De stukken werden aangetroffen tijdens de inventarisatie van het archief van de voormalige gemeente Ophemert 1942-1977. De gemeenteraad van Ophemert benoemde de administrateur en in de openbare raadsvergaderingen werden de jaarrekeningen vastgesteld. Hierdoor is een verwevenheid met het gemeentearchief ontstaan, waarbij het soms onduidelijk is of het gaat om stukken behorende tot het archief van het Valkis Ziekenfonds of dat het gaat om stukken bestemd voor de gemeente Ophemert als zijnde een van de vier oprichters.

Door de oud-burgemeester van Ophemert G.A.A.C. Valkis was bij testament een bedrag van fl. 16.000, genaamd Ziekenfonds, gelegateerd, bestemd ten behoeve van de armen van Ophemert en Zennewijnen. Na zijn overlijden op 5 januari 1890 besloten de Ophemertse gemeenteraad, N.H. kerkenraad van Ophemert, de administrateur van het Algemeen Armenfonds te Ophemert en de administrateur van het Gereformeerd Armenfonds te Zennewijnen een instelling van weldadigheid op te richten. Doelstelling was om bij ziekte of herstel behoeftigen in Ophemert en Zennewijnen van 'verkwikkende of versterkende middelen of betere ligging' te voorzien. Doktersrekeningen en nota's voor medicijnen werden niet vergoed. Patiënten als gevolg van epidemische ziekten werden ook uitgesloten. Voor de financiering van de doelstelling werd het bij legaat geschonken bedrag ingeschreven in een Grootboek van Nederlandsche werkelijke Schuld. De renteopbrengsten waren voor de 'bedeling' bestemd, het hoofdbedrag mocht onder geen voorwaarden worden aangewend.

De Ophemertse gemeenteraad benoemde voor een periode van drie jaar een administrateur. Het dagelijkse toezicht op het door de administrateur gevoerde beheer werd opgedragen aan een commissie, bestaande uit twee gemeenteraadsleden, de administrerende diaken van de N.H. gemeente Ophemert en de administrateurs van het Algemeen Armenfonds te Ophemert en het Gereformeerd Armenfonds te Zennewijnen.

Jaarlijks diende voor 1 november de administrateur bij de gemeenteraad een ontwerpbegroting voor het komende jaar in. Nadat de commissie van toezicht gehoord was, keurde de gemeenteraad de begroting goed. Jaarlijks moest voor 1 maart de rekening over het afgelopen jaar in tweevoud met bijbehorende bescheiden worden ingediend bij de commissie. Vervolgens stuurde de commissie de rekening met bijlagen en eventuele opmerkingen door aan de gemeenteraad ter vaststelling. Uit bovenstaande zou men kunnen opmerken dat een rekening achterbleef bij de commissie.

Totale omvang is 0,25 strekkende meter.