Archieven

 

Uw zoekacties: Archief van het Polderdistrict Bommelerwaard boven de Meidij...

3065 Archief van het Polderdistrict Bommelerwaard boven de Meidijk, 1942 - 1968

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Ontstaan, ontwikkeling en opheffing 1)
2. Bestuur
3. Personeel
4. Taken
5. Archief
5.1 Registratuur
3065 Archief van het Polderdistrict Bommelerwaard boven de Meidijk, 1942 - 1968
Inleiding
5. Archief
5.1
Registratuur
Het archief van het Polderdistrict Bommelerwaard boven de Meidijk berustte tot eind 1981 in het districtshuis aan de Waalkade in Zaltbommel. Voor de berging van het semi-statisch archief en de statische archieven van het district en, vanaf de jaren vijftig, de archieven van de dorpspolders, waren in het districtshuis twee speciaal voor dat doel gebouwde archiefkluizen aanwezig. Het dynamische archief bevond zich op de secretarie.
In 1942 sloot het district zich aan bij het Registratuurbureau van de Unie van Waterschapsbonden en werd de decimale code voor de ordening van archieven van waterschappen ingevoerd. Daarmee werd overgestapt van een seriestelsel naar een zaaksgewijze ordening. Door de administratie werd een losbladige dossierinventaris bijgehouden. Daarin werden sommige series en delen, bijvoorbeeld de liggers van watergangen, de financiële stukken en de losse (niet in dossiers bewaarde) kaarten en tekeningen, niet opgenomen. Alhoewel de toenmalige secretaris G. Reijnen zeker belangstelling had voor archiefordening, onder meer blijkend uit vrij uitgebreide reacties van zijn hand op de plannen tot het wijzigen van de code voor de ordening van waterschappen en de vernietigingslijst, was de vorming en ordening van de dossiers vóór 1960 tamelijk chaotisch. 26) Zo werden soortgelijke stukken over dezelfde wegen of weggedeelten soms geordend per plaats, dan weer per gemeente of per traject. Veelvuldig werden binnen de codenummers de stukken per plaats geordend; helaas vaak zeer inconsequent. Soms vond de ordening per dorp plaats, soms per dorpspolder en soms per gemeente. Nog ingewikkelder werd de zaak toen bij de opheffing van de dorpspolders in 1954 de ordening per dorpspolder in enkele gevallen toch gehandhaafd bleef. Bovendien vond er in de Bommelerwaard in 1955 een gemeentelijke herindeling plaats waardoor het aantal gemeenten verminderde van twaalf tot acht. Een goed ingevoerde registrator zal, deze veranderingen zelf meegemaakt hebbende, desondanks zijn weg in het archief wel hebben kunnen vinden, voor een latere onderzoeker is dat veel lastiger.
