Archieven

 

Uw zoekacties: Archief van het Groote Bommelsche Gasthuis, 1549 - 1881

2135 Archief van het gemeentebestuur van Haaften, 1817 - 1936

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiƫrarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiƫrarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1.1. Geschiedenis
1.1.1. De gemeente Haaften in 1844
1.1.2. Gemeentehuis
1.1.3. Bestuur/organisatie
1.1.4. Personeel
1.1.5. Openbaar vervoer
1.1.6. Economische aangelegenheden
1.1.7. Onderwijs en recreatie
1.1.8. Heerlijkheid Haaften
1.1.9. Het dorp en de heerlijkheid Hellouw
1.1.10. Het dorp en de heerlijkheid Tuil
2135 Archief van het gemeentebestuur van Haaften, 1817 - 1936
1. Inleiding
1.1. Geschiedenis
1.1.10.
Het dorp en de heerlijkheid Tuil
'...heerlijkheid in den Tielerwaard, provincie Gelderland, Benedendistrikt, arrondissement Tiel, kanton Geldermalsen, gemeente Haaften; palende Noord aan de heerlijkheid Enspik, Oost aan Waardenburg, Zuid aan de Waal en West aan Haaften. Deze heerlijkheid bestaat uit den Polder-van-Tuil en de uiterwaarden; bevat het dorp Tuil, beslaat volgens het kadaster 335 bunder 2 vierkante roeden en 3 vierkante ellen en telt 69 huizen, bewoond door 83 huisgezinnen, uitmaakende eene bevolking van 420 inwoners, die meest hun bestaan vinden in den landbouw. De inwoners, die er op 26 na alle Hervormd zijn onder welke 150 ledematen maken eene gemeente uit welke tot de klassis van Zalt-Bommel, ring van Tuil behoort. De eerste, die in deze gemeente het leraarsambt heeft waargenomen, is denkelijk geweest Johannes de Roy, die in het jaar 1615 herwaarts kwam en in het jaar 1638 alhier overleed. Het beroep is eene collatie van den Ambachtsheer. De R.K. van welke men er 26 aantreft worden tot de stat. van Varik gereekend. Men heeft in deze gemeente eene school welke gemiddeld door een getal van 50 leerlingen bezocht wordt.
Het schijnt zeer waarschijnlijk dat Tuild de eigenlijke Hof Teisterbant is, die Bisschop Meinwerk benevens de kerk en tienden aldaar aan de abdij Abdinghof schonk. Zeker gaat het dat men het reeds vermeld vindt in de negende eeuw als Thuil waarvan goederen door graaf Rotgarius aan de St. Maartenskerk van Utrecht werden geschonken. De tienden behoorden half aan de abdij Elten, die reeds in 976 daarvan in bezit was en de Abt van Abdinghof verpachtte van ouds zijn gedeelte. Dus gaf hij het in het jaar 1359 in erfpacht aan heer Willem de Voicht van Tuil, ridder, voor acht lood zilver 's jaars. Na zijnen dood in 1369 werden die tienden door zijnen minderjarigen zoon Gijsbert Voicht ontvangen die ze in 1370 aan Rudolphus Pawe opdroeg. Op zijn zegel voerde hij Chastillon avec un oiseau en Chef pour brisure(het wapen van Chastillon, met eenen vogel in het hoofd tot breekteeken). Dus behoorde hij niet tot het geslacht van Tuil. Johan van Beesde, zoon van heer Gerard van Beesde verkreeg die erfpacht in 1384 en na hem zijn minderjarigen zoon Willem, genaamd Voicht van Tuil in 1396. Johan voerde op zijn zegel Chastillon avec les armes de Varick en franc quartier(het wapen van Chastillon met het wapen van Varick als eerste kwartier). Aangaande de kerkgifte vindt men dat Ghiselbert van Tuil, Goossenszoon aan de abdij Abdinghof twee morgen te Haren in het gerecht van Tuil gelegen in het jaar 1359 verkocht en dat hij die met het jus patronatus dat daar aan gehecht werd voor een half lood zilver s'jaars van de abdij in erfpacht nam. Na zijne dood in het jaar 1376 werd zijne dochter Elisabeth, vrouw van Johan van Haeften, daarmede verleid en in 1383 hun beider zoon Ghiselbert van Tuil, die zeker den naam van zijne moeder aangenomen had, hoewel hij het wapen van Haeften voerde.
