Archieven

 

Uw zoekacties: Archieven van het stadsbestuur van Zaltbommel, (1293) 1327 - 1815

1040 Archief van het ambt, dijkstoel en polderdistrict van Nederbetuwe, 1509 - 1981

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
1. Inleiding
1.1. Geschiedenis van de organisatie
1.2. Geschiedenis van de archieven
1.3. Verantwoording van de inventarisatie
1040 Archief van het ambt, dijkstoel en polderdistrict van Nederbetuwe, 1509 - 1981
1. Inleiding
1.3.
Verantwoording van de inventarisatie
De inventarisatie van de archieven werd in opdracht van de dijkstoel van het polderdistrict Betuwe uitgevoerd door ODRP-facilitair in de periode 1993-1995.
Een eerdere inventarisatie van een gedeelte van de archieven werd omstreeks 1887-1888 uitgevoerd door G.L. van der Helm. Daarbij zijn de archieven van de dijkstoel, van het ambt, van de Lingestoel van het Nederbetuwse Blok Lingewater en van de dijkstoel van Tiel en Zandwijk en diverse stukken die behoren tot de archieven van de dorpspolders in de Nederbetuwe en hun rechtsvoorgangers door elkaar beschreven, alsof het één archief betrof. Met name de archieven van de dijkstoel en het ambt waren daardoor niet goed meer te ontrafelen, zeker waar het stukken betreffende afzonderlijke onderwerpen betreft. Deze zijn opnieuw beschreven in één inventaris. De stukken van Tiel en Zandwijk en van de dorpspolders zijn beschreven in de inventaris van de archieven van de dorpspolders in de Nederbetuwe (Tiel werd een zelfstandige waterschappelijke eenheid rond 1829). De Lingestoel is wel als een afzonderlijk archief beschreven, omdat aan de hand van twee oude inventarissen en de plaatsen die in de stukken worden genoemd nog te achterhalen viel, dat zij tot dit archief moesten behoren. Een concordans met de inventaris van Van der Helm is achterin deze inventaris opgenomen.
De ordening die door Van der Helm indertijd was aangebracht was ernstig verstoord. Een gedeelte van de archieven was terechtgekomen in het rijksarchief in Arnhem, de rest was deels weer vermengd met archieven van latere datum. Daarnaast bestond een tweede, ongeïnventariseerd archiefbestand. De stukken behoorden duidelijk tot dezelfde archieven en zijn nu in deze inventarissen beschreven.
Nu de bescheiden uit het rijksarchief naar de archiefbewaarplaats in Elst zijn overgebracht kon de indeling van de archieven naar hun ordeningskenmerken plaatsvinden. Daarbij is ervoor gekozen om de scheidingen te leggen op grond van de wijze van archiefvorming. Zo bracht de invoering van het Rivierpolderreglement in 1838 een wijziging teweeg, die met name in de financiële bescheiden goed zichtbaar was. Dit was dan ook de reden om de scheiding niet te leggen bij de opheffing van het ambt in 1825, aangezien de archiefvorming daarbij vrijwel niet veranderd is. De scheiding van archieven bij het jaar 1838 is voor de Gelderse waterschappen dan ook zeer gebruikelijk. De tweede scheiding is gelegd bij het jaar 1939, aangezien van toen af de zaaksgewijze ordening van archiefstukken werd toegepast, het zogenaamde dossierstelsel. Bij een eerdere bewerking was de zaaksgewijze ordening met terugwerkende kracht tot 1933 toegepast, maar de 'dossiers' uit de periode 1933-1938 bevatten vrijwel allemaal enkel de ingekomen stukken. De uitgaande stukken werden namelijk afgeschreven in kopieboeken. Aangezien de toegankelijkheid echter niet zou worden vergroot door het volledig herstellen van de reeks ingekomen stukken op hun numerieke volgorde, is ervoor gekozen deze stukken te beschrijven als 'Ingekomen stukken betreffende ...' en vervolgens bij de diverse afzonderlijke onderwerpen te ordenen. Op dezelfde wijze was overigens blijkbaar ook al in of kort na 1939 een bewerking toegepast op een gedeelte van de reeks ingekomen stukken vanaf ongeveer 1876. Ook deze herbewerking is intact gelaten.
In sommige gevallen is een uitzondering gemaakt bij de scheiding van de archieven. Een aantal archiefstukken, met name op het gebied van dijkverzwaringen, had nog een grote waarde voor de administratie. Deze stukken waren op het moment van deze inventarisatie opgenomen in het dynamische archief van het polderdistrict Betuwe. Zij zijn niet beschreven in deze inventaris, maar zullen worden opgenomen in de inventaris van het archief van het polderdistrict Betuwe.
De ordening van stukken betreffende afzonderlijke onderwerpen, daterend van vóór de invoering van het dossierstelsel is gebaseerd op het basisschema, dat is gepubliceerd in het Nederlands Archievenblad 87(1983) nr. 4. Voor de stukken die behoren tot het archief dat is gevormd volgens het registratuurstelsel is de archiefcode van de Unie van Waterschappen als uitgangspunt genomen. De codegetallen zelf zijn echter niet meer opgenomen.
Bij de inventarisatie zijn tevens de voor vernietiging in aanmerking komende stukken geselecteerd. Voor deze selectie zijn de vernietigingslijsten toegepast die voor waterschappen gelden voor stukken, daterend van na 1850, respectievelijk na 1935. Stukken van voor 1851 zijn dus niet vernietigd. Ook zijn stukken die in principe wel mochten worden vernietigd bewaard, indien zij voor de geschiedenis van het polderdistrict of het werkingsgebied van belang werden geacht. Ook in de jaren 1977-1978 zijn reeds stukken uit het archief vernietigd. Bij de verhuizing van het districtshuis van Tiel naar Ingen werd de gelegenheid aangegrepen om de dubbelen van de begrotingen, rekeningen en kohieren van hectarentalen van de opgeheven dorpspolders in het districtsarchief te vernietigen. * 
Uit de archieven zijn de nietjes, spelden, paperclips en oude omslagen verwijderd en vervangen door zuurvrije omslagen en-met uitzondering van bescheiden die niet in dozen passen-zuur-, metaal- en lijmvrije dozen.
1.4. Aanwijzingen voor de gebruiker
1.5. Literatuur
1.6. Ambtmannen/richters/dijkgraven
1.7. Heemraden
1.8. Hoofdingelanden
1.9. Dijkschrijvers, landschrijvers, secretarissen

Kenmerken

Status toegang:
Toegang met onbewerkte aanvulling
Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Openbaarheid:
Onbeperkt
Omvang in meters:
52
Opmerkingen:
Bevat de archieven van het Ambt en Dijkstoel van de Nederbetuwe, van de Lingestoel van het Nederbetuws blok Lingewater en van het Polderdistrict Nederbetuwe.