Met ingang van 1950 werd zowel voor het gecombineerd college als voor de dijkstoel afgezien van het bijhouden van notulen. De beslissingen werden voortaan in het kort aangetekend op de stukken en indien nodig, bijvoorbeeld omdat een besluit ter goedkeuring moest worden verzonden, maakte men afzonderlijke besluiten en voegde een afschrift aan het desbetreffende dossier toe. Het gecombineerd college besloot op 4 juli 1950 alsnog met terugwerkende kracht officieel tot deze handelwijze. Het besluit werd als volgt toegelicht: '... de vorm der notulen zal bestaan in de gewaarmerkte weergave van de beraadslaging, stemmingen en beslissing op het aan de betreffende aangelegenheid ten grondslag liggende stuk, tenzij die weergave om enige reden behoort te geschieden in besluitvorm op afzonderlijk papier en niet op het stuk zelf, welke wijze van notulering ook geëigend zal zijn bij het ontbreken van enig aanleidinggevend stuk. Op deze wijze zal het betreffende dossier de gehele 'geschiedenis' van een bepaalde zaak vertellen. Als enig bezwaar moet worden gevoeld, dat het rechtstreekse overzicht over het aantal en de aard der in een vergadering behandelde zaken verdwijnt, terwijl ook de 'omvang' van een vergadering moeilijk meer vast te stellen is.' Als het college van gedeputeerde staten in 1952 deze beslissing ter ore komt heeft het aanvankelijk grote bedenkingen tegen de ongebruikelijke gang van zaken. Op de vraag hoe voortaan nauwkeurig kon worden nagegaan wat in een bepaalde vergadering was verhandeld en hoe de meningen en adviezen van de bestuursleden bleken, ontweek de dijkstoel een duidelijk antwoord en ging slechts in op het ontbreken van overzicht: 'Het verlies van het overzicht heeft naar onze mening geen of zeer geringe practische waarde. Hoeveel en welke zaken in een vergadering aan de orde waren is een vraag waarop het antwoord geen aanwijsbare positieve betekenis voor het bestuur of de administratie heeft. De ervaring heeft geleerd, dat een zodanige vraag niet wordt gesteld, omdat aan het antwoord daarop geen behoefte bestaat.'
Nog niet overtuigd vroegen gedeputeerde staten hoe kon worden voldaan aan de verplichting dat iedereen tegen betaling een afschrift of uittreksel kon vragen van het verhandelde in de openbare vergaderingen van het gecombineerd college. De dijkstoel, niet voor één gat te vangen, deed vervolgens water bij de wijn en deelde mee dat een lijst zou worden bijgehouden met verwijzingen naar de nummers van de behandelde stukken in het register van ingekomen en uitgaande stukken. Daardoor kon men de plaats van de stukken in het archief bepalen en in voorkomende gevallen een afschrift van het besluit maken. Onder het stellen van enkele voorwaarden gingen gedeputeerde staten uiteindelijk bij besluit van 4 maart 1953 helaas akkoord met dit toen reeds ruim drie jaar gevolgde systeem. 27)
De vanaf die tijd bijgehouden lijst van in de vergaderingen van het gecombineerd college behandelde stukken bestaat dus conform bovenstaande regeling uit niets meer dan een rij nummers van behandelde stukken en, bij het ontbreken van dergelijke stukken, een classificatienummer. 28) Over het verhandelde of beslotene wordt verder niets vermeld. De nummers verwijzen naar de registers van ingekomen en uitgaande stukken. De classificatienummers werden echter niet, of niet consequent, vermeld in die registers en achteraf wijzigde die nummers soms weer. Voor zover bruikbaar, bleek het achterhalen van stukken met behulp van de lijsten zeer omslachtig en tijdrovend. Bij deze inventarisatie werd, noodgedwongen wegens inconsequente toepassing van de code, de dossiervorming en ?ordening veranderd. De registers van ingekomen en uitgaande stukken zijn vernietigd omdat ze geen feitelijke toegang tot de stukken vormden, de lijsten van de vergaderingen van het gecombineerd college zijn, meer als curiosa dan als informatiebronnen, bewaard.
De beslissingen die van 1950 tot 1960 op de stukken werden genoteerd zijn vaak zeer kort, de afzonderlijke besluiten bevatten vaak wel enkele overwegingen in de aanhef, maar vrijwel nooit blijkt iets van een discussie of verschil van mening in de vergadering. De voorwaarde van gedeputeerde staten dat wel aantekening moest worden gehouden van de uitslag van de stemmingen, is voor zover bekend meestal niet uitgevoerd. Wel werd zeer consequent voldaan aan de voorwaarde dat een presentieregister moest worden bijgehouden. 29) Van het verhandelde in de vergaderingen van de dijkstoel is nog veel minder te traceren. Noch notulen, noch agenda's zijn opgemaakt en slechts enkele losse voorstellen aan het gecombineerd college, verspreid over de dossiers, zijn bewaard gebleven.
