Haar prille jeugd in Hengelo verliep zonder bijzondere gebeurtenissen. In 1931 werd ze toegelaten tot de HBS die ze in 1936 voltooide. In hetzelfde jaar slaagde ze in juli te 's-Gravenhage voor de akte handtekenen Lager Onderwijs. In november ging ze naar de huishoudschool in Enschede om te studeren voor lerares huishoudkunde. Twee jaar later werd haar het diploma uitgereikt en behoorde ze tot de beste drie studenten van dat jaar. Op aandringen van haar oom, de kunstschilder H.C. van Mourik en met steun van haar vader, haar moeder zag haar liever het onderwijs ingaan, "want kunst is zoo wankel", meldde zij zich in 1939 bij het 'Genootschap Kunstoefening. Middelbare School voor Beeldende Kunst en Kunstnijverheid' te Arnhem. Deze opleiding, die normaal vijf jaar duurde, deed Lies in drie jaar, zodat ze in 1942 haar diploma behaalde. Ze bleef nog een jaar in Arnhem om zich verder te bekwamen in de illustratieve richting. In 1943 kreeg ze, nadat haar ouders bij H.C. van Mourik waren ingetrokken, een kamer/atelier bij de familie Donkersloot, waar ze verbleef tot de algemene evacuatie van Tiel en omgeving, die in september 1944 een aanvang nam.