Archieven

 

Uw zoekacties: Archief van het Gemeentelijk Gymnasium te Tiel, (1694) 1717 - 1971

0016 Archief van het Gemeentelijk Gymnasium te Tiel, (1694) 1717 - 1971

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiƫrarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiƫrarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1.1. Algemeen
1.2. Voorgeschiedenis
1.3. Stedelijke Latijnse school
1.3.1. 16e eeuw
0016 Archief van het Gemeentelijk Gymnasium te Tiel, (1694) 1717 - 1971
1. Inleiding
1.3. Stedelijke Latijnse school
1.3.1.
16e eeuw
Op 1-6-1562 draagt de landscommandeur van de ballije van Utrecht om onbekende redenen de onderwijsrechten binnen Tiel over aan de magistraat. In 1564 verhuist de school van nabij de st. Walburgiskerk naar het st. Maartenskerkhof. Ondanks de overname is er nog steeds heel weinig terug te vinden in het stadsarchief. Dit kan duiden op een laag peil van het onderwijs, weinig belangstelling van de kant van het stadsbestuur en/of delegeren van het toezicht op het onderwijs aan de kerkeraad. Pas in 1594 duikt voor het eerst de naam van een docent op. Het is een zekere Johannes Scomantius, met de aanspreektitel van "mester". Hij wordt bijgestaan door een "schoolmester". De school wordt de "grote schole" genoemd *  .
Aan het eind van de 16e eeuw vormen zich drie soorten van onderwijs; de Nederduitse school, voor voornamelijk lager onderwijs, de Franse school, vooral gericht op de handel en de Latijnse school. O.i.v. het humanisme krijgt het Latijnse onderwijs, die inhoud die het tot in de 18e eeuw zal blijven houden. Het Latijnse onderwijs gaat vanaf deze tijd voorbereiden op de universiteit. Het belangrijkste vak is natuurlijk Latijn, met de nadruk op grammatica, dialectica en retorica. Men moet Latijnse brieven kunnen lezen en schrijven en redevoeringen kunnen samenstellen. In de 16e eeuw wordt ook het vak Grieks ingevoerd. De kwaliteit van het Latijnse onderwijs is over het algemeen niet erg hoog. Het maken van een kleine oratio of vers is vaak voldoende om te kunnen promoveren naar de universiteit. Se concurrentie van de Franse school is dan ook hevig.
1.3.2. 17e eeuw
1.3.3. 18e eeuw
1.3.4. 19e eeuw
1.4. Progynnasium
1.5. Gymnasium
1.6. Tiels gymnasiumfonds
1.7. Lustrumcommissie
1.8. Boekenfonds
1.9. Oudercommissie
1.10. P.H. Tijdeman 1798-1868
1.2. Archiefvorming en Archiefzorg
1.3. Verantwoording inventarisatie

Kenmerken

Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Openbaarheid:
Onbeperkt
Omvang in meters:
14
Toegangstitel:
K. Zandberg, Inventaris van de archieven van de Latijnse School, later pro-gymnasium en gymnasium te Tiel, (1694) 1801-1971, met aanvullingen van W. Veerman en H. Merkelbach