Uit historisch oogpunt bezien is het besluit om geen notulen meer te maken wel heel betreurenswaardig. Het is moeilijk om een goed overzicht te krijgen van het handelen van het polderdistrict in die tijd. Bovendien zouden meer dossiers voor vernietiging in aanmerking zijn gekomen indien er notulen voorhanden waren. Daarbij komt dat juist in de jaren vijftig veel belangrijke zaken aan de orde kwamen; bijvoorbeeld de opheffing van de dorpspolders en de afdelingen, het wegenbeheer, de ruilverkaveling Bommelerwaard-Oost en het komgrondenwerk. Los van het ontbreken van notulen zijn over sommige zaken, vooral uit de periode 1950-1960, ook weinig andere stukken bewaard gebleven. De toenmalige bestuurders waren 'doeners', die veel voor de streek hebben betekend, maar soms vergaten het gevoerde beleid schriftelijk afdoende vast te leggen. Daarmee deden ze zichzelf en toekomstige onderzoekers tekort.
Bij de komst in 1959 van de nieuwe secretaris, P.J. de Jong, bleek er een enorme achterstand te zijn voor wat betreft de archivering. De bureaus puilden uit. Het niet opmaken van notulen werd als een groot gemis ervaren. Gecombineerd college en dijkstoel besloten de notulering van de vergaderingen te hervatten en de achterstand in de archivering weg te laten werken. 30)
Bij de buitendienst, later technische dienst, is op vrij grote schaal aan schaduwarchivering gedaan. Van veel stukken kreeg de dienst een afschrift of een tweede exemplaar. Helaas zijn die dubbele stukken niet reeds door de administratie vernietigd en vond er bij de technische dienst steeds meer vermenging plaats van originelen, dubbelen en afschriften.
5.2 Vernietiging
5.3 Overbrenging en openbaarheid
5.4 Inventarisatie
Noten
1.Voor de volledige vermelding van de in de noten verkort aangehaalde publikaties wordt verwezen naar de literatuurlijst.
2. In deze inleiding wordt slechts ingegaan op de geschiedenis van het polderdistrict voor zover dat nodig wordt geacht voor een goed begrip van de inventaris. Voor uitgebreidere informatie wordt verwezen naar de literatuurlijst, met name de publikaties van Korf, De Tieler- en Bommelerwaarden en De Bruin (red.), Rivierengebied.
3. Verder worden in deze inventaris de namen van de beide districten steeds geschreven met 'de' in plaats van 'den', hoewel de spelling pas in 1954 officieel veranderde.
4. Vastgesteld door provinciale staten op 16 juli 1864.
5. Korf, Tieler- en Bommelerwaarden, p.392-402.
6. Korf, Tieler- en Bommelerwaarden, p.406 en inventarisnummer 3065/1.
7. Voor de discussie tussen voor- en tegenstanders van de opheffing van de dorpspolders zie Korf, Tieler- en Bommelerwaarden, p.403-415.
8. Inventarisnummer 3065/4.
9. Inventarisnummer 3065/11.
10. Inventarisnummer 3065/14.
11. Zie inventarisnummer 3065/15. De buitenpolder De Boven-Drielsche Uiterwaard was inmiddels op 1 augustus 1963 opgeheven. De buitenpolders De Polder van Alem, De Polder van Bern en De Alemsche en Drielsche Uiterwaard waren oorspronkelijk Noord-Brabantse polders die bij de grenswijziging tussen de provincies Noord-Brabant en Gelderland per 1 januari 1958 binnen Gelderland kwamen te liggen (zie de 'Wet tot wijziging van de grens tussen de provinciën Gelderland en Noordbrabant' van 23 juli 1957, Stbl. 314). Vervolgens waren deze polders met ingang van 1 januari 1960 Gelderse gereglementeerde buitenpolders geworden.
