Het archief maakte niet de indruk, dat er erg systematisch was gevormd en verzorgd. In de 19e en 20e eeuw berustte het archief bij de secretaris-curator, alhoewel vermeld dient te worden, dat het oudste deel een 19e eeuws secretariestempel bevat, wat zou kunnen duiden op (tijdelijke) bewaring in het stadhuis.