Archieven

 

Uw zoekacties: Archief van het Groote Bommelsche Gasthuis, 1549 - 1881

0747 Archief van de Hervormde gemeente Tricht, 1646 - 1981

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1.1. Burgerlijke overheid
1.2. Tricht voor de reformatie
1.3. De reformatie
1.4. Classicale indeling
1.5. Kerkeraad
1.6. Diakonie
1.7. Kerkvoogdij
0747 Archief van de Hervormde gemeente Tricht, 1646 - 1981
1. Inleiding
1.7.
Kerkvoogdij
Vóór 1810 werd de kerkmeester aangesteld door de drossaard, dijken Lingegraaf der Stad en Graafschap Buren. De rekeningen van de kerkmeesters werden door de drossaard afgehoord. De rekeningen gaan, met enkele hiaten, terug tot 1570. In 1840 werd J. den Duytsen benoemd als ontvanger en secretaris der polder Tricht. Hij nam van Nicolaas Kemp het polderarchief over. Daaronder bevonden zich de rekeningen van de kerkmeesters van de kerk te Tricht. Deze rekeningen zijn door J. den Duytsen geschift en in omgekeerde volgorde in vier banden gebonden. Op 27 febr. 1881 gaf hij deze banden over aan de kerk te Tricht.
In deze rekeningen werden aangetekend de landpachten, geld- en raaptijnsen, ontvangsten voor het openen der graven in de kerk met vermelding van de namen der overledenen, stoelenhuur en extra-ordinaire ontvangsten.
In de 18e eeuw werd de kerkmeester voor drie jaren benoemd. In de 16e en 17e eeuw waren de zittingsperioden onregelmatig. Er kwamen perioden voor van twee tot negen jaren.
Tijdens de Bataafse republiek werd op 5 aug. 1796 het beginsel van scheiding van kerk en staat geproclameerd. De Hervormde kerk vreesde grote schade door deze scheiding bij de staatsregeling van 1798 met de bepaling dat de kerkelijke eigendommen aan de staat zouden vervallen. Dit werd in 1801 herroepen. Op 1 febr. 1810 werd het kerkgebouw onder beheer geplaatst van het plaatselijk bestuur, terwijl de administratie aan de kerkelijke gemeente, die op dat tijdstip het bezit, gebruik en onderhoud had, werd gelaten.
Op 25 januari 1810 kwamen de manslidmaten bijeen om een commissie van vier personen te kiezen die met de kerkeraad de beste middelen moest beramen voor de administratie van het kerkgebouw en de kerkelijke goederen, over de aanstelling van één of twee kerkmeesters, het opstellen van een instructie voor de kerkmeesters en bepalen of jaarlijks of om de drie jaren rekening zou moeten worden gedaan. van de genomen besluiten werd kennis gegeven aan de drossaard van Buren *  .
18 september 1810 werd door de kerkeraad en het gemeentelijk comité te kennen gegeven dat door de kerkmeester, S. van Brummelen, rekening gedaan zou worden vanaf de tijd dat de kerk nog onder de administratie van het politiek gezag van het gerecht van Buurmalsen en Tricht had gestaan, opdat de kerkeraad en de gecommitteerden verder voor de reparatie van het kerkgebouw zorg konden dragen. De afhoring van de rekening vond op 10 november 1810 plaats. Op de vergadering van beide colleges werd besloten dat S. van Brummelen het volgende jaar zou aftreden en rekening doen voor beide colleges. Dan zou er een tweede kerkmeester worden benoemd uit een nominatie opgesteld door de leden van de beide colleges. In het notulenboek van de kerkeraad werd 12 mei 1813 de totale eindrekening van de kerkmeester ingeschreven en op 3 november de voorschotten op het achterstallige traktement aan de predikant betaald alsmede de kerkmeester geauthoriseerd voor de komende winter een voorschot uit te betalen *  . Het reglement van 1816 bracht eenheid in het kerkbestuur. Aan de leraars kon een traktement worden toegelegd en de traktementen, pensioenen en andere inkomsten, van welke aard ook door hen genoten, bleven aan de gezindten verzekerd.
In 1824 kwam er een verandering in het beheer van de kerkelijke goederen en fondsen en de zorg voor de eredienst. Dit werd opgedragen aan een college van kerkvoogden met medewerking van notabelen en onder toezicht gesteld van een provinciaal en een algemeen college van toezicht. In Tricht werd de kerkvoogdij gevormd door drie kerkvoogden en vier notabelen met twee plaatsvervangers voor de notabelen. De notabelen werden door het provinciaal college van toezicht benoemd uit een door de kerkeraad opgegeven tweetal namen. Ditzelfde gebeurde voor de plaatsvervangers van de notabelen in geval van een tussentijdse vacature. Om het andere jaar traden de functionarissen af, zij waren echter herkiesbaar.
De restauratie van. het kerkgebouw in de jaren 1922-1927 had de financiële positie van de kerkvoogdij verzwakt *  . De kerkeraad besloot op een verzoek van de kerkvoogdij aan de diakonie in 1929 tot het verstrekken van een geldlening voor de dekking van de kosten veroorzaakt door de restauratie. Deze lening van de diakonie aan de kerkvoogdij werd toegestaan onder hypothecair verband van alle landerijen van de kerk te Tricht *  .
De geringe financiële middelen van de kerkvoogdij waren er ook de oorzaak van dat na het vertrek van ds P. van der Staay geen beroep mogelijk was. Door het nemen van allerlei maatregelen om de financiële positie te verbeteren kon de kerkvoogdij het na een vacaturëperiode van vijf jaar weer mogelijk maken dat in 1940 een predikant werd beroepen.
1.8. Het kerkgebouw
1.9. Predikantenlijst Tricht
1.10. Inventarisatie

Kenmerken

Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Openbaarheid:
onbeperkt
Omvang in meters:
5,50
Toegangstitel:
J.D. Markestein, Inventaris van de archieven der Hervormde Gemeente Tricht