12. De Bruin (red.), Rivierengebied, p.272.
13. Na 1955 zijn er niet negen maar 10 hoofdgeërfden.
14. Korf, Tieler- en Bommelerwaarden, p.397-400.
15. Inventarisnummers 3065/883-3065/887.
16. Inventarisnummers 3065/891-3065/892.
17. Inventarisnummers 3065/907-3065/908.
18. Korf, Tieler- en Bommelerwaarden, p.400-401.
19. Inventarisnummers 3065/872-3065/877.
20. Inventarisnummers 3065/896-3065/903.
21. Inventarisnummer 3065/1.
22. Zie de inventarisnummers 3065/607-3065/611, 3065/644-3065/645 en 3065/801-3065/836.
23. Inventarisnummers 3065/948-3065/949.
24. Inventarisnummers 3065/950-3065/958.
25. N.H.A. Greve, Ruilverkavelingen, in: De Bruin (red.), Rivierengebied, p.208-230.
26. Inventarisnummers 3065/150 en 3065/154.
27. Zie de stukken over de reglementen van orde voor de vergaderingen van het gecombineerd college en de dijkstoel, inventarisnummers 3065/23 en 3065/33.
28. Zie voor de lijsten inventarisnummer 3065/23.
29. Inventarisnummer 3065/17.
30. Met dank aan de heer P.J. de Jong die deze en veel andere informatie verstrekte tijdens een gesprek op 24 april 1990.
31. De vernietiging van deze stukken geschiedde conform een door de minister van verkeer en waterstaat, mede namens de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen, verleende (incidentele) machtiging d.d. 7 februari 1961 (zie inventarisnummer 3065/157).
32. Bij de vernietiging werd Gebruik gemaakt van de Lijst van voor vernietiging in aanmerking komende bescheiden uit de archieven van de organen van waterschappen dagtekenende van ná 1850, zoals vastgesteld bij beschikking van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur en de Minister van Verkeer en Waterstaat a.i. van 16 juli 1984 en van de Concept-Stukkenlijst voor de selectie ter vernietiging van daarvoor in aanmerking komende bescheiden in waterschapsarchieven, uitgegeven door de Landelijke Kring van Waterschapsarchivarissen, Lochem 1989.
33. Zie bijvoorbeeld de inventarisnummers 3065/322-3065/330 en 3065/335.
34. Inventarisnummers 3065/44-3065/112.
35. Zie het verslag van de Studiedag Inventarisatie Waterschapsarchieven van 24 maart 1983, in: Nederlands Archievenblad, 87(1983)4, p.339-363. Het bedoelde schema is opgenomen op p.360-361.
36. Respectievelijk de subafdelingen 2.2.1 en 2.4.1. Bij het toezicht op water en watergangen is wel een enkel dossier over de schouw opgenomen (inventarisnummer 3065/787) en is de titel van de subafdeling 2.3.1 dus uitgebreid tot 'Verlenen van vergunningen en schouw'.
Literatuur
Beekman, A.A., Het Dijk- en waterschapsrecht in Nederland vóór 1795, 2 delen, 's-Gravenhage 1905,1907.
Berendsen (red.), H.J.A., Het landschap van de Bommelerwaard, Amsterdam/
Utrecht 1986 (Nederlandse geografische studies 10).
Boonstra, J.I., Monumenten en andere bezienswaardigheden op waterstaatkundig gebied in de Bommelerwaard, in: Historische Kring Bommelerwaard (red.), Monumenten tussen de Voorn en Loevestein, Zaltbommel 1989, p.38-49.
Bruin (red.), H.P. de, Het Gelders rivierengebied uit zijn isolement : een halve eeuw plattelandsvernieuwing, Zutphen 1988 (Gelderse historische reeks 18).
Code voor de ordening van de archieven van de waterschappen, eerste druk 1937 tot en met de vijfde druk 1989.
