0826 Archief van het stadsbestuur van Culemborg, 1318 - 1813
0826
Archief van het stadsbestuur van Culemborg, 1318 - 1813
Inleiding
laatste wijziging 05-01-2024
3.521 beschreven archiefstukken
700 gedigitaliseerd
totaal 23.607 bestanden
Inventaris
2.1. Eerste afdeeling; Archief van het stadsbestuur tot en met 1810
2.1.9. Armenzorg
2.1.9.4. Collecten
807-862 Stukken betreffende de administratie van de driemaandelijksche ("1/4 jaars-") collectebus, 1770-1816
0826 Archief van het stadsbestuur van Culemborg, 1318 - 1813
2. Inventaris
2.1. Eerste afdeeling; Archief van het stadsbestuur tot en met 1810
2.1.9. Armenzorg
2.1.9.4. Collecten
807-862
Stukken betreffende de administratie van de driemaandelijksche ("1/4 jaars-") collectebus, 1770-1816
Datering:
1770-1816
NB:
Deze collecte werd ingesteld bij resolutie van Raden en Magistraat van 24 September 1770 (afschrift in Inv. no. 808), waarna de eerste collecte op 30 October 1770 plaats vond. De opgehaalde gelden werden blijkbaar aanvankelijk ten stadhuis: ingeleverd, maar in 1778 werd de administratie opgedragen aan den rentmeester van den Poth en de gasthuizen. Behalve de gelden uit de genoemde collecte verkregen, werden later als ontvangsten geboekt de belasting van 4 penningen per gulden van publieke en onderhandsche verkoopingen van vaste goederen en die van 2 penningen per gulden van publieke verpachtingen, verder een stuiver per gulden van ambtsgelden (van 1796 af: 1/3 de boeten volgens het regeeringsreglement), en ten laatste (afzonderlijk in ontvangsten en uitgaven aangeteekend) gelden, gecollecteerd ter kleeding van eenige naakte kinderen van de nieuw opgerichte armenschool. In het algemeen werden deze gelden ten behoeve van armenzorg besteed.
De rekeningen zijn tot en met het jaar 1775 driemaandelijksch, zoodat telkens een collecte verantwoord wordt. Tot en met 1783 begon dan het boekjaar in de eerste dagen van Februari, terwijl het van 1784 af met het kalenderjaar samenvalt. De rekeningen werden na 1778 afgehoord door Raden en magistraat, na 1795 door het stedelijk bestuur alleen. Vóór 1778 geschiedde de afhooring door de commissarissen van de wolfabriek, in bij wezen van afgevaardigden der kerkelijke gemeenten (Gereformeerd, Luthersch, Roomsch en Oud-Roomsch).
De rekeningen zijn tot en met het jaar 1775 driemaandelijksch, zoodat telkens een collecte verantwoord wordt. Tot en met 1783 begon dan het boekjaar in de eerste dagen van Februari, terwijl het van 1784 af met het kalenderjaar samenvalt. De rekeningen werden na 1778 afgehoord door Raden en magistraat, na 1795 door het stedelijk bestuur alleen. Vóór 1778 geschiedde de afhooring door de commissarissen van de wolfabriek, in bij wezen van afgevaardigden der kerkelijke gemeenten (Gereformeerd, Luthersch, Roomsch en Oud-Roomsch).
laatste wijziging 13-07-2009
laatste wijziging 05-01-2024
3.521 beschreven archiefstukken
700 gedigitaliseerd
totaal 23.607 bestanden
Kenmerken
Status toegang:
Definitieve toegang / toegang afgerond
Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Openbaarheid:
Onbeperkt
Omvang in meters:
40
Categorie:
laatste wijziging 05-01-2024
3.521 beschreven archiefstukken
700 gedigitaliseerd
totaal 23.607 bestanden