Na zijne dood was zijne nicht Beatrix van Tuil, die met Dirk de Rover, heer Ewoutszoon getrouwd was, zijn erfgenaam. De heerlijkheid is zeker voortgebragt, uit den hof aldaar die door de abdij vervreemd is zonder dat daarvan eenige narigten gevonden worden ten minste in het midden der veertiende eeuw, schijnt zij niet meer daarvan in bezit geweest te zijn dewijl de kerkgifte aan twee morgen lands te Haren gehecht werd. Mogelijk is de voogdij van Tuil een overblijfsel van dit hof. Gijsbert de Voicht van Tuil en zijne vrouw Agnes maakten in 1312 leen aan den graaf van Gelre de hofstad Tuil en Nessche, de hofstede Rodenburg met het water en de visscherij genaamd Nessche. Zijn zoon en klein-zoon bezaten de tienden gelijk wij boven zagen dus waarschijnlijk ook de heerlijkheid. In 1398 staat om het zegel van Edmond van Helle : S. Edmondi Rover Sculteti de Tuil en hij voerde het wapen van Rover. In 1420 werd Willem van Haeften van Renoy emt de hofstad Tuil verleid gelijk Gijsbert de Voicht het in 1312 was; waarschijnlijk uit hoofde van zijne moeder Elisabeth de Voicht, getrouwd met Nicolaas van Haeften, Dirk de Rover van Tuil komt meermalen voor van 1442 tot 1476. Beide voerden parti de Tuil et de Rover(een gedeeld schild van Tuil en Rover). In het begin der zeventiende eeuw was de heerlijkheid in het geslacht van Laeswijk en naderhand in dat van Cuyck van Meteren. In het laatst der vorige eeuw was deze heerlijkheid het eigendom van mr. P. Boellaard in welk geslacht zij tot nu toe verbleven is, wordende zij thans in eigendom bezeten door mevrouw de weduwe van den kolonel Boelaard woonachtig te Utrecht.
Het dorp Tuil, Thuyl of Tuyl, oudtijds Tule, ligt 4 uur Zuid West van Tiel, 1/2 Noord Oost van Haaften nabij en gedeeltelijk aan de Waal over welke rivier hier een gier- en pontveer op Zaltbommel is. Dit dorp is zeer oud. men vindt er reeds in de tiende en elfde eeuw gewag van gemaakt. Het telt in de kom van het dorp 32 huizen en ruim 200 inwoners en is versierd met een fraaije pomp. De kerk die in 1810 is gesticht en den 3 maart 1811 ingewijd is en fraai gebouw opgeluisterd door twee schoone lichtkronen en met een praalgraf van de famillie Boellaard. Zij heeft eenen voor eenige jaren jaren verhoogden toren. Men had hier vroeger ook de adellijke huizen Klingelenberg, somtijds ook het Huis-te-Tuil geheeten, Appelenburg en Kunnezand, zijnde thans boerenstellingen. Er is aldaar een station der paardenposterij gevestigd. Ook vergadert er de Dijkstoel van de Tielerwaard. Het wapen bestaat uit een veld van zilver met drie doggen koppen van keel, vergezeld en chef van twee tegen elkander steigerende paarden van sabel en en pointe van een Grieksch Kruis..". * 
1.2. Inventarisatie

Kenmerken

Status toegang:
Toegang met onbewerkte aanvulling
Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Openbaarheid:
Onbeperkt, uitzonderingen per inventarisnummer aangegeven
Omvang in meters:
44,25