Edelman (e.a.), C.H., De bodemkartering van nederland, deel VII, Een bodemkartering van de Bommelerwaard boven den Meidijk, Wageningen 1950 (Verslagen van landbouwkundige onderzoekingen, nr. 56.18).
Fockema Andreae, S., Hoofdlijnen van waterschapsrecht : een handleiding tot de studie van het publieke recht en het waterschapsrecht voor bestuurders en ambtenaren van waterschappen, Alphen aan den Rijn 1956 (derde druk).
Goede, B. de, Gemeente en Waterschap. Theorie en practijk van hun onderlinge verhouding, Alphen aan den Rijn 1954.
Heiningen, H. van, De historie van het Land van Maas en Waal, Zaltbommel 1965.
Heiningen, H. van, Tussen Maas en Waal : 650 jaar geschiedenis van mensen en water, Zutphen 1972.
Korf, J., Het tijdvak van 1838 tot 1954, in: Moorman van Kappen, O., J. Korf en O.W.A. Baron van Verschuer, Tieler- en Bommelerwaarden 1327-1977 : grepen uit de geschiedenis van 650 jaar waterstaatszorg in Tielerwaard en Bommelerwaard, Tiel/Zaltbommel 1977, p.235-428.
Nederlandsche Heidemaatschappij met medewerking van de Rijksdienst voor de Werkverruiming, Agrarisch bestemmingsplan Bommelerwaard, Amsterdam 1949.
Plandienst der provincie Gelderland, Streekplan Bommelerwaard, [Arnhem] 1949.
Renting, R.A.D., Inventaris van het nieuw-archief van het polderdistrict Bommelerwaard boven de Meidijk en van het nieuw-archief van de dorpspolders van het Polderdistrict Bommelerwaard boven de Meidijk [1838-1941], Zaltbommel 1954 (typescript).
Reglement op het beheer der rivierpolders in de provincie Gelderland, Tiel 1934.
Studiedag Inventarisatie van Waterschapsarchieven, in: Nederlands Archievenblad, 87(1983)4, p.339-363.
Tien jaar komgrondenwerk 1951-1961 : streekontwikkeling als communicatieprobleem, Tiel [1961].
Ulsen, W.H. van, De verzorging van de archieven der waterschappen, Alphen aan den Rijn 1943.
Vuuren (red.), L. van, Rapport betreffende de uitkomsten van een welvaartsonderzoek in de Bommelerwaard, Utrecht 1941.
Bijlagen Inleiding
BIJLAGE 1: BESTUURDERS EN FUNCTIONARISSEN
In onderstaand overzicht verwijst het eerste jaartal naar het jaar waarin zitting werd genomen. Soms verschilt dat jaar van het jaar waarin men werd gekozen of benoemd. Het liggende streepje betekent 'tot en met' of 'tot in'. De gegevens over de dijkgraven, heemraden, secretarissen en ontvangers zijn gebaseerd op de opgave in het boek Tieler- en Bommelerwaarden, p. 426-427. Die lijsten bleken niet altijd betrouwbaar. Zo heeft de daarin in de jaren 1947-1948 als heemraad vermeldde J.G. de Vries zijn benoeming als zodanig niet aanvaard, is G. de Gaaij Hzn. geen heemraad geweest in de periode 1967-1968, maar wel de niet vermelde W.P.J. van der Schans, en is D.A. van der Kaaij heemraad geweest tot in 1949 en niet tot in 1947. De controle en verbetering van die lijsten en het samenstellen van de lijst van hoofdgerfden geschiedde aan de hand van de in dit archief aanwezige stukken over vergaderingen van de dijkstoel en het gecombineerd college en stukken over verkiezingen en benoemingen. Er is geen lijst gemaakt van de buitengewone heemraden. De eerste negen hoofdgeërfden waren al in functie vóór 1942.
