Archieven

 

Uw zoekacties: Archief van het dorpsbestuur Beusichem en Zoelmond, 1558 - 1818

0698 Archief van het dorpsbestuur Beusichem en Zoelmond, 1558 - 1818

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1.1. De gemeente Beusichem
0698 Archief van het dorpsbestuur Beusichem en Zoelmond, 1558 - 1818
1. Inleiding
1.1.
De gemeente Beusichem
Tot de Revolutie van 1795 heeft het gebied van de tegenwoordige gemeente Beusichem onder de naam scholtambt Beusichem en Zoelmond deel uitgemaakt van de heerlijkheid, later graafschap, Buren.
In 1472 werd Buren (dat sinds 1298 een Gelders leen was) door hertog Arnold van Gelre geschonken aan zijn neef Frederik van Egmond, heer van IJsselsteyn. Deze werd in 1498 door Maximiliaan van Oostenrijk tot graaf en diens land tot graafschap verheven. De kleinzoon van Frederik, Maximiliaan van Egmond, had slechts één dochter Anna, die in 1551 met Willem van Nassau, prins van Oranje, huwde. Hun zoon Philips Willem, liet Buren na aan zijn broeder Maurits, van wie het vererfde op de volgende stadhouders uit het huis van Oranje-Nassau.
Uit het door koning-stadhouder Willem III in 1699 vastgestelde "Reglement en ordonnantie op het stuck van de Policie, Financie en Justitie van de stadt en graafschap Buyren" blijkt, dat er aan het hoofd van het graafschap een college stond, gevormd door een drossaard (de rechtstreekse vertegenwoordiger van de graaf), vier gecommitteerden alsmede een secretaris.
De gecommitteerden bestonden uit de stadsburgemeester namens Buren, Asch en Erichem, een afgevaardigde van Beusichem en Zoelmond, één van Buurmalsen en één van Tricht.
Zij zetelden op het stadhuis van Buren en behandelden voornamelijk financiële zaken. Het stadsbestuur van Buren werd gevormd door een stadsburgemeester, een schepenburgemeester en zes schepenen.
In Beusichem en Zoelmond bestond een gericht van zeven schepenen met aan het hoofd een schout. Ook in Buurmalsen en Tricht had men deze constellatie.
In 1795 moest de oude Republiek der Verenigde Nederlanden plaats maken voor de Bataafse Republiek. Ook voor Buren, dat als afzonderlijk graafschap, geheel losstaande van Gelderland, had voortbestaan, kwamen veranderingen. In februari van "het eerste jaar der Bataafse Vrijheid" werden het stadsbestuur en de gecommitteerden door een comité revolutionair afgezet, waarna door de "vrije Bataven" nieuwe bestuurders werden gekozen.
Op 13 februari 1795 werden door het comité de oude regenten van Beusichem en Zoelmond afgezet, waarna op dezelfde dag een verkiezing werd georganiseerd. Tot schout werd gekozen Anthony de Ronde, president-schepen werd Dirk Cornelis van Rijnberk, tot secretaris werd verkozen: Nicolaas van Everdingen.
Op 12-14 maart van hetzelfde jaar werden te Buren nieuwe gecommitteerden gekozen. Anthony de Ronde werd verkozen namens Beusichem en Zoelmond.
In maart van dat jaar werden pogingen gedaan om het voormalige graafschap onder Gelderland te brengen, welke pogingen van de zijde der bevolking veel verzet ondervonden. Op 18 maart 1796 kwam echter een "contract" tot stand, waarbij Stad en Land van Buren geïncorporeerd werden in het Kwartier van Nijmegen.
Bij de staatsregeling van 1801 werden Culemborg en Buren definitief bij Gelderland gevoegd.
In de loop van 1802 werden door het Departementaal Bestuur van Gelderland nieuwe magistraatsleden aangesteld.
Tot drossaard, dijk- en Lingegraaf van Stad en Ambt van Buren, werd Nicolaas van Everdingen benoemd. Hij oefende tevens het schoutambt uit. De opeenvolgende wijzigingen in de regering van ons land brachten weinig wezenlijke veranderingen. (Tijdens het koninkrijk Holland, zoals ons land in de jaren 1806-1810 heette, werd de titel "drossaard" vervangen door die van "baillu").
In de periode 1810-1813, toen Nederland een deel was van het Franse keizerrijk, vormden Beusichem, Buren, Dalem, Deil, Geldermalsen, Herwijnen, Opijnen en Waardenburg als afzonderlijke mairies of communes het kanton Geldermalsen, van het arrondissement Tiel van het departement van de Boven-IJssel.
De commune Beusichem omvatte de dorpen:
Beusichem 646 inwoners
Ravenswaaij 260 inwoners
Rijswijk 379 inwoners
Zoelmond 382 inwoners, zo blijkt uit een opgave van 21 oktober 1811.
Bij de invoering van de Franse bestuursorganisatie werd Nicolaas van Everdingen, die toen 65 jaar oud was, benoemd tot maire. Als adjunct-maire werd J.Th. van de Kasteele te Zoelmond aangesteld.
Tot municipale raden werden benoemd:
D.L. baron van Brakel Ravenswaaij
Antony Deys Beusichem
Antony van Knobbout Beusichem
Huibert Gerrit van Everdingen Zoelmond
Jan Eskes Zoelmond
Gerrit van Keulen Rijswijk
Gijsbert Janse van Ojen Rijswijk
Gerrit Jan van Ommeren Ravenswaaij
Willem Ett Ravenswaaij
J.A. van Zijst Beusichem
N.B. Deze is kort na zijn benoeming gestorven.
Na de bevrijding van het Franse regiem in 1813, bleven in Nederland indeling en bestuursorganisatie der bezetters voorlopig gehandhaafd. Slechts de Franse terminologie werd vervangen door een Nederlandse vertaling.
Aan deze voorlopige bestuursorganisatie kwam wat Gelderland betrof, een einde door de inwerkingtreding van de Reglementen op het bestuur van de steden en op het bestuur van het platteland, respectievelijk vastgesteld bij K.B. van 5 november 1815 en K.B. van 11 februari 1817.
Het laatst genoemde reglement bepaalde o.m. dat het platteland van Gelderland werd verdeeld in 17 districten of hoofdschoutambten, welke gezamenlijk 107 gemeenten of schoutambten omvatten.
De gemeente Beusichem omvatte als schoutambt weer de dorpen Beusichem en Zoelmond. Het ressorteerde onder het hoofdschoutambt Buren en Culemborg, waartoe ook Buren (met de stad), Buurmalsen, Beesd en Everdingen behoorden. Na wijzigingen in 1825 en 1837 kwam ten gevolge van het van kracht worden van de Provinciale Wet van 1850 en de Gemeentewet van 1851 de situatie tot stand, welke heden nog bestaat.
Arnhem, 7 juni 1963
1.2. Geschiedenis van de archieven
1.3. Noot betreffende de aanvulling en bewerking
1.4. Bijlage bij de inleiding

Kenmerken

Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Openbaarheid:
Beperkt vanwege de slechte materiële staat van een aantal stukken
Omvang in meters:
4
Toegangstitel:
P.J.W. Beltjes, Inventaris van het oud-archief van de gemeente Beusichem 1558 - 1816, inv.nrs. 1 - 69