Archieven

 

Uw zoekacties: Archief van het Groote Bommelsche Gasthuis, 1549 - 1881

0696 Archief van het Weeshuis te Buren, 1612 - 1952

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1.1. Koninklijk weeshuis
1.3. Literatuurlijst
1.4. De vorming van het archief
0696 Archief van het Weeshuis te Buren, 1612 - 1952
1. Inleiding
1.4.
De vorming van het archief
Voor de vorming van het archief is één jaar van groot belang geweest: 1839. In dit jaar vond niet alleen een reorganisatie van het beheer in ruimere zin plaats, ook de administratie werd opnieuw op poten gezet. Het resultaat was een grotere toegankelijkheid.
Van de periode vóór 1839 is geen duidelijke orde aan te geven. De correspondentie is, naar verondersteld wordt, voor een deel verloren gegaan. De wijze van ordening is niet bekend. In ieder geval werden de stukken niet als liassen opgeborgen, daar de gaatjes in de resterende ingekomen stukken ontbreken. Vaak werden deze in de notulen (vanaf 1795) opgenomen, even als de minuten van de minuten van uitgaande stukken.
De resoluties zijn pas vanaf de 18e eeuw vrij consequent bijgehouden. Uit de 17e eeuw werden ze slechts 4 maal ingeschreven. Van nadere toegangen is geen sprake.
De ruggengraat wordt gevormd door de serie jaarrekeningen en de serie bijlagen, welke series vrijwel in takt zijn. Binnenjaarrekeningen van de weesvaders zijn, of alleen in de 17e eeuw opgemaakt, of alleen uit die periode bewaard gebleven.
De eigendomsadministratie bevat enkele leggers waarin de pacht en andere opbrengsten werden ingeschreven, en akten van aankoop en akten van schuldbekentenissen (aan het weeshuis). Het zijn met name deze stukken die al vanaf ca. 1700 in een weeshuiskist werden opgeborgen.
Een ordening van het archief door J. de Graaf, secretaris der gemeente Gorssel, in 1919/1920 bracht geen duidelijkheid. Veelal werden de stukken naar hun uiterlijke vorm opgeborgen: rekesten bij rekesten, akten bij akten. De retro-acta werden allen chronologisch in de reeks van akten opgenomen, zodat de eigenlijke structuur verbroken werd. Brieven en besluiten werden door elkaar, chronologisch, tot één pak gemaakt. De inventaris van deze ordening is niet te gebruiken. Bij ieder hoofdstuk begint de nummering opnieuw. Daarnaast zijn de beschrijvingen zeer beperkt. Aanleiding tot de ordening was de verbouwing van het weeshuis in 1916, waarbij ook een kluisruimte was gemaakt.
Het beheer tot dan toe was van mindere kwaliteit geweest, getuige de toch vrij omvangrijke door vocht aangetaste stukken.
In 1839 vond de al genoemde belangrijke herordening plaats. Voor de correspondentie werd het gebruik van agenda's en klappers daarop ingevoerd. De ingekomen stukken werden in omslagen bewaard. Minuten van uitgaande stukken werden in een brievenboek ingeschreven. Op de notulen werden eveneens klappers bijgehouden.
De registratie van vaste inkomsten uit de eigendommen verandert niet, maar wordt overzichtelijker bijgehouden.
Vooral met betrekking tot de huishouding en opvoeding der weeskinderen werd een uitgebreide administratie op poten gezet. De weesvader diende voor bestellingen, gedane leveranties en 3-maandelijkse voorgeschoten uitgaven aparte registers bij te houden.
De weeskinderen werden vanaf 1839 ingeschreven, met aantekeningen omtrent hun latere ontslag, in een stamboek der weeskinderen, waarop tot 1910 ook een klapper werd bijgehouden. Tevens werden verlof, de bezittingen der kinderen en de hun verstrekte kleding geregistreerd.
Na 1923 verdween de inschrijving der correspondentie. Minuten van uitgaande stukken werden nog wel ingeschreven, maar de agenda's en klappers werden niet meer bijgehouden. Al eerder, in 1910 was de agendering van het stamboek der weeskinderen beëindigd. Door onregelmatige gebruikmaking van hulpboeken werd ook de huishoudelijke administratie minder overzichtelijk. De periode van nauwkeurig administratief beheer was toen voorbij.
In de jaren tussen 1930 en 1950 was V. van Everdingen curator. Een gedeelte van de administratie bewaarde hij op zijn notariskantoor. Bij zijn verhuizing in 1950 werd door gebrek aan toezicht een gedeelte van deze stukken weggegooid of meegenomen. Waarschijnlijk zijn hiermee de hiaten in de 20e eeuwse correspondentie en de registers van ontvangsten en journalen te verklaren.
1.5. Verantwoording van de inventarisatie

Kenmerken

Status toegang:
Definitieve toegang / toegang afgerond
Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Openbaarheid:
Beperkt, zie inventaris
Omvang in meters:
22,25
Toegangstitel:
H.H. Huitsing en W. Veerman, Archiefinventaris weeshuis Buren 1613 - 1951