1. DIJKGRAVEN
A. van der Graft 1937 - 1948
J. Roseboom 1949 - 1958
H. Kleber 1958 - 1967
J.E. Stuvers 1967 - 1968
2. HEEMRADEN
W. de Gaaij 1907 - 1946
D.A. van der Kaaij 1920 - 1949
G.W.A. den Treffer 1920 - 1959
J.A. de Jongh 1933 - 1944
A.J.H. Maas 1938 - 1949
H. Kleber 1946 - 1958
A.D.H. de Geus 1946 - 1968
G. de Gaaij Wzn. 1949 - 1968
G. de Geus 1949 - 1966
J.E. Stuvers 1959 - 1967
J.H.G.J. van Heeswijk 1959 - 1968
G.F. de Jongh 1966 - 1968
W.P.J. van der Schans 1967 - 1968
3. HOOFDGEËRFDEN
G. van der Kolk 1942 - 1945
G. Grandia 1942 - 1945
H. Kleber 1942 - 1946
A.D.H. de Geus 1942 - 1946
A.P.J. van der Horst 1942 - 1947
G. de Geus 1942 - 1949
B. van Duijnen 1942 - 1949
H. Haasakker 1942 - 1959
G.F. de Jongh 1942 - 1966
A. van Heyningen 1945 - 1962
J.G. de Vries 1947 - 1948
G. de Gaay Wzn. 1947 - 1949
J.H.G.J. van Heeswijk 1947 - 1959
C.G. Grandia 1947 - 1968
H. Dingemans 1949 - 1955
G. Rademakers 1949 - 1964
G. de Gaay Hzn. 1949 - 1968
A. Maas 1949 - 1968
J. Rooijens 1955 - 1962
A.J. van den Bogert 1955 - 1967
C.A. Verhoeckx 1959 - 1964
B. Haasakker 1959 - 1968
D. Oomen 1962 - 1968
J. van Herwaarden 1962 - 1968
W.P.J. van der Schans 1965 - 1967
C.W.M. van Heijningen 1965 - 1968
A.W.G. van Hattum 1967 - 1968
P.W.J.A.H. van der Schans 1967 - 1968
C.A. van den Bogert 1968
4. SECRETARISSEN
G. Reijnen 1941 - 1959
P.J. de Jong 1960 - 1968
5. ONTVANGERS
H.J. Brouwers 1941 - 1945
A. Bok 1945 - 1963
-
BIJLAGE 2: OVERZICHT VAN GEMEENTEN, DORPEN, DORPSPOLDERS EN BUITENPOLDERS
Aalst
Tot 1 juli 1955 onderdeel van de gemeente Poederoijen en daarna van de gemeente Brakel en vanaf 1 januari 1999 van de gemeente Zaltbommel. De dorpspolder Aalst werd opgeheven per 1 september 1954.
Alem
Tot 1 januari 1958 onderdeel van de Noord-Brabantse gemeente Alem, Maren en Kessel en daarna van de gemeente Maasdriel. De buitenpolder De Polder van Alem en de buitenpolder De Alemsche en Drielsche Uiterwaard werden opgeheven per 1 januari 1969.
Ammerzoden
Tot de gemeente Ammerzoden horen ook Well, Wellseind, Slijkwell en Wordragen. De gemeente werd opgeheven per 1 januari 1999 en werd onderdeel van de gemeente Maasdriel. De dorpspolder Ammerzoden en Well werd opgeheven per 1 september 1954.
Bern
Tot 1 januari 1958 onderdeel van de Noord-Brabantse gemeente Heusden en daarna van de gemeente Kerkwijk en per 1 januari 1999 van de gemeente Zaltbommel. De buitenpolder De Polder van Bern werd opgeheven per 1 januari 1969.
