In de jaren vijftig kwam opnieuw de samenvoeging van de polderdistricten Buren, het polderdistrict Culenborg en de buitenpolders Acquoy, Beesd, De Geeren, Mariënwaerd en Rhenoy ter sprake. Dit resulteerde uiteindelijk in de oprichting per 1-1-1955 van het polderdistrict Lek en Linge en het waterschap Wegschap Mariënwaerd.

In de memorie van toelichting bij het besluit van Provinciale Staten werd ingegaan op de achterliggende redenen voor de reorganisatie. Hierbij was een vergelijking gemaakt met het polderdistrict Tielerwaard; was hier sprake van een centraal bestuur, in het noordelijke Lingegebied waren 6 besturen verantwoordelijk voor de zorg voor de hoofdwaterkeringen en in totaal 7 van elkaar onafhankelijk waterschappen; hierbij werden niet de Burense dorpspolders, niet verantwoordelijk voor waterkeringen, meegerekend. Afgezien van de bestaande plannen voor de verbetering van de afwatering en watervoorziening van het noordelijke Lingegebied was men van mening dat deze historisch gegroeide bestuurlijke versnippering niet meer te verantwoorden was. De hierbij naar voren gebrachte argumenten waren:
- de salariskosten van de dagelijkse besturen, secretarissen en ontvangers van de gezamenlijke polderdistricten/waterschappen stonden niet in een redelijke verhouding met dergelijke kosten voor een centraal orgaan
- de bestaande waterschappelijke indeling en de waterstaatkundige situatie kwamen niet met elkaar overeen; de afwaterings- en watervoorzieningproblematiek was grensoverschrijdend
- de bestuurlijke versnippering belemmerde de te treffen waterstaatkundige maatregelen voor de opvoering van de produktiviteit van de bodem
- het belang van de waterkeringen tegen Lek en Linge stond niet in verhouding met de kosten door de diverse organisaties hier aanbesteed

de eis dat de technische dienst van het waterschap belast met het beheer van de Linge nauw samenwerkte met de waterschappen verantwoordelijk voor de detailwater af- en aanvoer. Aan deze eis kon met name worden voldaan wanneer er geschoold technisch personeel in dienst van één groot beheerslichaam aanwezig was en het bestaande aantal gemalen tot een minimum beperkt werd.