Brakel
Tot 1 juli 1955 omvatte de gemeente alleen het gelijknamige dorp, vanaf die tijd ook de plaatsen Poederoijen (met Loevestein en het Munnikenland), Aalst (inclusief de buurtschap de Rietschoof) en Zuilichem en maakt dus sinds die datum gedeeltelijk deel uit van het Polderdistrict Bommelerwaard boven de Meidijk (Aalst en een deel van Zuilichem liggen boven de Meidijk). Binnen het Polderdistrict Bommelerwaard beneden de Meijdijk (het gehele binnendijkse gebied tussen de Waaldijk, Nieuwe Dijk, Maasdijk en Meidijk, dat sinds 1955 helemaal behoorde tot de gemeente Brakel) vormde het binnendijkse gedeelte van het dorp Brakel een dorpspolder, die in 1934 werd opgeheven. Het genoemde district en De buitenpolder Het Munnikenland werden op hun beurt opgeheven per 1 januari 1969. De gemeente Brakel werd opgeheven per 1 januari 1999, het gebied werd onderdeel van de gemeente Zaltbommel.
Bruchem
Behoorde tot de gemeente Kerkwijk en vanaf 1 januari 1999 van de gemeente Zaltbommel. De dorpspolder Bruchem werd opgeheven per 1 september 1954.
Delwijnen
Behoorde tot de gemeente Kerkwijk en vanaf 1 januari 1999 tot de gemeente Zaltbommel. De dorpspolder Delwijnen werd opgeheven per 1 september 1954.
Driel
De naam van de gemeente Driel, bestaande uit de kernen Kerkdriel, Hoenzadriel en Veldriel, werd in 1944 gewijzigd in Maasdriel. De dorpspolder Driel, die het binnendijkse gedeelte van de hele gemeente omvatte, werd opgeheven per 1 september 1954. De buitenpolder De Alemsche en Drielsche Uiterwaard werd opgeheven per 1 januari 1969. Per 1 januari 1999 ontstond een (nieuwe) gemeente Maasdriel waartoe ook het grondgebied van de voormalige gemeenten Heerewaarden, Rossum, Hedel en Ammerzoden ging behoren.
Gameren
Tot 1 juli 1955 een zelfstandige gemeente waartoe ook Nieuwaal behoorde. Sindsdien onderdeel van de gemeente Kerkwijk en vanaf 1 januari 1999 van de gemeente Zaltbommel. De dorpspolder Nieuwaal werd opgeheven per 1 september 1954.
Hedel
Zelfstandige gemeente tot aan de opheffing van de gemeente per 1 januari 1999. Het grondgebied ging behoren tot de gemeente Maasdriel. De dorpspolder hedel werd opgeheven per 1 september 1954.
Heerewaarden
Zelfstandige gemeente tot 1 januari 1999. Sindsdien hoort het tot de gemeente Maasdriel. De Buitenpolder Heerewaarden werd opgeheven per 1 januari 1969.
Hoenzadriel
Hoort tot de gemeente Maasdriel en was onderdeel van de per 1 september 1954 opgeheven dorpspolder Driel.
Hurwenen
Tot 1 juli 1955 een zelfstandige gemeente, sindsdien onderdeel van de gemeente Rossum en vanaf 1 januari 1999 van de gemeente Maasdriel. De dorpspolder Hurwenen werd opgeheven per 1 september 1954.
Kerkdriel
Hoort tot de gemeente Maasdriel en was onderdeel van de per 1 september 1954 opgeheven dorpspolder Driel.
Kerkwijk
Tot 1 juli 1955 omvatte de gemeente de kernen Kerkwijk, Bruchem en Delwijnen, daarna ook Gameren, Nieuwaal en Nederhemert. Ook het Wellse Broek, voorheen onderdeel van de gemeente Ammerzoden, werd op die datum bij de gemeente Kerkwijk gevoegd. Per 1 januari 1958 werd de gemeente nog uitgebreid met de, daarvóór tot de Noord-Brabantse gemeente Heusden behorende, buurtschap Bern. De gemeente werd opgeheven per 1 januari 1999. Het grondgebied kwam bij de gemeente Zaltbommel. De dorpspolder Kerkwijk werd per 1 september 1954 opgeheven.
Maasdriel
De naam van de gemeente Driel, bestaande uit de kernen Kerkdriel, Hoenzadriel en Veldriel, werd in 1944 gewijzigd in Maasdriel. Met ingang van 1 januari 1958 werd de gemeente uitgebreid met het dorp Alem. Bij de gemeentelijke herindeling per 1 januari 1999 werden de oude gemeente Maasdriel, Hedel, Heerewaarden, Ammerzoden en Rossum samengevoegd tot de (nieuwe) gemeente Maasdriel. De dorpspolder Driel, die het binnendijkse gedeelte van de hele gemeente omvatte, werd opgeheven per 1 september 1954. De buitenpolder De Alemsche en Drielsche Uiterwaard werd opgeheven per 1 januari 1969.
Nederhemert
Tot 1 juli 1955 een zelfstandige gemeente en sindsdien onderdeel van de gemeente Kerkwijk met uitzondering van de buurtschap de Rietschoof die bij de gemeente Brakel werd gevoegd. Sinds 1 januari 1999 hoort het tot de gemeente Zaltbommel. De dorpspolder Nederhemert benoorden de Maas werd opgeheven per 1 september 1954 en de buitenpolder Het Eiland Nederhemert per 1 januari 1969.
Poederoijen
Tot 1 juli 1955 een zelfstandige gemeente (inclusief het -boven de Meidijk gelegen- dorp Aalst) en sindsdien behorend tot de gemeente Brakel en vanaf 1 januari 1999 tot de gemeente Zaltbommel. Het binnendijkse gedeelte van het dorp Poederoijen hoorde tot het, per 1 januari 1969 opgeheven, Polderdistrict Bommelerwaard beneden de Meidijk. Het vormde samen met het binnendijks beneden de Meidijk gelegen deel van het dorp Zuilichem binnen dat polderdistrict een dorpspolder, die in 1934 werd opgeheven.
Rossum
Sinds 1 juli 1955 hoort Hurwenen tot de gemeente Rossum. De gemeente werd opgeheven per 1 januari 1999. Het grondgebied hoort sindsdien tot de gemeente Maasdriel. De dorpspolder Rossum werd opgeheven per 1 september 1954.
Velddriel
Hoort tot de gemeente Maasdriel en was onderdeel van de per 1 september 1954 opgeheven dorpspolder Driel.
Well
Well (inclusief Slijkwell en Wellseind) behoorde tot de gemeente Ammerzoden en vanaf 1 januari 1999 tot de gemeente Maasdriel. Well vormde een onderdeel van de op 1 september 1954 opgeheven dorpspolder Ammerzoden en Well. Het Wellse Broek werd per 1 juli 1955 ingedeeld bij de gemeente Kerkwijk.
Zaltbommel
Zelfstandige gemeente. Per 1 januari 1999 werd de (oude) gemeente Zaltbommel opgeheven en onstond de (nieuwe) gemeente Zaltbommel door samenvoeging met de gemeenten Brakel en Kerkwijk. De dorpspolder Zaltbommel werd opgeheven per 1 september 1954.
Zuilichem
Tot 1 juli 1955 een zelfstandige gemeente en daarna behorend tot de gemeente Brakel en vanaf 1 januari 1999 tot de gemeente Zaltbommel. De dorpspolder Zuilichem boven de Meidijk werd opgeheven per 1 september 1954. Het binnendijks beneden de Meidijk gelegen deel van het dorp hoorde tot het, per 1 januari 1969 opgeheven, Polderdistrict Bommelerwaard beneden de Meidijk. Dit deel en het binnendijks gelegen gedeelte van het dorp Poederoijen vormden samen binnen dat polderdistrict een dorpspolder, die in 1934 werd opgeheven.
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1942 - 1968
Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Omvang in meters:
11,60